Download Print deze pagina

Advertenties

kyoceradocumentsolutions.com
Gebruikershandleiding
TASKalfa Pro 15000c
TASKalfa Pro 15000c/B

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Kyocera TASKalfa Pro 15000c

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding TASKalfa Pro 15000c TASKalfa Pro 15000c/B...
  • Pagina 2 > Inleiding Inleiding Hartelijk dank voor de aankoop van deze machine. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, routine-onderhoud uit te voeren en storingen te voorkomen zodat het apparaat steeds in de optimale condities kan worden benut. Gelieve deze gebruikershandleiding aandachtig door te nemen alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
  • Pagina 3 Inhoud Inleiding............................i Inhoud............................ii Overzicht ........................... xiii Functies kleur en beeldkwaliteit ..................... xiv Basis kleurstanden ......................xiv Beeldkwaliteit en kleur aanpassen ..................xv Handleidingen meegeleverd met het apparaat ..............xvi Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) ............. xvii Overzicht van de handleiding ..................xvii Vormgevingselementen in deze handleiding..............
  • Pagina 4 Het apparaat installeren en configureren ..........3-1 De machine en andere apparatuur aansluiten ..............3-2 Kabels aansluiten ........................3-3 Netwerkkabel aansluiten ....................3-3 USB-kabel aansluiten ..................... 3-4 Netvoedingskabel aansluiten ..................3-4 Aan- en uitzetten ........................3-5 Aanzetten ........................3-5 Uitzetten ......................... 3-6 Standaardinstellingen van het apparaat ................
  • Pagina 5 Karakters invoeren ....................... 4-10 Aanmelden/afmelden ......................4-11 Aanmelden ........................4-11 Afmelden ........................4-12 De teller controleren ......................4-13 De bestemming beheren ...................... 4-14 De bestemming opgeven ..................... 4-14 Kiezen uit het adresboek ....................4-14 Kiezen met snelkiestoets ....................4-16 Bestemmingen controleren en bewerken ..............4-17 Kies opnieuw ........................
  • Pagina 6 Geschikt papier kiezen ....................7-3 Voorzorgen voor papier ......................7-8 Voorzorgen voor papier plaatsen ................... 7-8 Voorzorgen voor papier bewaren ................. 7-11 Voorzorgen voor speciaal papier ..................7-13 Hagaki (Karton) ......................7-13 Enveloppen ........................7-13 Tabbladscheiders ......................7-13 Briefpapier ........................7-14 Bannerpapier ........................
  • Pagina 7 Opgeslagen documenten verwijderen uit de Box Snelkopie ........9-24 Document afdrukken vanuit Box Proefafdruk ............... 9-25 Opgeslagen documenten verwijderen uit de Box Proefafdruk ........9-25 Kopiëren ....................10-1 Kopiëren ..........................10-2 Basisbediening ......................10-2 Over de kopieerfuncties ....................10-3 Proefkopie ........................10-7 Taken annuleren ........................
  • Pagina 8 Bediening vanaf USB-station .................... 12-22 Documenten vanaf een USB-station afdrukken ............12-22 USB-station (afdrukken) ..................... 12-24 Documenten opslaan op een USB-station (Scannen naar USB) ....... 12-25 USB-station (Documenten opslaan) ................12-27 Informatie USB-station controleren ................12-29 USB-station verwijderen ..................... 12-29 Gebruik van de verschillende functies ..........
  • Pagina 9 Verwijderen na verzending ..................13-59 Lang origineel ......................13-59 PDF encryptie-wachtwoord ..................13-59 JPEG-/TIFF-afdruk ..................... 13-60 XPS aanpassen aan pagina ..................13-60 Functietoetsen toewijzen ....................13-61 Favorieten ........................... 13-62 Favorieten registreren ....................13-62 Favorieten oproepen ....................13-62 Favorieten bewerken ....................13-63 Favorieten verwijderen ....................
  • Pagina 10 Taak verzenden - Map ....................15-44 WSD ........................... 15-44 DSM-scan ........................15-44 Adresboek ........................15-45 Snelkiestoets ......................15-46 Printer ......................... 15-46 Documentbox ......................15-49 Taakvenster ........................ 15-49 Home .......................... 15-50 Status ......................... 15-50 Webbrowser ....................... 15-50 Handmatig nieten ....................... 15-51 Service op afstand ......................
  • Pagina 11 Om het aantal vellen te beheren dat wordt gebruikt bij taken die vanaf een pc worden afgedrukt ......................16-29 Taakaccounting inschakelen ..................... 16-30 Taakaccounting (Lokaal) ....................16-31 Een account toevoegen ....................16-31 Gebruik van het apparaat beperken ................16-32 Een account bewerken ....................16-33 Een account verwijderen ....................
  • Pagina 12 Voor/achter positieverschuiving ................. 19-14 Kleur-/puntverschuiving ....................19-16 Vaagheid bij de bovenrand ..................19-17 Vuile afdruk ........................ 19-17 Vlek of vuile papierrand ....................19-18 De bovenrand van het papier wordt vervuild bij duplex afdrukken ......19-19 Uitvloeien van inkt ...................... 19-21 Uitvloeien ........................
  • Pagina 13 Finisher voor 4000 vel (DF-9100) ................20-14 Perforator voor finisher 4000 vel (PH-7A/7C/7D) ............20-14 Vouweenheid voor Finisher 4000 vel ................. 20-15 Bannerlade (Bannergeleider 10) ................20-16 Externe inkttoevoereenheid (IF-9100) ................ 20-16 Woordenlijst ........................20-17...
  • Pagina 14 > Overzicht Overzicht Beveiliging Inputgegevens U kunt de beveiligingsniveaus van de Origineel Elektronische gegevens USB-station machine gebruiken naargelang uw behoeften. Beveiliging verbeteren (pagina 3-21) Bewerkingen vanaf uw PC Document Box functies Command Center RX Deze functie is handig voor tal van U kunt de status en de instellingen van toepassingen, met inbegrip van het dit apparaat controleren en wijzigen via...
  • Pagina 15 > Functies kleur en beeldkwaliteit Functies kleur en beeldkwaliteit Het apparaat is uitgerust met diverse functies voor kleur- en beeldkwaliteit. U kunt de gescande afbeelding naar believen aanpassen. Basis kleurstanden De volgende basiskleurstanden zijn beschikbaar. Selecteer bij een monochroom model [Zwart-Wit]. Referentiebeeld Referentie- Kleurstand...
  • Pagina 16 > Functies kleur en beeldkwaliteit Beeldkwaliteit en kleur aanpassen Gebruik de volgende functies bij het kopiëren, verzenden en opslaan van het gescande beeld om de beeldkwaliteit of - kleur aan te passen. Voorbeeldafbeelding Ik wil... Functie Pagina Voor De beeldkwaliteit nauwkeurig aanpassen. De dichtheid aanpassen.
  • Pagina 17 > Handleidingen meegeleverd met het apparaat Handleidingen meegeleverd met het apparaat Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg elke handleiding wanneer nodig. De inhoud van deze handleidingen kan zonder nadere kennisgeving worden aangepast wanneer de prestaties van het apparaat worden verbeterd.
  • Pagina 18 > Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) Overzicht van de handleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk Inhoud Wettelijke kennisgevingen en Bevat voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van het apparaat en veiligheidsinformatie informatie over handelsmerken. Machineoverzicht Geeft de naam van elk onderdeel aan en geeft een overzicht van optionele functies.
  • Pagina 19 > Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) Hoofdstuk Inhoud Problemen oplossen Legt uit wat u moet doen wanneer er een fout wordt weergegeven, een papierstoring optreedt of een ander probleem optreedt. Appendix Legt uit hoe uitgebreide functies en optionele functies gebruikt moeten worden en beschrijft de specificaties van de machine.
  • Pagina 20 > Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) Vormgevingselementen in deze handleiding Adobe Reader XI wordt als voorbeeld genomen in de onderstaande uitleg. Klik op een item in de Klik om van de huidige pagina naar de vorige pagina te inhoudsopgave om naar de gaan.
  • Pagina 21 > Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) Vormgevingselementen bij procedures voor bediening van het apparaat In deze gebruikershandleiding worden opeenvolgende bedieningsstappen als volgt aangegeven: Bedieningsprocedure Procedure aangegeven in deze handleiding Druk op de toets [Systeemmenu/Tellers]. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Geluid] ...
  • Pagina 22 > Over de gebruikershandleiding (deze handleiding) Formaat en richting van originelen en papier Origineelformaten en papierformaten zoals A4, B5 en Letter kunnen zowel in de horizontale als verticale richting worden gebruikt. Om de afdrukrichtingen bij het gebruik van deze formaten te kunnen onderscheiden, worden de volgende pictogrammen gebruikt.
  • Pagina 23 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd. Mededeling ................................ 1-2 Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding ..................1-2 Bedrijfsomgeving ............................. 1-3 Installatieplaats ............................1-3 Verplaatsing van het apparaat ......................... 1-3 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik ......................
  • Pagina 24 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling Mededeling Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat.
