5.2.2
Isolatieweerstand
5.2.2.1
Isolatieweerstand en polarisatieindex
Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie
verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de
isolatieweerstand en de polarisatie-index:
• Voordat de machine de eerste keer gestart wordt
• Na langdurige opslag of een periode van stilstand
• In het kader van onderhoudswerkzaamheden
Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie
van de wikkelingen:
• Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal?
• Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen?
Met deze informatie kunt u beslissen over de inbedrijfstelling van de machine of over
eventuele maatregelen zoals reiniging en/of drogen van de wikkeling:
• Kan de machine in bedrijf worden genomen?
• Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen?
Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden:
"Isolatieweerstand en polarisatie-index controleren" (Pagina 44)
Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315
Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E43212233A
Montage
5.2 Montage voorbereiden
43