Instellingen selecteren (één handstuk aangesloten)
Nadat u een handstuk op de console hebt aangesloten zal de interactie met de gebruiker grotendeels plaatsvinden via het
instrumentscherm. Wanneer de console voor de eerste keer wordt aangezet, zullen de standaard-fabrieksinstellingen zijn
ingeschakeld totdat de instellingen handmatig door de gebruiker worden aangepast.
WAARSCHUWING:
Als de console herstart door overbelasting van het instrument of uitvallen van de elektrische stroom,
is de irrigatiepomp uitgeschakeld wanneer de console herstart. De irrigatiepomp moet weer worden
aangezet via het aanraakscherm voordat het instrument weer gebruikt kan worden. Het niet volgen van
deze instructie kan letsel bij de patiënt veroorzaken.
OPMERKING:
Als het consolescherm tegelijkertijd op meerdere plaatsen wordt aangeraakt, kan per ongeluk een
knop worden geactiveerd. Zorg ervoor dat de instellingen voor zover nodig zijn aangepast voordat de
accessoires/instrumenten worden gebruikt.
OPMERKING:
Tijdens het aanpassen van de instrumentschuifbalk, geeft het cijfer de gewenste maximale snelheid
aan. Wanneer het instrument in gebruik is (roterend), wordt de gewenste snelheid voor het instrument
getoond als een percentage van de maximale snelheid.
Het type instrument dat is
aangesloten wordt hier getoond
Dit pictogram is
een weergavepic-
togram voor het
aangesloten type
instrument
Het voetpedaalpic-
togram licht zwak op
(het voetpedaal is op
het moment niet ac-
tief ), of licht helder op
(het voetpedaal is op
het moment actief.)
Als geen voetpedaal
is aangesloten, is
dit pictogram niet
aanwezig op het
scherm.
AFBEELDING 15
Het irrigatiepictogram
licht zwak op
(irrigatiepomp is op
het moment niet
actief ), of licht helder
op (irrigatiepomp is op
het moment actief ).
INSTRUMENTTYPE
Met de irrigatieschuifbalk kan de
gebruiker de gewenste maximale
stroomsnelheid van de irrigatiepomp
instellen. Gebruik het aanraakscherm
om de snelheid aan te passen door
te schuiven naar of te tikken op het
gedeelte van de balk dat de gewenste
maximale stroomsnelheid aangeeft.
Het maximale debiet is 100%.
Met de instrumentschuifbalk kan de gebruiker de
maximale instrumentsnelheid instellen. Gebruik
het aanraakscherm om de snelheid aan te passen
door te schuiven naar of te tikken op het gedeelte
van de balk dat de gewenste maximale snelheid
aangeeft. Maximale snelheid is 100%.
20
Het moersleutel-
pictogram wordt
gebruikt om naar
het instellingen-
menu te gaan
Het helppictogram
wordt gebruikt om
naar het helpmenu
te gaan
Het richtingpictogram geeft
aan welke werkingsrichting op
dit moment is ingesteld voor
het instrument. Voorwaarts (F)
(rechtsom) bewegend, Achteruit
(R) (linksom) bewegend of
Oscillerend (O).
IM-5025 REV E