  • Pagina 25 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling Bedrijfsomgeving Om deze machine te gebruiken, wordt de volgende (standaard) omgeving aanbevolen: Temperatuur: 23 °C Relatieve luchtvochtigheid: 50% Vermijd de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat. • Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht. •...
  • Pagina 26 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Waarschuwing voor het hanteren van cyaan en magenta inkt WAARSCHUWING Dit product kan u blootstellen aan chemische stoffen, waaronder "Ethyleenglycol”, dat in de Staat Californië bekend is als oorzaak van geboorteafwijkingen of andere reproductieve schade. Ga voor meer information naar www.P65Warnings.ca.gov.
  • Pagina 27 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling Overige voorzorgsmaatregelen Lever de lege inktcontainer in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde inktcontainer worden gerecycled of verwijderd conform de betreffende voorschriften. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF) lade, leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
  • Pagina 28 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht. Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet uit.
  • Pagina 29 • KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation. • TASKalfa is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van KYOCERA Document Solutions Inc. • Microsoft, Windows, Windows Server, Windows 7, Internet Explorer, Excel en PowerPoint zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 30 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling GPL/LGPL Dit product is voorzien van GPL (https://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL (https://www.gnu.org/licenses/ lgpl.html) software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan het te kopiëren, te verspreiden en te wijzigen conform de voorwaarden van GPL/LGPL. Voor meer informatie, inclusief de beschikbaarheid van de broncode, ga naar https://www.kyoceradocumentsolutions.com/en/gpl/.
  • Pagina 31 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling 1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
  • Pagina 32 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling 10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written consent of Monotype Imaging. 11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
  • Pagina 33 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling "Object" form shall mean any form resulting from mechanical transformation or translation of a Source form, including but not limited to compiled object code, generated documentation, and conversions to other media types. "Work" shall mean the work of authorship, whether in Source or Object form, made available under the License, as indicated by a copyright notice that is included in or attached to the work (an example is provided in the Appendix below).
  • Pagina 34 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling 5. Submission of Contributions. Unless You explicitly state otherwise, any Contribution intentionally submitted for inclusion in the Work by You to the Licensor shall be under the terms and conditions of this License, without any additional terms or conditions.
  • Pagina 35 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling Energiebesparingsfunctie Het apparaat is uitgerust met een energiebesparende stand, waarbij het energieverbruik wordt beperkt na het verstrijken van een bepaalde tijdsperiode nadat het apparaat het laatst werd gebruikt, en met een slaapstand, waarbij de printerfunctie in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er gedurende een bepaalde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden op het apparaat.
  • Pagina 36 Machineoverzicht In dit hoofdstuk wordt de naam en functie van elk onderdeel beschreven en een overzicht van de machine gegeven. Onderdeelnamen ............................... 2-2 Buitenzijde apparaat ..........................2-2 Binnenzijde apparaat ..........................2-7 Aansluitingen ............................2-8 Toetsen bedieningspaneel ........................2-9 Basisfuncties van het aanraakscherm ....................2-10 Home-scherm van het aanraakscherm ....................
  • Pagina 37 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Onderdeelnamen Buitenzijde apparaat 1 Bedieningspaneel 8 Cassette 3 2 Documenttoevoer 9 Voorklep 2 3 Aan-/uitschakelaar 10 Hendel rechterklep 4 Voorklep 1 11 Rechterklep 5 Cassette 1 12 Rechterlade 6 Cassette 2 13 Bovenklep 7 Cassette 4 14 Numeriek toetsenbord...
  • Pagina 38 Machineoverzicht > Onderdeelnamen 15 Hoofdschakelaar 16 Voorklep 3 19 Hendel voor voorklep 4 17 Hendel voor voorklep 3 20 Voorklep 4 18 Statuslampje cassette...
  • Pagina 39 Machineoverzicht > Onderdeelnamen 21 Aanduidingen origineelformaat 23 Scanglas 22 Leesgeleider 24 Glasplaat...
  • Pagina 40 Machineoverzicht > Onderdeelnamen 25 Breedtegeleiders voor originelen 29 Originelenuitvoer 26 Hendel klep openen/sluiten 30 Originelenstopper 27 Klep documenttoevoer 31 Origineleninvoer 28 Aanduiding geladen originelen 32 Opbergvakje voor reinigingsdoek...
  • Pagina 41 Machineoverzicht > Onderdeelnamen 33 Hulpgeleider 37 Instelmechanisme voor papierbreedte 34 Papierlengtegeleider 38 Verlengstuk van de multifunctionele lade 35 Instelmechanisme voor papierlengte 39 Multifunctionele lade 36 Papierbreedtegeleider 40 Papierbreedtegeleider...
  • Pagina 42 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Binnenzijde apparaat 1 Inktcontainer (Yellow) 3 Inktcontainer (Cyan) 2 Inktcontainer (Black) 4 Inktcontainer (Magenta)
  • Pagina 43 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Aansluitingen 1 Netwerkinterface-aansluiting 3 USB-interface-aansluiting 2 USB-poort...
  • Pagina 44 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Toetsen bedieningspaneel 1 Toets [Home] ( ): Geeft het scherm Home weer. 2 Functietoetsen: Met deze toetsen kunt u verschillende functies en uitgebreide functies registreren, waaronder kopiëren en scannen. Functietoetsen toewijzen (pagina 13-61) 3 Toets [Machinegegevens]: Geeft het scherm Machinegegevens weer. 4 Toets [Taakstatus/Annuleren]: Geeft het scherm Taakstatus/Annuleren weer.
  • Pagina 45 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Basisfuncties van het aanraakscherm In dit gedeelte wordt de basisbediening van het aanraakscherm uitgelegd. Tikken Deze bewerking wordt gebruikt om een pictogram of toets te selecteren. Druk zachtjes eenmaal op het pictogram of de toets die u wilt selecteren. In deze handleiding wordt deze bewerking aangegeven als "selecteer."...
  • Pagina 46 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Home-scherm van het aanraakscherm Dit scherm wordt weergegeven door op de toets [Home] ( ) op het bedieningspaneel te drukken. Raak een pictogram aan om het bijbehorende scherm weer te geven. U kunt de pictogrammen op het scherm Home en de achtergrond wijzigen. Het Home-scherm bewerken.
  • Pagina 47 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Item Beschrijving Sub- Weergave van de pictogrammen die de status van het statuspictogrammen apparaat aangeven. Er kunnen 5 pictogrammen worden weergegeven. Selecteer dit gebied om de pictograminformatie in een popover weer te geven. Statuspictogram “ ” wordt weergegeven wanneer het beveiligingsniveau is (Beveiligingsniveau: ingesteld op [Laag].
  • Pagina 48 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Item Beschrijving Bureaublad Selecteer de pictogrammen voor uitgebreide functies die op het aanpassen bureaublad moeten worden weergegeven. Toont maximaal 42 pictogrammen voor uitgebreide functies, met inbegrip van de geïnstalleerde uitgebreide functies en de functies die kunnen worden gebruikt wanneer opties zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 49 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Beschikbare functies voor weergave op het bureaublad Functie Pictogram Beschrijving Referentiepagina Kopiëren Geeft het scherm Kopiëren pagina 10-2 weer. Verzenden Geeft het scherm Verzenden pagina 11-2 weer. Custom box Geeft het scherm Custom box pagina 12-2 weer. Taakvenster Geeft het scherm Taakvenster pagina 9-21...
  • Pagina 50 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Beschikbare functies voor weergave op de taakbalk Referentie- Functie Pictogram Beschrijving pagina Taakstatus Geeft het scherm Status weer. ― Als er een fout optreedt, verschijnt het pictogram "!". Als de fout verdwijnt, keert het display terug naar de normale weergave.
  • Pagina 51 Machineoverzicht > Onderdeelnamen Scherm Machinegegevens van het aanraakscherm Dit scherm wordt weergegeven door te drukken op de toets [Machinegegevens] op het bedieningspaneel. Beschrijving Geeft de temperatuur in het apparaat weer. Geeft de status van de inkt weer via een pictogram. Geeft de naam van de afdruktaak weer (bestandsnaam).
  • Pagina 52 Machineoverzicht > Overzicht optionele apparatuur Overzicht optionele apparatuur De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat. Opties voor papierinvoer Naam Modelnummer Beschrijving Papierinvoer PF-9100 Naast de cassettes van het apparaat, kunt u ook een optionele extra grote papierinvoer installeren waarin tot 4800 vellen 80 g/m papier passen.
  • Pagina 53 Machineoverzicht > Overzicht optionele apparatuur Naam Modelnummer Beschrijving Bridge kit voor papierinvoer AK-9130 Deze kit wordt geïnstalleerd bij verbinding van twee papierinvoeren. Bannerlade Bannergeleider 10 Met deze lade kan bannerpapier continu worden ingevoerd. Er kunnen tot 10 vel bannerpapier worden geplaatst. 2-18...
  • Pagina 54 Machineoverzicht > Overzicht optionele apparatuur Opties voor papier voltooien Door derden geleverde post-processor 2-19...
