3
Het apparaat
installeren en
configureren
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de machine moet installeren en configureren, inclusief het aansluiten van
apparatuur op de machine en het installeren van software.
aansluiten ...................................................... 3-2
Aanzetten ............................................ 3-5
Uitzetten .............................................. 3-6
Slaapstand .......................................... 3-9
Europa) ............................................... 3-9
Europa) ............................................. 3-10
beheerder .................................................... 3-21
op een PC ................................................... 3-23
adresboek ................................................... 3-34
(Adresboek) ...................................... 3-34
vergroten) .................................................... 3-44
3-1