Inhoudsopgave
Advertenties
NAAIEN
3.5 Rits inzetten
Omdat het stoftransport bij het naaibegin lastig kan zijn, verdient het aanbeveling de draden bij het
naaibegin goed vast te houden of het naaiproject voor enkele steken enigszins naar achteren te trekken of
eerst 1 – 2 cm (0,5 – 1 inch) achteruit te naaien.
> Stel de steeklengte op «0,5 – 4» in.
> Stel de draadspanning op «4 – 5» in.
> Stel de naaivoetdruk op «3 – 5» in.
> Monteer de instelbare ritsvoet (optioneel accessoire).
> Draai de schroef los, stel de positie van de ritsvoet ten opzichte van de naald in en draai de schroef vast.
> Positioneer de ritsvoet rechts van de naald, om de rechterzijde van de ritssluiting te naaien.
> Laat de ritsvoet aan het einde van de ritssluiting zakken, zodat de naald de stof naast de vouw en de
ritssluitingband doorsteekt.
> Positioneer de ritsvoet links van de naald, om de linkerzijde van de ritssluiting te naaien.
3.6 Blinde ritssluiting inzetten
Omdat het stoftransport bij het naaibegin lastig kan zijn, verdient het aanbeveling de draden bij het
naaibegin goed vast te houden of het naaiproject voor enkele steken enigszins naar achteren te trekken
of eerst 1 – 2 cm (0,5 – 1 inch) achteruit te naaien.
De ritsvoet voor blinde ritssluitingen (optioneel accessoire) moet worden gebruikt.
> Stel de steeklengte in.
> Open de ritssluiting helemaal.
> Speld de rechter ritshelft met de goede kanten op elkaar op de rechterzijde van de stof.
> Monteer de ritsvoet voor blinde ritssluitingen.
30
2024-06 NL 5020105.00A.05
Advertenties
Inhoudsopgave
