Super Finish 17ex
mag ongeveer 20 cm bedragen.
Rijd niet over de hogedrukslang en bescherm deze tegen
scherpe voorwerpen en kanten.
Nooit aan de hogedrukslang trekken om het toestel te
bewegen.
Hogedrukslang niet verdraaien.
Hogedrukslang niet in oplosmiddel leggen. Buitenkant
alleen met een doordrenkte doek afvegen.
Hogedrukslang zo leggen, dat er geen struikelgevaar
bestaat.
Gebruik voor een goede en veilige werking
en een lange levensduur uitsluitend originele
hogedrukslangen van WAGNER.
1.10
ELEKTROSTATISCHE OPLADING
(OPTREDEN VAN VONKEN OF BRAND)
Ten gevolge van de stroomsnelheid van het
bedekkingsmateriaal tijdens het spuiten kan er
elektrostatische oplading optreden.
Dit kan bij ontlading leiden tot vonken of
brand. Daarom is het nodig dat het apparaat
altijd via de aardingskabel geaard is.
Elektrostatische oplading van spuitpistool en hogedrukslang
wordt via de hogedrukslang afgevoerd. Daarom moet
de elektrische weerstand tussen de aansluitingen van de
hogedrukslang één megaohm of minder bedragen.
Draag geschikte geleidende veiligheidskleding (handschoenen,
schoenen, ...)
1.11
VENTILATIE TIJDENS SPUITWERKZAAMHEDEN
BINNEN
Er moet worden gezorgd voor voldoende ventilatie om
oplosmiddeldampen af te voeren.
1.12
AFZUIGINSTALLATIES
Deze dienen door de gebruiker van het apparaat overeenkomstig
de plaatselijke voorschriften te worden gerealiseerd.
1.13
AARDING VAN HET SPUITOBJECT
Het te coaten spuitobject moet zijn geaard
(de wanden van gebouwen zijn doorgaans natuurlijk geaard).
1.14
REINIGING VAN HET APPARAAT MET
OPLOSMIDDEL
Bij reiniging van het apparaat met
oplosmiddel mag niet in een reservoir met
kleine opening (spongat) worden gespoten
of gepompt. Gevaar door vorming van een
explosief gas/luchtmengsel. Het reservoir
moet zijn geaard.
1.15
REINIGING VAN HET APPARAAT
Spuit het apparaat nooit af met een
hogedruk- of stoomreiniger.
Apparaat uitsluitend met een vochtige doek
reinigen.
Afzettingen op de oppervlakken verwijderen
om de geleidbaarheid te behouden.
1.16
PLAATSING OP EEN ONEFFEN ONDERGROND
De voorzijde moet omlaag wijzen om wegglijden te
voorkomen.
Het apparaat mag niet op schuine ondergronden worden
gebruikt, omdat het door de trillingen de neiging heeft te
verplaatsen.
NL
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
33