Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen
2
3
VOORZICHTIG
• De boven- en onderkant en zijkanten van het papier moeten gelijk zijn bij het
plaatsen van het papier. Elk deel van het papier dat niet goed geplaatst is, kan
kreuken, contact maken met de printkop en storingen of een papierstoring
veroorzaken.
• Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is. De
krul of vouw kan de printkop beschadigen of een papierstoring veroorzaken.
• Pas de papierlengte- en de papierbreedtegeleider zo aan dat er geen ruimte is
tussen de geleiders en het papier. Elk deel van het papier dat niet goed geplaatst is
kan kreuken, met de printkop in contact komen en schade aan de printkop
veroorzaken, scheef ingevoerd worden of vastlopen.
BELANGRIJK
• Het grootste formaat papier dat in de papierbronnen is geplaatst, wordt
automatisch geselecteerd.
Plaats papier van A4/Letter-formaat of groter.
• Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u
het in de cassette plaatst.
Voorzorgen voor papier (pagina 7-8)
• Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden.
• Als u een grafiek vanuit cassette 5 tot 8, de multifunctionele lade of de
multifunctionele lade voor 550 vel wilt afdrukken, plaatst u het papier met de
afdrukzijde naar boven.
• Lijn de randen van het papier uit voordat u het plaatst.
• Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie bovenstaande
afbeelding).
Roep het scherm op.
Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Instellen/Onderhoud] > [Printkopreiniging] > [Herstel
inktsproeier]
Corrigeer de verstopte inktsproeiers.
1
Druk op [Start].
Er wordt een grafiek voor herstel inktsproeier afgedrukt.
18-14