Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Bediening en gebruik
□
Druk op de toets temperatuurwaarschuwing 18 om uw keuze te bevestigen.
De temperatuurweergave 30 blijft knipperen en het onderste deel van het
symbool voor het temperatuuralarm 41 begint te knipperen.
De temperatuurweergave 30 laat de onderste temperatuurgrens zien.
□
Druk op de pijltoets omhoog of 15 de pijltoets omlaag 16 of houd deze ingedrukt om
de onderste temperatuurgrens in te stellen.
□
Druk op de toets temperatuurwaarschuwing 18 om uw keuze te bevestigen.
Het temperatuuralarm is ingesteld.
Zodra het temperatuuralarm afgaat, kunt u dit uitschakelen door op de toets SNOOZE/
LIGHT 6 te drukken.
● Koudewaarschuwingen
Het koudewaarschuwingssymbool 53 begint te knipperen wanneer de buitensensor tempe
raturen tussen +1 °C en -1 °C meet.
Het koudewaarschuwingssymbool 53 wordt constant aangegeven wanneer de buitensensor
gedurende een langere periode temperaturen van -1,1 °C of lager meet.
● Weersvoorspelling
Het product start de weersvoorspelling ongeveer 6 uur na de ingebruikname.
Voor de weersvoorspelling staan de volgende weersymbolen 52 ter beschikking:
1
2
1 Zonnig
5 Wolkbreuk
● Maanstanden
Het symbool maanstanden 54 geeft de huidige maanstand aan.
De maanstanden zijn:
44
NL/BE
3
4
2 Licht bewolkt
6 Sneeuwval
5
6
3 Bewolkt
7 Sterke sneeuwval
7
4 Regen
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
