Bedrijfstemperatuur
Deze camera kan gebruikt worden bij een temperatuur tussen 0 °C
en 40 °C. Gebruik de camera niet bij erg koud of warm weer
wanneer de temperatuur buiten het toegestane bereik is.
Condensvocht
Als de camera rechtstreeks van een koude plaats naar een warme
omgeving wordt gebracht, of als de camera in een erg vochtige
ruimte wordt gelegd, kan er vocht condenseren in het inwendige en
op de buitenkant van het apparaat. Als dit zich voordoet, zal de
camera niet meer normaal functioneren. Neem in dit geval de
diskette uit de camera en schakel het apparaat uit. Laat de camera
ongeveer een uur in deze toestand ongebruikt liggen, zodat het
condensvocht kan verdampen.
Voorkomen van condensvocht in en op het apparaat
Wanneer u de camera van een koude plaats naar een warme
omgeving brengt, kunt u het apparaat het best een tijdje in een
gesloten plastic zak laten zitten, tot het apparaat weer op
omgevingstemperatuur is gekomen.
1 Verpak de camera vooraf in een plastic zak en zorg dat deze
luchtdicht gesloten is.
2 Neem de camera pas uit de plastic zak, wanneer de lucht daarin
en het apparaat dezelfde temperatuur hebben aangenomen als
de omringende warme lucht (na ongeveer een uur).
Opmerkingen betreffende de lithiumbatterij
•Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen. Mocht een
kind toch onverhoopt de batterij inslikken, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
•Veeg de batterij voor het aanbrengen schoon met een droog doekje,
om een optimaal contact te verzekeren.
•Pak de batterij nooit met een metalen tang of pincet vast, aangezien
dit kortsluiting van de polen kan veroorzaken.
•De lithiumbatterij heeft een plus-kant (+) en een min-kant (–). Let
bij het inleggen van de lithiumbatterij op dat de plus- en min-kant
overeenkomen met de aanduidingen op de camera.
37-NL