  • Pagina 55 Machineoverzicht > Overzicht optionele apparatuur Naam Modelnummer Beschrijving Omkeer- en ontkruleenheid DE-9100 Zorgt voor het ontkrullen van bedrukt materiaal, zodat het in optimale staat wordt uitgevoerd. Deze eenheid wordt geïnstalleerd op de finisher 4000 vel of de stapelaar 5000 vel. Stapelaar 5000 vel ST-9100 Bevat maximaal 5000 vel papier en sorteert...
  • Pagina 56 Machineoverzicht > Overzicht optionele apparatuur Software-opties Naam Modelnummer Beschrijving Fiery afdrukserver Printing System De Fiery Controller biedt een aantal afdrukfuncties Interface Kit 50 die niet mogelijk zijn op een normaal apparaat, zoals een geavanceerd kleurenbeheer dat de ware kleur van de afbeelding reproduceert door de weergavemethode en kenmerken van elk apparaat af te lezen op het moment van afdrukken.
  • Pagina 57 Machineoverzicht > Overzicht optionele apparatuur Overige opties Naam Modelnummer Beschrijving SD/SDHC-geheugenkaart ― Een SD/SDHC-geheugenkaart is handig voor het opslaan van lettertypen, macro's en sjablonen. Signaalkolom SL-9100 De signaalkolom waarschuwt de gebruiker door middel van knipperlicht en een geluidssignaal, afhankelijk van de status van het apparaat. Hij kan via de USB-kabel op het apparaat worden aangesloten.
  • Pagina 58 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Namen van optionele apparatuur In dit gedeelte worden de benamingen van alle optionele apparatuur gegeven. Papierinvoer <PF-9100> 1 Cassette 5 3 Cassette 7 2 Cassette 6 4 Cassette 8 5 Instelmechanisme voor papierbreedte 9 Steunplaat 6 Papierbreedtegeleider 10 Papierlengtegeleider 7 Statuslampje cassette...
  • Pagina 59 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Bridge kit tussen hoofdeenheid en papierinvoer <AK-9110> 1 Voorklep 2 Hendel voorklep Bridge kit voor papierinvoer <AK-9130> 1 Voorklep 2 Hendel voorklep 2-24...
  • Pagina 60 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Kit 550-vel multifunctionele lade <PF-9110> 1 Papierbreedtegeleider 4 Lifttoets voor de lade 2 Ladedeksel 5 Verlengstuk lade 3 Ontgrendeling 6 Papierlengtegeleider Bannerlade voor kit 550-vel multifunctionele lade <Banner Tray 11> 1 Bannerlade 2 Stopper 2-25...
  • Pagina 61 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Omkeer- en ontkruleenheid <DE-9100> 1 Bovenklep 1 6 Bovenklep 3 2 Hendel bovenklep 1 7 Voorklep 1 3 Bovenlade 8 Hendel voorklep 1 4 Bovenklep 2 9 Voorklep 2 5 Hendel bovenklep 2 10 Hendel voorklep 2 Stapelaar 5000 vel <ST-9100>...
  • Pagina 62 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Bedieningspaneel voor stapelaar 5000 vel 1 Meldingslampje bewegende lade 5 Foutmeldingslampje 2 Toets lade omlaag 6 Meldingslampje stapelaar vol 3 Toets papierstoring 7 Meldingslampje papieruitvoer stapelaar 4 Deksel van bedieningspaneel stapelaar Stapelwagen <Roll-Away Cart Type 5010> 1 Papieraandrukker 2 Hendel papieraandrukker 2-27...
  • Pagina 63 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Finisher 4000 vel <DF-9100> + Vouweenheid <BF-9110> 1 Klep uitvoerlade 5 Voorklep 2 2 Lade A 6 Hendel voorklep 1 3 Lade B 7 Voorklep 1 4 Vouwlade Bannerlade <Bannergeleider 10> 1 Papierklembalk 3 Papierbreedtegeleider 2 Papiersteun 4 Vergrendeling papierbreedtegeleider 2-28...
  • Pagina 64 Machineoverzicht > Namen van optionele apparatuur Bridge kit tussen stapelaar en finisher <AK-9120> 1 Voorklep 2 Hendel voorklep Signaalkolom <SL-9100> 1 LED (rood) 3 LED (groen) 2 LED (geel) 2-29...
  • Pagina 65 Het apparaat installeren en configureren In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de machine moet installeren en configureren, inclusief het aansluiten van apparatuur op de machine en het installeren van software. Voorbereiding voor het verzenden van De machine en andere apparatuur aansluiten ............
  • Pagina 66 Het apparaat installeren en configureren > De machine en andere apparatuur aansluiten De machine en andere apparatuur aansluiten Bereid de geschikte kabels voor de omgeving en het gebruiksdoel van het apparaat voor. Het apparaat aansluiten op de pc via USB Het apparaat aansluiten op de pc via netwerkkabel Netwerk Te gebruiken kabels...
  • Pagina 67 Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten Kabels aansluiten Netwerkkabel aansluiten BELANGRIJK Zorg ervoor dat de machine is losgekoppeld van de stroomtoevoer. Uitzetten (pagina 3-6) Sluit de kabel op het apparaat aan. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkpoort. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de hub of de PC.
  • Pagina 68 Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten USB-kabel aansluiten BELANGRIJK Zorg ervoor dat de machine is losgekoppeld van de stroomtoevoer. Uitzetten (pagina 3-6) Sluit de kabel op het apparaat aan. Sluit de USB-kabel aan op de USB-interface-aansluiting, die zich aan de linkerzijde van het apparaat bevindt.
  • Pagina 69 Het apparaat installeren en configureren > Aan- en uitzetten Aan- en uitzetten Aanzetten VOORZICHTIG Wanneer de stroom wordt ingeschakeld nadat hij lange tijd uitgeschakeld is geweest, kan het even duren voordat het apparaat klaar is om te printen. Wanner de hoofdschakelaar uit staat Controleer of de netvoedingskabel op het stopcontact is aangesloten.
  • Pagina 70 Het apparaat installeren en configureren > Aan- en uitzetten Wanneer de hoofdschakelaar aan staat maar de aan-/uitschakelaar uit staat Druk op de aan-/uitschakelaar. De machine wordt opgestart en het scherm Apparaatinformatie verschijnt op het bedieningspaneel. Uitzetten VOORZICHTIG • Zet de aan-/uitschakelaar en de hoofdschakelaar uit, in die volgorde. •...
  • Pagina 71 Het apparaat installeren en configureren > Aan- en uitzetten Open voorklep 4. Zet de hoofdschakelaar uit. Verplaats de schakelaar in de richting van...
  • Pagina 72 Het apparaat installeren en configureren > Standaardinstellingen van het apparaat Standaardinstellingen van het apparaat De standaardinstellingen van het apparaat kunnen worden gewijzigd vanaf Systeemmenu. Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen, configureert u de instellingen zoals datum en tijd, netwerkconfiguratie en energiebesparende functies naargelang de behoeften.
  • Pagina 73 Het apparaat installeren en configureren > Energiebesparingsfunctie Energiebesparingsfunctie Als een nog langere termijn is verstreken zonder dat het apparaat wordt gebruikt, gaat het apparaat automatisch naar de Slaapstand, waardoor het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt. Slaapstand Om de slaapstand te activeren, drukt u op de [Spaarstand] toets. Het aanraakscherm en alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit om zoveel mogelijk energie te besparen, alleen het Spaarstand lampje blijft branden.
  • Pagina 74 Het apparaat installeren en configureren > Energiebesparingsfunctie Slaapstandniveau (Energiebesparende stand) (modellen uitgezonderd voor Europa) In deze stand wordt het energieverbruik nog meer teruggebracht dan in de normale slaapstand en kan de slaapstand afzonderlijk ingesteld worden voor elke functie. Afdrukken vanaf een computer die is aangesloten via een USB-kabel, is niet mogelijk als het apparaat in de slaapstand staat.
  • Pagina 75 Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie Netwerkconfiguratie Het apparaat is uitgerust met een netwerkinterface die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/IP (IPv4), TCP/ IP (IPv6), NetBEUI en IPSec. Het maakt afdrukken via het netwerk op Windows, Macintosh, UNIX en andere platformen mogelijk.
  • Pagina 76 Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie Bij het instellen van de DNS-server In de volgende gevallen moet het IP-adres van de DNS-server (Domain Name System) worden ingesteld. • Bij gebruik van de hostnaam met "DHCP"-instelling ingesteld op [Uit]. • Bij gebruik van de DNS-server met IP-adres dat niet automatisch wordt toegewezen door DHCP.
  • Pagina 77 Het apparaat installeren en configureren > Versnelde installatie-wizard Versnelde installatie-wizard De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd in een wizard-stijl beeldscherm. • Papier setup Stelt het papierformaat en de papiersoort in die moet worden gebruikt in cassettes en multifunctionele lade. • Energiebesparing setup Stelt de slaapstand en de energiebesparende stand in.
  • Pagina 78 Het apparaat installeren en configureren > Software installeren Software installeren Installeer de benodigde software op uw pc vanaf het bijgeleverde DVD-imagebestand (Product Library) als u de printerfunctie van dit apparaat wilt gebruiken. Software op DVD-image (Windows) U kunt een van de installatiemethoden [Snel installeren] of [Aangepast installeren] selecteren. [Snel installeren] is de standaard installatiemethode.
