Bedieningselementen van de telefoon
In bepaalde regio's wordt de Avaya 1110 IP Deskphone geleverd met Engelse toetslabels.
De tekst tussen haakjes geeft aan wat er op de toetslabels staat, bijvoorbeeld (Services).
Doorsch.
(Lijn)
(Wachtstand)
(Naar pc uitbreiden)
(Goodbye)
Softkeys bevinden zich onder in het weergavegebied. Het LCD-label
boven elke toets verandert afhankelijk van de actieve functie.
Met de toetsen voor de volumeregeling kunt u het volume van het
belsignaal, de hoorn, de koptelefoon, de speaker en de handsfreefunctie
(Volume +)
regelen. Druk op de bovenste toets om het geluid harder te zetten en
op de onderste toets om het geluid zachter te zetten.
(Volume -)
Met de navigatietoetsen bladert u door menu's en lijsten die op het
LCD-scherm worden weergegeven. Het buitenste gedeelte van deze
toetsengroep kan naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts
worden bewogen. In het midden bevindt zich de toets Invoeren.
Gebruik de toets Invoeren in het midden van de navigatietoetsengroep
om menuselecties te bevestigen.
In de meeste menu's kunt u de toets Invoeren gebruiken in plaats van
de softkey Selecteren.
Met de toets Lijn (DN) (programmeerbare geheugentoets)
kiest u de enkele lijn en schakelt u kiezen vanuit ruststand in.
Er is geen statuspictogram of -LED voor deze functie.
Als u een actief gesprek in de wachtstand wilt zetten, drukt u op de
toets Wachtstand. Als u een gesprek in de wachtstand wilt hervatten,
drukt u op de knipperende softkey Lijn (DN).
Met de toets Naar pc uitbreiden verkrijgt u toegang tot externe
servertoepassingen, indien ondersteund.
U beëindigt een gesprek door op de toets Goodbye te drukken.
Als er berichten zijn, knippert de rode indicator voor een bericht
in de wachtrij. Als het toestel overgaat, knippert deze indicator ook.
Avaya 1110 IP Deskphone Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2 Inleiding
19