Inhoudsopgave
Advertenties
VOORWIELREMMEN
1.
Zet de
parkeerrem
aan.
2.
Crick de
vooras
op
onder een
veerstoel.
3.
Plaats
een ring-
of
steeksleutel
op de
stelbout
van
de
remsteller,
druk
de
borgring
(1 in
afb. 30)
welke
zich
onder
de
kop van de stelbout bevindt
naar
binnen,
eh
draai
de
stelbou
t
(2 in
afb.
30)
zodanig,
dat
de
remnokas
in
dezelfde richting
draait als
deze
wordt
gedraaid tijdens
een
remactie.
4.
Vervolgens
de
stelbout zover draaien
totdat
het
wiel
vastzit.
5.
Draai
de
stelbout
nu
zover terug,
dat
het
wiel juist
vrij
kan
draaien.
6.
Herhaal deze afstelling
bU
het
ander
wiel.
ACHTERWIELREMMEN
1.
Plaats stopblokken tegen
de
voorwielen
en
zet
de
parkeerrem
vru.
2.
Crick de
achteras
op
onder een veerstoel.
Daarna handelen
als
genoemd
in
de
punten
3
t/m
6
onder
,,Voorwielremmen".
Drukregelaar, olie-afscheider
en
bandenvutapparaat
Aan
de
linkerz'ljde
van het
motorblok
bevindt
zich
in
het
luchtdruksysteem
een
qecombineerd.e
drukregelaar, olie-afscheider
en
bandenvulapparaat
(iie
afb.
33).
De.drukregeling
en de
olie-afscheiding
geschieden
automatiscl'r.
Door
frét
afschroeven
van
de
aan
dit
apparaat
aanwèzige
vleugelmoer
kan
op de
plaats
van deze vleugelmoer een luchtslang met schróefwartèl worden
aangesloten
om
bijvoorbeeld
de
banden
te
kunnen
oppompen.
Wanneer
er
lucht
wordt
afgenomen,
dan moet
de
motor draaien. Indien
de
druk
in de
ketel
maximaal
is, dus
7,35
kg/cme,
dan kan
er
geen lucht worden
af-
genomen,
doordat dè
drukregelaar dan
afblaast en
daarbU
het
bandenvulappa
raat
kort
sluit. De druk in de ketels dient dan iets
lager
te
z,ii
dan
de druk
waaibq; de
drukregelaar afblaast.
Dit
kan
worden verkregén
dooi
het
rempedaal
een
paar
keer
in
te
trappen.
189/3-16
Afb.
34
Vorstbeveiliger
18912-13
34
Afb.
33
Bandenvulapparaat
Advertenties
Inhoudsopgave