  • Pagina 79 Het apparaat installeren en configureren > Software installeren Software in Windows installeren Snel installeren De onderstaande procedure is een voorbeeld voor het installeren van de software onder Windows 10 met [Snel installeren]. Voor meer informatie over Aangepast installeren, raadpleeg: Aangepast installeren (pagina 3-17) Start Product Library vanaf het DVD-imagebestand.
  • Pagina 80 Het apparaat installeren en configureren > Software installeren Installeer de software Selecteer de modelnaam van het apparaat. U kunt ook [Hostnaam als poortnaam gebruiken] kiezen en de hostnaam van de standaard TCP/IP-poort instellen. (Een USB- verbinding kan niet worden gebruikt.) Wanneer u op [Installeren] klikt, verschijnt er een scherm waarin uw medewerking wordt gevraagd voor gegevensverzameling.
  • Pagina 81 Het apparaat installeren en configureren > Software installeren Voltooi de installatie. Als "Uw software is gebruiksklaar." verschijnt, dan kunt u de software gebruiken. Om een testpagina af te drukken, vinkt u het selectievakje "Een testpagina afdrukken" aan en selecteert u het apparaat. Klik op [Voltooien] om de wizard af te sluiten.
  • Pagina 82 Het apparaat installeren en configureren > Software installeren Selecteer [Aangepast installeren]. Installeer de software Selecteer het te installeren apparaat. OPMERKING • Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is ingeschakeld en klik op (Vernieuwen).
  • Pagina 83 Het apparaat installeren en configureren > Software installeren Klik op tabblad [Hulpprogramma’s] en kies het te installeren hulpprogramma. Klik op [Installeren]. Wanneer u op [Installeren] klikt, verschijnt er een scherm waarin uw medewerking wordt gevraagd voor gegevensverzameling. Selecteer een van de mogelijke antwoorden en klik op [OK].
  • Pagina 84 Verwijdering van Windows moet gebeuren door een gebruiker die met beheerdersbevoegdheden is aangemeld. Roep het scherm op. Klik op het zoekvak in de taakbalk en typ daar “Verwijder Kyocera Product Library" in. Kies [Verwijder Kyocera Product Library] uit de zoeklijst. De wizard voor verwijderen van software wordt weergegeven.
  • Pagina 85 Het apparaat installeren en configureren > Aanvullende voorbereidingen voor de beheerder Aanvullende voorbereidingen voor de beheerder In aanvulling op de in dit hoofdstuk gegeven informatie, dient de beheerder van dit apparaat het volgende te controleren, en de nodige instellingen te configureren. Documenten verzenden naar een pc Verzenden naar een gedeelde map (Verzenden naar map (SMB)) Om een geplaatst document te verzenden, moet u een gedeelde map aanmaken om het document op uw computer te...
  • Pagina 86 Het apparaat installeren en configureren > Aanvullende voorbereidingen voor de beheerder Ik wil... Functie Referentiepagina De bedieningsgeschiedenis van gebruikers Instellingen inloghistorie pagina 15-34 vastleggen. Instell. loghistorie apparaat pagina 15-35 Foutenlog beveiligde comm. pagina 15-36 De verzending beschermen tegen IPP via SSL pagina 15-56 onderschepping en aftappen.
  • Pagina 87 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map op een PC Controleer de informatie die op het apparaat ingesteld moet worden en maak een map aan om het document op uw computer te ontvangen.
  • Pagina 88 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map De gebruikersnaam en de domeinnaam noteren Controleer de domeinnaam en de gebruikersnaam voor het aanmelden bij Windows. Roep het scherm op. Klik op het zoekvak in de taakbalk en typ daar "Opdrachtprompt" in. Klik met de rechter muisknop op [Opdrachtprompt] in de zoeklijst en selecteer [Run as administrator].
  • Pagina 89 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Toegangsrechten voor gedeelde folder configureren Als er een werkgroep-item is bij de Systeemeigenschappen, configureer dan de onderstaande instellingen om de toegang tot de map te beperken tot een bepaalde gebruiker of groep. Roep het scherm op.
  • Pagina 90 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Een gedeelde map aanmaken, een gedeelde map noteren Maak een gedeelde map aan waarin het document op de bestemmingscomputer moet worden ontvangen. OPMERKING Als er een werkgroep in Systeemeigenschappen is, configureer dan de onderstaande instellingen om de toegang tot de map voor een specifieke gebruiker of groep te beperken.
  • Pagina 91 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Configureer de instellingen voor machtigingen Klik met de rechter muisknop op de map "scannerdata" en klik op [Eigenschappen] > tabblad [Delen] > [Geavanceerd delen]. Vink het vakje [Deze map delen] aan en klik op de knop [Machtigingen].
  • Pagina 92 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Geef de locatie op. 1 Als de computernaam die u heeft genoteerd op pagina 3-23 dezelfde is als de domeinnaam: Als de computernaam niet wordt weergegeven in "Op deze locatie", klik dan op de knop [Locaties], selecteer de computernaam en klik op de knop [OK].
  • Pagina 93 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Controleer de ingestelde gegevens op het tabblad [Beveiliging]. 1 Selecteer het tabblad [Beveiliging]. 2 Selecteer de gebruiker die u hebt ingevoerd. Als de gebruiker niet onder "Namen van groepen of gebruikers”...
  • Pagina 94 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Vink het vakje [Bestands- en printerdeling] aan. Windows Firewall configureren Sta het delen van bestanden en printers toe en stel de poort in voor SMB-verzending. OPMERKING Meld u aan bij Windows met beheerdersbevoegdheden.
  • Pagina 95 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Voeg een poort toe. Selecteer [Geavanceerde instellingen]. Selecteer [Regels voor binnenkomende verbindingen]. Selecteer [Nieuwe regel]. Selecteer [Poort] en klik vervolgens op de knop [Volgende]. 3-31...
  • Pagina 96 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Selecteer [TCP] als de poort waarvoor de regel geldt. Selecteer vervolgens [Specifieke lokale poorten], voer "445" in en klik vervolgens op de knop [Volgende]. Selecteer [De verbinding toestaan] en klik op [Volgende].
  • Pagina 97 Het apparaat installeren en configureren > Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een gedeelde map Voer "Scan to SMB" in bij "Naam" en klik op [Voltooien]. 3-33...
  • Pagina 98 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Registreren van bestemmingen in het adresboek Registreer vaak gebruikte bestemmingen in het adresboek of onder snelkiestoetsen. De opgeslagen bestemmingen kunnen worden gewijzigd. De bestemmingen zijn beschikbaar voor Als e-mail verzenden en Naar map verzenden. OPMERKING •...
  • Pagina 99 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Voeg het adres toe. Selecteer het pictogram van het adrestype. : E-mailadres : Map (SMB) adres : Adres map (FTP) E-mailadres Selecteer het invoerveld en voer het e-mailadres in. OPMERKING Voor meer informatie over het invoeren van karakters, zie Invoermethode voor tekens (pagina 4-8)
  • Pagina 100 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek In de onderstaande tabel worden de in te voeren items geïllustreerd. Item Beschrijving Hostnaam PC-naam U kunt ook het poortnummer opgeven. Voer het volgende formaat in, gescheiden door een dubbele punt. "Host-naam: poortnummer"...
  • Pagina 101 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Adres map (FTP) Voer "Hostnaam", "Poort", "Pad", "Aanmelding gebruikersnaam" en "Aanmeldingswachtwoord” in. In de onderstaande tabel worden de in te voeren items geïllustreerd. Item Beschrijving Hostnaam Hostnaam of IP-adres van de FTP-server U kunt ook het poortnummer opgeven.
  • Pagina 102 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek De groep toevoegen Verzamel twee of meer contactpersonen in een groep. Tegelijkertijd kunnen benamingen in de groep worden toegevoegd. Er kunnen maximaal 500 groepen worden toegevoegd aan het adresboek. OPMERKING Om een groep toe te voegen heeft u afzonderlijk toegevoegde bestemmingen nodig.
  • Pagina 103 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Controleer of de groep correct is ingevoerd > [Opslaan] De groep wordt aan het adresboek toegevoegd. Om een nieuw adres aan de snelkiestoets toe te voegen, selecteert u [Registeren] en volgt u de aanwijzingen op het scherm om de nodige informatie in te voeren.
  • Pagina 104 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Gegevens in adresboek verwijderen Verwijder de bestemmingen (contactpersonen) die u aan het adresboek heeft toegevoegd. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Adresboek] > [Adresboek printer toevoegen/bewerken] Selecteer een bestemming of groep die u wilt verwijderen.
  • Pagina 105 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Een bestemming aan snelkiestoets toevoegen (Snelkiestoets) Wijs een nieuwe bestemming (contactpersoon of groep) toe aan een snelkiestoets. Er kunnen maximaal 1000 bestemmingen worden geregistreerd. OPMERKING • Voor het gebruik van de snelkiestoets, zie: Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 4-17) •...
  • Pagina 106 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek Selecteer een bestemming (contactpersoon of groep) om aan het nummer van de snelkiestoets toe te voegen > [OK] Door selecteren van [ ] (informatiepictogram) wordt de gedetailleerde informatie van de geselecteerde bestemming weergegeven.
