VOORBEREIDINGEN
26
> Stel de onderdraadspanning met het instelwiel op een hogere waarde in, als de bovendraad aan de
achterzijde van de stof zichtbaar is.
Bovendraadspanning in de draadgeleiding instellen (dikke garens)
Tevens kan de bovendraadspanning door verschuiven van de instelplaat worden veranderd.
1
2
3
1
Bevestigingsschroef
2
Instelplaat
> Voor het verkleinen van de bovendraadspanning, draai de bevestigingsschroef los, schuif de instelplaat
naar links en draai de bevestigingsschroef vast.
> Voor het verhogen van de bovendraadspanning, draai de bevestigingsschroef los, schuif de instelplaat
naar rechts en draai de bevestigingsschroef vast.
Bovendraadspanning in de draadvoorspanning instellen
Tevens kan de bovendraadspanning door verdraaien van het instelwiel «Draadvoorspanning» worden
veranderd. Door het verdraaien verandert de spanning tussen de draadspanningsschijven. Bij de
standaardinstelling verzinkt de schroefkop tot ca. 4 mm (1/8 tot 3/16") in het instelwiel.
3
Draadgeleider
2024-06 NL 5020105.00A.05