QUILTEN
34
4
Quilten
4.1 Quilten uit de vrije hand
Bij de quiltwerkzaamheden wordt de quiltsteekplaat (optioneel accessoire) en de quiltvoet (optioneel
accessoire) gebruikt.
Het verdient aanbeveling de aanschuiftafel te gebruiken. Bij het quilten uit de vrije hand is het van voordeel
vanuit het midden naar buiten te quilten en de stof met lichte, ronde bewegingen naar alle kanten te
geleiden tot het gewenste motief ontstaat.
Bij meanderquilten worden oppervlakten met quiltsteken gevuld. De afzonderlijke quiltlijnen lopen rond en
kruisen elkaar nooit.
Als u quilthandschoenen met rubberen noppen draagt, kunt u de stof gemakkelijke leiden.
Voorwaarde:
•
De bovenkant van de quilt, het volumevlies en de onderkant van de quilt zijn goed op elkaar gespeld of
geregen.
> Monteer de quiltsteekplaat.
> Verwijder de naaivoet en monteer de quiltvoet aan de naaivoetstang.
> Zet de quiltvoet vast met de schroef.
> Stel steeklengte «0» in.
> Pas de bovendraadspanning indien nodig aan.
> Druk op het pedaal.
> Houd de stof met beide handen dicht bij de naaivoet vast, zodat met uw handen een soort borduurraam
ontstaat.
> Geleid het naaiproject langzamer als de draad aan de bovenkant lussen vormt.
> Als er knoopjes aan de onderzijde van de stof ontstaan, moet het naaiproject sneller worden geleid.
4.2 Patchwork naaien
Lapjes aan elkaar zetten
> Monteer de patchworkvoet (optioneel accessoire).
> Stel de steeklengte op «0,5 – 4» in.
> Stel de bovendraadspanning op «4 – 5» in.
> Stel de naaivoetdruk op «3 – 5» in.
> Leg 2 delen met de goede kanten op elkaar.
> Naai de delen met een naadtoeslag van 5 mm aan elkaar of leid deze langs de geleiding van de
patchworkvoet.
5 mm
2024-06 NL 5020105.00A.05