3
Het apparaat
installeren en
configureren
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de machine moet installeren en configureren, inclusief het aansluiten van
apparatuur op de machine en het installeren van software.
De machine en andere apparatuur
aansluiten ...................................................... 3-2
Kabels aansluiten .......................................... 3-3
Netwerkkabel aansluiten ..................... 3-3
USB-kabel aansluiten ......................... 3-4
Netvoedingskabel aansluiten .............. 3-4
Aan- en uitzetten ........................................... 3-5
Aanzetten ............................................ 3-5
Uitzetten .............................................. 3-6
Standaardinstellingen van het apparaat ....... 3-8
Datum en tijd instellen ........................ 3-8
Energiebesparingsfunctie ............................. 3-9
Slaapstand .......................................... 3-9
Automatische slaapstand .................... 3-9
Regels slaapstand (modellen voor
Europa) ............................................... 3-9
Slaapstandniveau
(Energiebesparende stand) (modellen
uitgezonderd voor Europa) ............... 3-10
Slaapstandniveau ............................. 3-10
Wekelijkse timerinstellingen .............. 3-10
Uitschakeltimer (modellen voor
Europa) ............................................. 3-10
Netwerkconfiguratie ..................................... 3-11
Versnelde installatie-wizard ........................ 3-13
Software installeren .................................... 3-14
Software op DVD-image (Windows) . 3-14
Software in Windows installeren ....... 3-15
Software verwijderen ........................ 3-20
Aanvullende voorbereidingen voor de
beheerder .................................................... 3-21
Documenten verzenden naar een pc 3-21
Beveiliging verbeteren ...................... 3-21
Voorbereiding voor het verzenden van
een document naar een gedeelde map
op een PC ................................................... 3-23
De computernaam en de volledige
computernaam noteren ..................... 3-23
De gebruikersnaam en de
domeinnaam noteren ........................ 3-24
Toegangsrechten voor gedeelde
folder configureren ............................ 3-25
Een gedeelde map aanmaken, een
gedeelde map noteren ...................... 3-26
Delen van bestanden en printers ...... 3-29
Windows Firewall configureren ......... 3-30
Registreren van bestemmingen in het
adresboek ................................................... 3-34
Een bestemming toevoegen
(Adresboek) ...................................... 3-34
Een bestemming aan snelkiestoets
toevoegen (Snelkiestoets) ................ 3-41
Toegankelijkheidsfuncties (weergave
vergroten) .................................................... 3-44
Command Center RX .................................. 3-45
Command Center RX openen .......... 3-46
Beveiligingsinstellingen wijzigen ....... 3-47
Apparaatgegevens wijzigen .............. 3-49
E-mailinstellingen .............................. 3-51
Registreren van bestemmingen ........ 3-55
Een nieuwe Custom box aanmaken . 3-56
Een document opgeslagen in een
Custom box afdrukken ...................... 3-57
3-1