Inhoudsopgave
Advertenties
Olievulling
Crick
eerst de vooras op, zodat beide wielen
vrij
van de grond
staan. Het vullen
van het
stuurhuis
en
de
stuurpomp geschiedt
door
de
vulopening
(1
afb.35)
in
het voorraadtankje, hetwelk zich links
van
het stuurhuis
bevindt.-
BU
de
eerste vulling
of bij
olie verversen
moet
dit
tankje eerst
tot
boven
aan
de
rand met
olie
worden gevuld
(hier.bij
verdient het
aanbeveting
de deksel van
het
voorraadtankje,
door
losdraaien
van de
vleugelmoer
(2
afb. 35)
te
verwijderen).
Daarna moet
de
motor worden
gestart; het
toerental-
mag
niei
boven
s[ationair
uitgaan.
Het
olieniveau
in
het voorraadtankje zal
nu
zakkén
en
daarom moet
er
olie worden
brjgevuld.
opdat het
voorraadtankje
niet door de
pomp
wordt
leeg-
gezogen.
Daalt
het
olieniveau
niet verder dan kan met
de
ontluchting
worden
begonnen.
Hiertoe moet
het
stuurwiel meerdere
malen
van
aanslag
tot
aanslag
heen
en weer worden
gedraaid,
opdat de
in
het systeem aanwezigJlucht
via
he-t
voorraadtankje
kan
ontwijken. Er moet
zo
lang
worden
bijgevuld
toi
het olieniveau
bij
draaiende
motor en ontlucht
systeem
niet
meer
ondei
óe
bovenste merkstreep
van het
oliepeilstokje zakt. Het systeem
is
volledig ontlucht wanneer
bij
draaien
van het stuurwiel
er
in
het voorraadtankje
geen luòhtbellen meer
opstijgén en
bij
afgezette
motor
het olieniveau
in
het voorraàdtankje
niet
hoger
dan
ì
àîcm
stUgtJ
het olieniveau komt
hierdoor
boven de bovenste merkstreep van het
oliepeilsto-kJe.
De
olie
moet
elke
100.0010
km
worden ververst.
l-Jet
filtereiement in
het
voorraàd-
lqnkje
moet daarbrj
worden
vernieuwd. Na
verwijdering van de rubberring
kan het
filterelement worden
uitgenomen.
Controleren
Yan
het
olieniveau
Het
olieniveau moet elke
2.500
km worden gecontroleerd.
Eerst
moet bij stilstaande
motor
met
behulp
van het
oliepeilstokje
worden
vastgesteld
of ei
olieverlies
heeft plaats
gehad.
Dit
is
reeds het
geval wanneer het olieniveau
tot
de
bovenste
merkstreep
staat. Om
lucht
aanzuigen
te
voorkomen moet
eerst
bU stilstaande
motor zoveel
olie worden bijgevuld
dat het olieniveau
1
à 2 cm boven de bovenste
merkstreep komt
te
liggen. Daarna moet
de
motor worden gestart
en
nogmaals
het
olieniveau
worden
gecontroleerd. Er moet
nu
bij
draaiendé
motor olie ùorden
btjgevuld
tot
het
olieniveau
tot de
bovenste merkstreep
ligt.
BU afzetten
van
de
motor
moet,
zoals hierboven
is
beschreven,
het olieniveau
1
à 2 cm
boven
de
bovenste merkstreep
van het
oliepeilstokje
stijgen.
36
Advertenties
Inhoudsopgave
