Procedure
Bij het nasmeren van de walslagers gaat u als volgt te werk:
1. Reinig de smeernippels aan de DE- en de NDE-zijde.
2. Pers het voorgeschreven vet in de voorgeschreven hoeveelheid in (conform typeplaatje).
– Houd de specificaties op het type- en smeerplaatje aan.
– Het nasmeren moet bij een draaiende machine (max. 3600 min-1) worden uitgevoerd.
De lagertemperatuur kan eerst beduidend stijgen. Na het verdringen van het overtollige vet
uit het lager zal de temperatuur weer naar de normale waarde dalen.
De rotor kan vallen
Bij een verticale machinepositie kan de rotor bij werkzaamheden aan het geleidelager naar
buiten vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Ondersteun of ontlast de rotor bij werkenzaamheden in een verticale machinepositie.
9.3.8
Reiniging
Reinigen van de smeerkanalen en de oudvetruimten
Het verbruikte vet verzamelt zich buiten het lager in de oudvetruimte van het buitenste
lagerdeksel. Verwijder het oude vet bij het vervangen van het lager.
Om het vet in het smeerkanaal te kunnen verversen, moet het lagerbinnenwerk worden
gedemonteerd.
Reinigen van de koelluchttrajecten
Reinig regelmatig de koelluchttrajecten die door de omgevingslucht worden doorstroomd.
De reinigingsintervallen zijn afhankelijk van de mate van de plaatselijk optredende vervuiling.
Beschadigingen van de machine bij het reinigen met perslucht of waterstralen
• Richt geen perslucht of waterstralen in de richting asuitvoer of machineopeningen.
• Voorkom directe inwerking van perslucht en waterstralen op afdichtingselementen van de
machine.
Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315
Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A
WAARSCHUWING
Onderhoud en reparatie
9.3 Inspectie en onderhoud
91