  • Pagina 107 Het apparaat installeren en configureren > Registreren van bestemmingen in het adresboek De bestemming in de snelkiestoets verwijderen De bestemming die in de snelkiestoets geregistreerd is kan verwijderd worden. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Snelkiestoets] > [Snelkiestoets toevoegen/bewerken] Selecteer een snelkiestoets om te verwijderen.
  • Pagina 108 Het apparaat installeren en configureren > Toegankelijkheidsfuncties (weergave vergroten) Toegankelijkheidsfuncties (weergave vergroten) U kunt de weergegeven tekst en toetsen op het aanraakscherm vergroten. U kunt ook items selecteren en naar het volgende scherm gaan met behulp van de numerieke toetsen. Selecteer de toets [Home] ( ) >...
  • Pagina 109 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Command Center RX Als het apparaat is aangesloten op het netwerk, kunt u verschillende instellingen configureren met Command Center RX. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u toegang krijgt tot Command Center RX en hoe u de beveiligingsinstellingen en de hostnaam kunt wijzigen.
  • Pagina 110 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Command Center RX openen Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 111 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Beveiligingsinstellingen wijzigen Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 112 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Configureer de beveiligingsinstellingen. Vanaf de menu [Beveiligingsinstellingen], selecteert u de instelling die u wilt configureren. OPMERKING Voor meer informatie over het instellen van certificaten, raadpleeg: Command Center RX User Guide 3-48...
  • Pagina 113 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Apparaatgegevens wijzigen Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 114 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Geef de hostnaam op. Voer de gegevens van het apparaat in en klik vervolgens op [Verzenden]. BELANGRIJK Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
  • Pagina 115 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX E-mailinstellingen Door de SMTP-instellingen te configureren, kunt u afbeeldingen die zijn gescand door de computer als e-mailbijlagen verzenden en e-mail kennisgevingen verzenden wanneer taken zijn afgerond. Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
  • Pagina 116 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Kies vanaf het menu [Netwerkinstellingen] de optie [Protocol]. Configureer de instellingen. Stel "SMTP (E-mail TX)" in op [Aan] in "Verzendprotocollen". 3-52...
  • Pagina 117 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Roep het scherm op. Roep het scherm E-mailinstellingen op. Vanaf de menu [Functie-instellingen], klik op [E-mail]. Configureer de instellingen. Voer de items "SMTP" en "Instellingen voor e-mail verzenden" in. Instelling Beschrijving SMTP Stel in om e-mails vanaf de machine te versturen.
  • Pagina 118 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Instelling Beschrijving POP3 POP3-protocol U hoeft de volgende items niet in te stellen wanneer u alleen de functie voor het verzenden van e-mails vanaf Controle-interval de machine activeert. Stel de volgende items in als u de functie voor het ontvangen van e-mails op de machine Nu uitvoeren wilt activeren.
  • Pagina 119 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Registreren van bestemmingen Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 120 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Een nieuwe Custom box aanmaken Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 121 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Een document opgeslagen in een Custom box afdrukken Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 122 Het apparaat installeren en configureren > Command Center RX Druk het document af. Selecteer het document dat u wilt afdrukken. Vink het selectievakje aan van het document dat u wilt afdrukken. Klik op [Afdrukken]. Configureer de instellingen voor afdrukken, klik op [Afdrukken]. 3-58...
  • Pagina 123 Basisbediening In dit hoofdstuk worden de basisprocedures voor het gebruik van de machine uitgelegd. De hoek van het bedieningspaneel aanpassen ....................... 4-2 Basisfuncties van het bedieningspaneel ........................4-3 Instellingenscherm oproepen ........................4-3 Weergave van gedeactiveerde toetsen ....................4-4 Voorbeeld van origineel ........................... 4-4 Getallen invoeren .............................
  • Pagina 124 Basisbediening > De hoek van het bedieningspaneel aanpassen De hoek van het bedieningspaneel aanpassen De hoek van het bedieningspaneel kan worden ingesteld.
  • Pagina 125 Basisbediening > Basisfuncties van het bedieningspaneel Basisfuncties van het bedieningspaneel Instellingenscherm oproepen De volgende procedure is een voorbeeld van het scherm Kopiëren. 1 Globale navigatie Geeft de functiecategorieën weer. 2 Hoofdvenster Geeft elke kopieerfunctie weer. 3 Rechter deelvenster Geeft sneltoetsen en specifieke functies weer.
  • Pagina 126 Basisbediening > Basisfuncties van het bedieningspaneel Weergave van gedeactiveerde toetsen De toetsen van functies die niet kunnen worden gebruikt vanwege onbeschikbare functiecombinaties of niet-aanwezige opties zijn gedeactiveerd. Normaal Gedimd Onzichtbaar In de volgende gevallen wordt een Kan niet worden gebruikt omdat een toets gedimd en kan deze niet bepaalde optie niet is geïnstalleerd.
  • Pagina 127 Basisbediening > Basisfuncties van het bedieningspaneel Roep een voorbeeldweergave op [Voorb.-weerg] > [Details] Het apparaat begint het origineel te scannen. Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de voorbeeldafbeelding op het scherm. 1 Uitzoomen. 2 Inzoomen. 3 Sluit het scherm Voorbeeld. 4 Geeft de gegevensinformatie weer.
  • Pagina 128 Basisbediening > Basisfuncties van het bedieningspaneel Getallen invoeren U kunt op de volgende manieren getallen invoeren. • Gebruik een numeriek toetsenbord dat met het bedieningspaneel is verbonden • Selecteer [Numeriek toetsenbord] dat op de taakbalk wordt weergegeven • Gebruik het weergegeven numerieke toetsenbord door het invoergebied te selecteren Om cijfers in te voeren.
  • Pagina 129 Basisbediening > Basisfuncties van het bedieningspaneel Selecteer de te controleren items in de lijst. 1 Hulponderwerpen 2 Geeft informatie weer over het bedienen van de functies en het apparaat. 3 Sluit het hulpscherm en keert terug naar het oorspronkelijke scherm.
  • Pagina 130 Basisbediening > Invoermethode voor tekens Invoermethode voor tekens Om karakters in te voeren voor een naam, gebruikt u het toetsenbord op het aanraakscherm en volgt u de onderstaande stappen. OPMERKING Toetsenbordlay-out Als toetsenbordlay-out hebt u de keuze tussen "QWERTY", "QWERTZ" en "AZERTY", net als voor het toetsenbord van een pc.
  • Pagina 131 Basisbediening > Invoermethode voor tekens Invoerscherm voor hoofdletters Selecteer de Shift-toets. Invoerscherm voor cijfers/symbolen Selecteer [?123].
  • Pagina 132 Basisbediening > Invoermethode voor tekens Karakters invoeren Volg de onderstaande stappen om bijvoorbeeld 'List #1' in te voeren. Voer 'List', (spatie) in. 1, 3 Druk op de Shift-toets om te wisselen tussen hoofdletters en kleine letters. Voer '#' en '1’ in. Selecteer [?123] om cijfers of symbolen in te voeren.
  • Pagina 133 Basisbediening > Aanmelden/afmelden Aanmelden/afmelden Wanneer u een functie instelt die systeembeheerrechten vereist of wanneer verificatie voor aanmelden door gebruikers is ingeschakeld, dient u uw login gebruikersnaam en login wachtwoord in te voeren. OPMERKING De standaard gebruikersnaam en het wachtwoord zijn beide in de fabriek ingesteld op 15000. Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent.
  • Pagina 134 Basisbediening > Aanmelden/afmelden Afmelden U kunt zich afmelden bij het apparaat door op de toets [Verificatie/Afmelden] te drukken. Het invoerscherm voor de aanmeldingsgebruikersnaam en het aanmeldingswachtwoord verschijnt opnieuw. Gebruikers worden automatisch afgemeld in de volgende situaties: • Als het apparaat overschakelt naar de slaapstand. •...
  • Pagina 135 Basisbediening > De teller controleren De teller controleren Controleer het aantal afgedrukte en gescande vellen. Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [...] > [Tellers] Controleer de teller 4-13...
  • Pagina 136 Basisbediening > De bestemming beheren De bestemming beheren In dit gedeelte wordt beschreven hoe de bestemming te selecteren en te bevestigen. De bestemming opgeven Selecteer de bestemming met behulp van één van de volgende methodes, uitgezonderd het rechtstreeks invoeren van het adres: •...
  • Pagina 137 Basisbediening > De bestemming beheren Bestemming zoeken Bestemmingen die in het adresboek zijn geregistreerd, kunnen worden opgezocht. Ook een geavanceerde zoekopdracht volgens soort of beginletter is mogelijk. Gebruikte Soort Opgezochte onderwerpen toetsen zoekopdracht Filter Geavanceerd zoeken op type geregistreerde bestemming (e-mail, map of groep). U kunt deze functie zo instellen dat de bestemmingstypes geselecteerd worden als het adresboek wordt weergegeven.
