VOORBEREIDINGEN
28
Steeklengte instellen
De steeklengte kan met instelwiel «Steeklengte» van 0 – 6 mm worden ingesteld.
> Verdraai het instelwiel «Steeklengte» (1), totdat de gewenste steeklengte op de steeklengte-indicatie (2)
wordt weergegeven.
2
Naaivoetdruk instellen
De naaivoetdruk kan met het instelwiel «Naaivoetdruk» worden ingesteld.
De naaivoetdruk dient ervoor om de druk van de naaivoet op de stof optimaal op de stofdikte in te
stellen. Bij dikke stoffen is het raadzaam om de naaivoetdruk te verminderen. Dit heeft als voordeel, dat
de stof beter kan worden bewogen. Bij dunne stoffen is het raadzaam om de naaivoetdruk te verhogen.
Dit heeft als voordeel, dat de stof niet te gemakkelijk onder de naaivoet kan worden verschoven.
> Verdraai het instelwiel «Naaivoetdruk» rechtsom, om de naaivoetdruk te verhogen.
> Verdraai het instelwiel «Naaivoetdruk» linksom, om de naaivoetdruk te verlagen.
Aanwijzing: verlaag de naaivoetdruk niet tot onder «0», omdat dan de stof niet wordt getransporteerd.
1
2024-06 NL 5020105.00A.05