8. Vóór ingebruikneming
• Open de verpakking en haal de machine er voorzichtig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal, evenals de bescher-
mingen bij de verpakking en voor het transport (indien
voorhanden).
• Controleer of de leveringsomvang volledig is.
• Controleer de machine en de bijbehorende onderdelen
op transportschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het einde van
de garantieperiode.
m GEVAAR
De machine en het verpakkingsmateriaal zijn
geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mogen
niet met plastic zakken, folie en kleine onderde-
len spelen! Gevaar voor inslikken en verstikking!
8.1 Transportgreep monteren (afb. 3.1)
LET OP! De juiste positie van de transportgreep (39) wordt
aangegeven door een groef.
• Monteer de transportgreep (39) met behulp van de kruis-
kopschroeven 5,0 x 25 mm (40) op de machinekop (4).
• Haal aansluitend de beide kruiskopschroeven 5,0 x 25 mm
(40) met een kruiskopschroevendraaier (niet bij de levering
inbegrepen) aan.
8.2 Machine opstellen (afb. 3.2)
• De machine moet stabiel staan.
• Bevestig de machine op een werkbank, een onderstel of
iets dergelijks.
• Steek de 4 schroeven (niet bij de levering inbegrepen) in de
boringen op de vaste zaagtafel (15).
• Haal de schroeven goed aan.
8.3 Kantelbeveiliging installeren (afb. 3.2)
• Maak de voorgeïnstalleerde kantelbeveiliging (36) aan de
onderkant van de zaag los.
• Trek de kantelbeveiliging (36) zover uit, dat deze nog vast-
gezet kan worden met behulp van de inbusbouten.
• Borg de kantelbeveiliging weer met behulp van de inbus-
sleutel (D).
8.4 Stelschroef instellen (afb. 3.3)
• Stel de stelschroef (37) af op het niveau van de tafelplaat
om te voorkomen dat de machine gaat wiebelen.
8.5 Algemene aanwijzingen
• Vóór ingebruikneming dienen alle afdekkingen en veilig-
heidsinrichtingen naar behoren te zijn gemonteerd.
• Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
• Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen letten zoals
b.v. nagels of schroeven etc.
• Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar bedient moet het zaag-
blad correct gemonteerd zijn. Beweeglijke delen moeten
gemakkelijk bewegen.
• Vóór het aansluiten controleren of de gegevens vermeld op
het kenplaatje overeenstemmen met de gegevens van het
stroomnet.
38
NL/BE
8.6 Veiligheidsvoorziening beweegbare zaag-
bladbescherming controleren (5)
De zaagbladbescherming biedt bescherming tegen onbedoeld
contact met het zaagblad en tegen rondvliegende spanen.
8.6.1 Werking controleren
Klap hiervoor de zaag naar beneden:
• De zaagbladbescherming moet het zaagblad bij het om-
laag zwenken vrijgeven zonder andere delen aan te raken.
• Als de zaag naar de uitgangspositie omhoog wordt
geklapt, moet de zaagbladbescherming automatisch het
zaagblad afdekken.
9. Montage
U heeft nodig:
1x binnenzeskantsleutel 6 mm (C)
1x binnenzeskantsleutel 3 mm (D)
(bij de levering inbegrepen)
1x steeksleutel 13 mm
1x kruiskopschroevendraaier
(niet bij de levering inbegrepen)
9.1 Multifunctionele kap-, trek- en verstekzaag
monteren (afb. 1/2/3.3/4)
• Klap de vastzetgreep (11) omhoog en trek de vergrende-
lingshendel (35) met uw wijsvinger omhoog om de draaita-
fel (14) te verstellen.
• Verdraai de draaitafel (14) en aanwijzer (12) naar de ge-
wenste hoek van de schaalverdeling (13).
Klap de vastzetgreep (11) omlaag om deze instelling vast
te zetten.
• Duw de machinekop (4) iets naar beneden en trek de veilig-
heidsbout (23) uit de motorhouder. Dit ontgrendelt de zaag
vanuit de onderste positie.
• Draai de machinekop (4) omhoog.
• De kleminrichting (7) kan zowel links als rechts aan de vaste
zaagtafel (15) bevestigd worden. Steek de spaninrichtingen
(7) in de hiervoor bedoelde boorgaten aan de achterkant
van de aanslagrail (16) en borg deze met behulp van de
vleugelschroeven (7a).
Voor versteksnedes van 0° tot 45° moet de kleminrichting
(7) slechts aan één kant (rechts) worden gemonteerd (zie
afb. 14-15).
• De machinekop (4) kan door de borgschroef (22) los te
draaien, naar links tot max. 45° schuin geplaatst worden.
• Werkstukhouder (8) moeten altijd worden vastgezet en ge-
bruikt tijdens het werk. Stel de gewenste tafelformaat in (zie
9.1.1).
9.1.1 Tafelformaat instellen
• Draai de vastzetschroef (9) los.
• Trek de werkstukhouder (8) naar de gewenste formaat.
• Draai de borgschroef (9) weer vast.