  • Pagina 138 Basisbediening > De bestemming beheren Kiezen met snelkiestoets Druk in het basisscherm voor verzenden op de snelkiestoets waaronder de bestemming is geregistreerd. OPMERKING Als de snelkiestoets van de bestemming niet op het aanraakscherm verschijnt, selecteert u [Meer]. Snelkiestoetsen die niet verschenen worden dan weergegeven. Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat reeds snelkiestoetsen zijn geregistreerd.
  • Pagina 139 Basisbediening > De bestemming beheren Bestemmingen controleren en bewerken Roep het scherm op. Geef de bestemming op. De bestemming opgeven (pagina 4-14) Controleer en bewerk de bestemming. Selecteer [ ] om een lijst met bestemmingen weer te geven. • Selecteer [ ] (informatiepictogram) om de bestemming te controleren.
  • Pagina 140 Basisbediening > Gebruik van de webbrowser Gebruik van de webbrowser Als de machine is aangesloten op het netwerk, kunt u surfen op het internet via het aanraakscherm. OPMERKING • Als u de webbrowser gebruikt, moet u [Aan] selecteren in “Webbrowser” in [Machine-instellingen] via het systeemmenu.
  • Pagina 141 Basisbediening > Gebruik van de webbrowser Gebruik van het browserscherm De beschikbare bedieningsfuncties in het webbrowserscherm staan hieronder weergegeven. 1 Titelbalk: Geeft de naam van de pagina weer. 2 Tekstvak: Door op het tekstvak te klikken, verschijnt een toetsenbord waarmee u tekst kunt typen.
  • Pagina 142 Basisbediening > Originelen plaatsen Originelen plaatsen Plaats de originelen op de glasplaat of documenttoevoer, afhankelijk van het origineel formaat, type, volume en functie. • Glasplaat: Plaats het vel, boek en briefkaarten. • Documenttoevoer: Plaats de meerdere originelen. U kunt ook tweezijdige originelen plaatsen. Originelen op de glasplaat plaatsen Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen.
  • Pagina 143 Basisbediening > Originelen plaatsen BELANGRIJK • Duw de documenttoevoer bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk kan ervoor zorgen dat de glasplaat breekt. • Als u boeken of tijdschriften op het apparaat plaatst, doe dit dan met de documenttoevoer open. Originelen in de documenttoevoer plaatsen De documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen.
  • Pagina 144 Basisbediening > Originelen plaatsen Plaats de originelen. Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. Het controlelampje origineel geplaatst licht op wanneer het origineel goed is geplaatst. OPMERKING Voor meer informatie over de richting van het origineel, raadpleeg: Afdrukrichting origineel (pagina 13-5)
  • Pagina 145 Basisbediening > Originelen plaatsen Open de originelenstopper aangepast aan het formaat van het ingestelde origineel (Origineelformaat: B4/Legal of meer). 4-23...
  • Pagina 146 Gebruik van Paper Catalog In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe Paper Catalog gebruikt wordt. De aanpassing van kleurafwijkingen wordt alleen bij het kleurenmodel ondersteund. Over Paper Catalog ............................5-2 Koppelen van een papierbron met Paper Catalog ..................... 5-3 Koppelen vanaf het bedieningspaneel ..................... 5-3 Koppelen vanaf Command Center RX ....................
  • Pagina 147 Gebruik van Paper Catalog > Over Paper Catalog Over Paper Catalog Paper Catalog is een database voor papier waarmee u de kenmerken van elk papiermerk kunt koppelen en opslaan. De basiskenmerken van elk papiermerk (papierinvoer) worden in Paper Catalog geregistreerd. Door een in Paper Catalog geregistreerd papiermerk voor een papierbron op te geven, kunt u afdrukken in overeenstemming met de basiskenmerken (formaat, gewicht, coating, enz.) van dat papiermerk.
  • Pagina 148 Gebruik van Paper Catalog > Koppelen van een papierbron met Paper Catalog Koppelen van een papierbron met Paper Catalog Koppelen vanaf het bedieningspaneel Selecteer het in Paper Catalog geregistreerde papiermerk vanaf het bedieningspaneel, en koppel het papiermerk met de papierbron. BELANGRIJK Als u afdrukt op papier van een ander formaat dan de extra proefafdruk, plaatst u het papier in cassette 2 en specificeert u cassette 2 als papierbron.
  • Pagina 149 Gebruik van Paper Catalog > Koppelen van een papierbron met Paper Catalog Meld u aan met beheerdersbevoegdheden. De standaardinstelling voor gebruikersnaam en wachtwoord van de gebruiker met beheerdersbevoegdheden zijn als volgt (hoofdlettergevoelig): Aanmelding gebruikersnaam: Admin Aanmelding wachtwoord: Admin Klik vanaf het menu [Machine-instellingen] op [Papier/invoer/uitvoer]. Configureer de instellingen.
  • Pagina 150 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Papiermerken toevoegen/verwijderen aan/van Paper Catalog De stappen voor het toevoegen of verwijderen van papiermerken aan/van Paper Catalog wanneer Fiery Controller op het apparaat is geïnstalleerd, zijn als volgt. Registreer een papierinvoer met gebruik van Fiery Controller, en stel de papierparameters in.
  • Pagina 151 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Parameters voor papierkenmerken bewerken De parameters voor papierkenmerken kunnen worden bewerkt met behulp van Fiery Controller en Command Center RX. In dit gedeelte wordt beschreven hoe de parameters vanuit Command Center RX kunnen worden bewerkt. Raadpleeg de Fiery Controller-handleiding voor het bewerken vanuit de Fiery Controller.
  • Pagina 152 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Voorkomen van papierstoringen (cassette 1 tot 4) Als zich een papierstoring voordoet in de papierinvoer, of een bepaald soort papier vastloopt, moet u de papierinvoersnelheid aanpassen. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] >...
  • Pagina 153 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Opkrullen papier verminderen bij uitvoer in rechterlade Deze instelling aanpassen indien het papier omkrult bij dubbelzijdig afdrukken of wanneer het uitgevoerd wordt in de rechterlade. Er zijn twee soorten van omkrullen: omhoog krullen en omlaag krullen. Omhoog krullen Omlaag krullen De krulrichting (vervorming) na het afdrukken verandert afhankelijk van het verschil in vochtgehalte (inktvolume) aan de...
  • Pagina 154 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Opkrullen papier verminderen bij uitvoer in stapelaar 5000 vel of finisher Deze instelling aanpassen indien het papier omkrult bij uitvoer in de optionele 5000-vel stapelaar of de finisher. Er zijn twee soorten van omkrullen: omhoog krullen en omlaag krullen.
  • Pagina 155 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Configureer de instellingen. U kunt het ontkrullen instellen op een waarde van [-5 (Laag)] tot [+5 (Hoog)]. Indien het papier sterk omhoog krult, pas de waarde dan in de + richting aan. Indien het papier sterk omlaag krult, pas de waarde dan in de - richting aan.
  • Pagina 156 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Wrijven op de afbeelding voorkomen Als de printkop in contact komt met het papier en over de afbeelding wordt gewreven, past u de afstand tussen het papier en de printkop aan. Roep het scherm op.
  • Pagina 157 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Corrigeren van scheef ingevoerd papier Om het papier correct in te voeren, moet de speling van het papier (hoeveelheid weerstandsspeling) in de rol van de hoofdeenheid worden aangepast. Pas deze instelling aan indien de bovenrand van het papier kreukt (scheve invoer) of als er vouwen ontstaan.
  • Pagina 158 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Meet de correctiewaarde voor scheef ingevoerd papier. Plaats de als "FR" afgedrukte zijde naar boven gericht. Maak een dalvouw langs de horizontale lijn aan de bovenkant van de tabel. Bepaal de correctiewaarde voor de scheve invoer aan de hand van het verschil tussen schaal LA1 en LA2.
  • Pagina 159 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Afdrukpositie aanpassen om beeldafwijking te corrigeren Als de eerste afdrukpositie van de afbeelding uit staat, of de eerste afdrukposities van de voor en achterzijde niet uitgelijnd zijn bij dubbelzijdig afdrukken, kunt u de timing van de eerste afdrukpositie haaks op de looprichting van het papier aanpassen.
  • Pagina 160 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Lees de schaal "PT1" af en bepaal de waarde waar de bovenrand van het papier en de starttiming samenvallen. In onderstaand voorbeeld overlapt de lijn boven -4 de bovenrand van het papier, dus "-3" is de correctiewaarde.
  • Pagina 161 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Voer de correctiewaarde in. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > "Instellingen cassette" [Cassette 1 (tot 8) Instellingen] > [Paper Catalog] Selecteer het papiermerk > [ ] (informatiepictogram) > "Instel-items" [Voorzijde] Gebruik [+] en [-] in [Papiertiming] om de in stap 3-3 gevonden correctiewaarde op te geven.
  • Pagina 162 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Lees de waarde van schaal "PT2" af waar de horizontale lijn aan de "FR" zijde samenvalt. Leg de rechter en linker rand van de tabel op elkaar en maak een dalvouw. Vouw de tabel open en lees de waarde van de vouw af op de schaal "CT2".
