Normaal bedrijf
Bereken de maximale bedrijfstemperatuur van de lager T
omgevingstemperatuur, de lagerbelasting en de invloeden van de installatie op de motor in °C.
Stel de waarden voor uitschakelen en waarschuwing conform de bedrijfstemperatuur T
Tabel 7-2
Instelwaarde
Waarschuwing
Uitschakelen
7.2
Inschakelen
7.2.1
Maatregelen bij de inbedrijfstelling en testrun
Voer na de montage of na revisies een testrun uit:
1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien
mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt.
Het uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de
draairichting of ter controle moet tot het noodzakelijke worden beperkt.
Laat de machine voor het herinschakelen uitlopen.
2. Wanneer het mechanisme van de machine onbelemmerd loopt, kunt u de aanwezige
koelinrichtingen inschakelen. Observeer de machine enige tijd wanneer deze onbelast loopt.
3. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten.
Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315
Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A
Instelwaarden voor het bewaken van de lagertemperaturen
LET OP
Thermische overbelasting bij motoren met netvoeding
De aanlooptijd wordt naast het tegenmoment ook beïnvloed door het betreffende
traagheidsmoment. Tijdens het starten aan het net bedraagt de stroombelasting van de
motor een veelvoud van de nominale stroom. Dit kan tot een thermische overbelasting
leiden. De motor kan beschadigd worden.
Let daarom bij de aanloop op het volgende:
• Controleer de aanlooptijd en het aantal opeenvolgende aanloopprocessen.
• Neem de in de catalogus of opdrachtdocumentatie vermelde grenswaarden resp.
opstartvoorwaarden in acht.
Inbedrijfstelling
7.2 Inschakelen
rekening houdend met de
modus
Temperatuur
T
+ 5 K ≤ 115 °C
bedrijf
T
+ 10 K ≤ 120 °C
bedrijf
in.
bedrijf
73