  • Pagina 163 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Selecteer het papiermerk > [ ] (informatiepictogram) > "Instel-items" [Voorzijde] Gebruik [+] en [-] in [Papiertiming] om de in stap 4-3 gevonden correctiewaarde op te geven. U kunt ook het invoerveld selecteren en de correctiewaarde met de cijfertoetsen invoeren. Gebruik [+] en [-] in [Centreren] om de in stap 4-5 gevonden correctiewaarde op te geven.
  • Pagina 164 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Aanpassen van kleurafwijkingen Volg de stap om de snelheid van de motor aan te passen aan het transporteren van papier als er alleen kleurafwijking op de bovenrand of de onderrand van het papier aanwezig is. De aanpassing van kleurafwijkingen wordt alleen bij het kleurenmodel ondersteund.
  • Pagina 165 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij geïnstalleerde Fiery Controller Meet de correctiewaarde voor de bovenrand van het papier. Bekijk de schaal "MS1", en bepaal de waarde van het punt waar de zwarte en rode lijnen samenvallen. In onderstaand voorbeeld vallen de lijnen samen op -1, dus is de correctiewaarde "-1". Meet de correctiewaarde voor de onderrand van het papier.
  • Pagina 166 Gebruik van Paper Catalog > Bediening bij niet geïnstalleerde Fiery Controller Bediening bij niet geïnstalleerde Fiery Controller Er zijn bepaalde beperkingen van toepassing bij het gebruik van Paper Catalog indien Fiery Controller niet op het apparaat geïnstalleerd is. Papiermerken toevoegen/verwijderen aan/van Paper Catalog Raadpleeg voor het toevoegen of verwijderen van een papiermerk aan/van Paper Catalog uw dealer of onze servicetechnicus.
  • Pagina 167 Gebruik van Paper Catalog > Bladeren door Paper Catalog Bladeren door Paper Catalog U kunt door een lijst van papiermerken en instellingen bladeren die geregistreerd zijn in Paper Catalog. OPMERKING U kunt ook door de papierparameters van de papiermerken bladeren die vanuit Command Workstation in Paper Catalog geregistreerd zijn.
  • Pagina 168 Gebruik van Paper Catalog > Bladeren door de lijst van Paper Catalog Bladeren door de lijst van Paper Catalog Alle informatie die in de Paper Catalog is geregistreerd, wordt afgedrukt. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Melding/Rapport] > [Rapport/Lijst afdrukken] [Paper Catalog] >...
  • Pagina 169 Gebruik van Custom papier In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe custom papier (aangepast papier) gebruikt wordt. De aanpassing van kleurafwijkingen wordt alleen bij het kleurenmodel ondersteund. Werkwijze ................................6-2 Instellen vanaf het bedieningspaneel ......................... 6-3 Papier instellen ............................6-3 Voorkomen van papierstoringen (cassette 1 tot 4) .................. 6-4 Voorkomen van papierstoringen (cassette 5 tot 8) ..................
  • Pagina 170 Gebruik van Custom papier > Werkwijze Werkwijze De stappen die nodig zijn om vanaf de machine af te drukken met behulp van custom papier zijn als volgt. Plaats het custom papier in de papierbron. BELANGRIJK Als u afdrukt op papier van een ander formaat dan de extra proefafdruk, plaatst u het papier in een andere cassette dan cassette 1 en specificeert u de papierbron in het systeemmenu.
  • Pagina 171 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Instellen vanaf het bedieningspaneel Papier instellen Als u papier gebruikt dat niet in de Paper Catalog is opgenomen, volg dan de onderstaande stappen om het papier in te stellen. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] >...
  • Pagina 172 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Voorkomen van papierstoringen (cassette 1 tot 4) Als er een papierstoring in de papierinvoer optreedt of als er een papierstoring optreedt bij het gebruik van een bepaalde papiersoort, moet u de snelheid van de papierinvoer vanuit de cassettes van de hoofdeenheid aanpassen. OPMERKING Deze aanpassing is alleen van toepassing op de cassettes 1 tot en met 4.
  • Pagina 173 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Opkrullen papier verminderen bij uitvoer in rechterlade Deze instelling aanpassen indien het papier omkrult bij dubbelzijdig afdrukken of wanneer het uitgevoerd wordt in de rechterlade. Er zijn twee soorten van omkrullen: omhoog krullen en omlaag krullen. Omhoog krullen Omlaag krullen De krulrichting (vervorming) na het afdrukken verandert afhankelijk van het verschil in vochtgehalte (inktvolume) aan de...
  • Pagina 174 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Opkrullen papier verminderen bij uitvoer in stapelaar 5000 vel of finisher Deze instelling aanpassen indien het papier omkrult bij uitvoer in de optionele 5000-vel stapelaar of de finisher. Er zijn twee manieren van omkrullen: omhoog krullen en omlaag krullen. Omhoog krullen Omlaag krullen De krulrichting (vervorming) na het afdrukken verandert afhankelijk van het verschil in vochtgehalte (inktvolume) aan de...
  • Pagina 175 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Wrijven op de afbeelding voorkomen Als de printkop in contact komt met het papier en over de afbeelding wordt gewreven, past u de afstand tussen het papier en de printkop aan. Roep het scherm op.
  • Pagina 176 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Corrigeren van scheef ingevoerd papier Om het papier correct in te voeren, moet de speling van het papier (hoeveelheid weerstandsspeling) in de rol van de hoofdeenheid worden aangepast. Pas deze instelling aan indien de bovenrand van het papier kreukt (scheve invoer) of als er vouwen ontstaan.
  • Pagina 177 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Meet de correctiewaarde voor scheef ingevoerd papier. Plaats de als "FR" afgedrukte zijde naar boven gericht. Maak een dalvouw langs de horizontale lijn aan de bovenkant van de tabel. Bepaal de correctiewaarde voor de scheve invoer aan de hand van het verschil tussen schaal LA1 en LA2.
  • Pagina 178 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Afdrukpositie aanpassen om beeldafwijking te corrigeren Volg de stap om de snelheid van de motor aan te passen aan het transporteren van papier als er alleen kleurafwijking op de bovenrand of de onderrand van het papier aanwezig is. De aanpassing van kleurafwijkingen wordt alleen bij het kleurenmodel ondersteund.
  • Pagina 179 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel In onderstaand voorbeeld overlapt de lijn boven -4 de bovenrand van het papier, dus "-3" is de correctiewaarde. Leg de rechter en linker rand van de tabel op elkaar en maak een bergvouw. Vouw de tabel open en lees de waarde van de vouw af op de schaal "CT1".
  • Pagina 180 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Voer de correctiewaarde in. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > "Instellingen cassette" [Cassette 1 (tot 8) Instellingen] > [Handmatig] > "Instel-items" [Voorzijde] Gebruik [+] en [-] in [Papiertiming] om de in stap 3-3 gevonden correctiewaarde op te geven.
  • Pagina 181 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Lees de waarde van schaal "PT2" af waar de horizontale lijn aan de "FR" zijde samenvalt. Leg de rechter en linker rand van de tabel op elkaar en maak een dalvouw. Vouw de tabel open en lees de waarde van de vouw af op de schaal "CT2".
  • Pagina 182 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Voer de correctiewaarde in. BELANGRIJK Aangezien het aanpassingsresultaat van de bovenrand van het papier niet wordt weerspiegeld in het maskergebied van het beeld, kan bij het invoeren van een grote aanpassingswaarde de inkt buiten het papier worden geworpen. Pas de schaal stap voor stap aan terwijl u de afdrukresultaten controleert.
  • Pagina 183 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Aanpassen van kleurafwijkingen Volg de stap om de snelheid van de motor aan te passen aan het transporteren van papier als er alleen kleurafwijking op de bovenrand of de onderrand van het papier aanwezig is. De aanpassing van kleurafwijkingen wordt alleen bij het kleurenmodel ondersteund.
  • Pagina 184 Gebruik van Custom papier > Instellen vanaf het bedieningspaneel Meet de correctiewaarde voor de bovenrand van het papier. Bekijk de schaal "MS1", en bepaal de waarde van het punt waar de zwarte en rode lijnen samenvallen. In onderstaand voorbeeld vallen de lijnen samen op -1, dus is de correctiewaarde "-1". Meet de correctiewaarde voor de onderrand van het papier.
  • Pagina 185 Gebruik van Custom papier > Instelling vanaf Command Center RX Instelling vanaf Command Center RX U kunt papier instellen dat niet is geregistreerd in de Paper Catalog vanuit Command Center RX. Roep het scherm op. Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in de adres- of locatiebalk in. Klik in de aangegeven volgende op de volgende toetsen om het IP-adres van het apparaat en de hostnaam te controleren.
  • Pagina 186 Gebruik van Custom papier > Instelling vanaf Command Center RX Configureer de instellingen. Selecteer de gewenste papierbron en stel het papierformaat, de papiersoort en het gewicht Voer indien nodig aanpassingen aan de hoofdeenheid uit. Klik op [Verzenden]. Het aangepaste papier wordt geassocieerd met de papierbron en de instellingen worden ingevoerd.
  • Pagina 187 Papierverwerking Dit hoofdstuk legt de specificaties van het papier uit dat met de machine kan worden gebruikt, waarschuwingspunten bij het laden van papier en hoe het papier in elke papierbron kan worden geladen. Beschikbaar papierformaat en -type ........................7-2 Basisspecificaties papier ......................... 7-2 Geschikt papier kiezen ..........................
  • Pagina 188 Papierverwerking > Beschikbaar papierformaat en -type Beschikbaar papierformaat en -type Hierna worden de papierformaten en -soorten vermeld die kunnen worden gebruikt in de verschillende papierbronnen. Basisspecificaties papier De machine is ontworpen om probleemloos af te drukken op alle soorten die in de Paper Catalog zijn opgenomen en kan ook op verschillende andere papiersoorten afdrukken als het papier binnen de in dit hoofdstuk aangegeven grenzen ligt.
  • Pagina 189 Papierverwerking > Beschikbaar papierformaat en -type Geschikt papier kiezen In dit gedeelte worden richtlijnen gegeven voor het kiezen van papier. Toestand Vermijd het gebruik van papier met omgevouwen hoeken of van gekreukt, vuil of gescheurd papier. Gebruik geen papier met een ruw oppervlak of met ruwe vezels, of heel kwetsbaar papier. Het gebruik van dergelijke papiersoorten leidt niet alleen tot slechte afdrukken, maar kan ook papierstoringen veroorzaken en de levensduur van het apparaat verkorten.
  • Pagina 190 Papierverwerking > Beschikbaar papierformaat en -type Vochtabsorptie De vochtabsorptie van het papier beïnvloedt de stijfheid van het papier en de kleurexpressie. Als afdrukken met een hoge dichtheid op papier met een laag vochtgehalte of gewoon papier worden gemaakt, kan het papier krullen en wanneer het uit de rechterlade wordt uitgeworpen, kan het ander papier wegduwen, niet worden gestapeld of vastlopen.
  • Pagina 191 Papierverwerking > Beschikbaar papierformaat en -type Selecteer de papierbron op basis van het formaat en het type papier dat u plaatst. Referentie- Naam Papierformaat Papiersoort Capaciteit pagina Cassette 1 , A4 , A5 , A6 Normaal, Ruw, Velijn, 500 vel pagina 7-17 , B5 , B6...
  • Pagina 192 Papierverwerking > Beschikbaar papierformaat en -type Referentie- Naam Papierformaat Papiersoort Capaciteit pagina Cassette 5 13"×19.2" , 13"×19" Normaal, Ruw, Velijn, 2440 vel pagina 7-33 SRA3 , A3 , A4 , A5 Voorbedrukt, Bankpost, (80 g/m Cassette 6 , B4 , B5 , B6 Etiketten, Enveloppen, Karton, Cassette 7...
  • Pagina 193 Papierverwerking > Beschikbaar papierformaat en -type Referentie- Naam Papierformaat Papiersoort Capaciteit pagina Multi- 13"×19,2" , 13"×19" Normaal, Ruw, Velijn, 150 vel pagina 7-28 functionele SRA3 , A3 , A4 , A5 Voorbedrukt, Bankpost, (80 g/m lade , B4 , B5 , B6 Etiketten, Enveloppen, Karton, Folio...
  • Pagina 194 Papierverwerking > Voorzorgen voor papier Voorzorgen voor papier Voorzorgen voor papier plaatsen Voordat u papier plaatst dat u uit de verpakking hebt genomen, volgt u onderstaande stappen om het papier uit te waaieren en de randen uit te lijnen. VOORZICHTIG •...
  • Pagina 195 Papierverwerking > Voorzorgen voor papier Waaier het papier uit. Schuif de andere kopse kant van de papierbundel uit. Waaier het papier uit. Pas de kopse kant aan.
  • Pagina 196 Papierverwerking > Voorzorgen voor papier VOORZICHTIG • Met uitzondering van voorbedrukt papier, hergebruik geen papier dat al is bedrukt. Het gebruik van papier met markeringen of andere sporen van nietjes of klemmen kan beeldfouten veroorzaken en de printkop beschadigen. • Verwijder papier met vouwen of krullen. Vouwen of krullen kunnen leiden tot papierstoringen of defecte afdrukken als gevolg van beschadiging van de printkop.
  • Pagina 197 Papierverwerking > Voorzorgen voor papier Voorzorgen voor papier bewaren Aangezien papier is gemaakt van voedingsvezels, is het gevoelig voor vocht en vochtigheid. Als de omgevingscondities van het magazijn en de afdruklocatie verschillend zijn, is het daarom noodzakelijk om het papier vooraf naar de afdruklocatie te vervoeren en het op temperatuur te brengen.
  • Pagina 198 Papierverwerking > Voorzorgen voor papier De algemene specificaties en richtlijnen voor het opslaan van papier zijn als volgt. Omgeving van de Aanbevolen waarde papieropslagruimte Temperatuur 20 tot 26 °C Gelieve de temperatuur zoveel mogelijk te stabiliseren. Relatieve vochtigheid 30 tot 60% Gelieve de relatieve vochtigheid zoveel mogelijk te stabiliseren.
  • Pagina 199 Papierverwerking > Voorzorgen voor speciaal papier Voorzorgen voor speciaal papier In dit gedeelte wordt het afdrukken op speciale papiersoorten en afdrukmedia beschreven. Hagaki (Karton) Waaier briefkaarten uit en breng vóór het plaatsen de randen pas. Wanneer u briefkaarten vanuit een cassette van de hoofdeenheid invoert, plaatst u deze met de afdrukzijde naar beneden.
  • Pagina 200 Papierverwerking > Voorzorgen voor speciaal papier [Handmatig] > [Mediatype] > [Tabblad-scheiders] OPMERKING Raadpleeg het volgende hoofdstuk voor de procedure voor het plaatsen van tabbladscheiders in een papierbron. Tabbladen in de papierinvoer plaatsen (cassette 5 tot 8) (pagina 7-42) Tabbladen in de multifunctionele lade plaatsen (pagina 7-32) Tabbladen in de multifunctionele lade plaatsen (pagina 7-49) Briefpapier Omdat briefpapier een boven- en onderkant en een voor- en achterkant heeft, kan het laden in de verkeerde richting tot...
  • Pagina 201 Papierverwerking > Voorzorgen voor speciaal papier Gekleurd papier Gekleurd papier moet voldoen aan de specificaties. Basisspecificaties van papier dat met deze machine gebruikt kan worden (pagina 7-2) Dik papier Voordat u dik papier invoert, moet u het uitwaaieren en de randen uitlijnen. Als er sprake is van braamvorming (een dunne oneffen rand door het doorknippen van het papier), plaats het papier dan op een plat oppervlak en gebruik een liniaal om het papier een of twee keer zachtjes glad te strijken om de braamvorming te verwijderen.
  • Pagina 202 Papierverwerking > Voorzorgen voor speciaal papier Gebruik etikettenvellen die aan de volgende vereisten voldoen. Gewicht bovenste laag 52 tot 74 g/m² Basisgewicht 104 tot 151 g/m² (totaalgewicht papier) Dikte bovenste laag 0,086 tot 0,107 mm Totale dikte papier 0,115 tot 0,145 mm Vochtgehalte 4 tot 6 % (samengesteld) OPMERKING...
  • Pagina 203 Papierverwerking > Papier plaatsen Papier plaatsen Papier in de cassette 1 en 2 plaatsen Plaats het papier in de cassette 1 en de cassette 2. Hieronder wordt uitgegaan van de werkwijze voor cassette 1. BELANGRIJK Als u afdrukt op papier van een ander formaat dan de extra proefafdruk, plaatst u het papier in cassette 2 en specificeert u cassette 2 als papierbron.
  • Pagina 204 Papierverwerking > Papier plaatsen OPMERKING Bij gebruik van 12×18” papier, verschuif de papierlengtegeleider uiterst links en leg hem neer. Stel de positie in van de papierbreedtegeleiders aan de linker- en rechterkant van de cassette. OPMERKING Bij gebruik van SRA3/12×18", A3 of Ledger-papier, verschuif de papierlengtegeleider uiterst links en leg hem neer.
  • Pagina 205 Papierverwerking > Papier plaatsen Plaats papier. VOORZICHTIG • De boven- en onderkant en zijkanten van het papier moeten gelijk zijn bij het plaatsen van het papier. Elk deel dat niet goed geplaatst is, kan kreuken, contact maken met de printkop en storingen of een papierstoring veroorzaken. •...
  • Pagina 206 Papierverwerking > Papier plaatsen Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het papier aan. Duw de cassette voorzichtig terug. Plaats een vel van het vereiste papierformaat en -type, zoals getoond in de afbeelding.
  • Pagina 207 Papierverwerking > Papier plaatsen OPMERKING Papierformaat kan automatisch worden gedetecteerd en geselecteerd, raadpleeg het volgende. Papierselectie (pagina 13-4) Instellingen cassette 1 (tot 8) (pagina 15-14) Enveloppen en Karton in de cassette 1 en 2 plaatsen Plaats de enveloppen en het karton in de cassette 1 en de cassette 2. Hieronder wordt uitgegaan van de werkwijze voor cassette 1.
  • Pagina 208 Papierverwerking > Papier plaatsen Vouw de hendel van de envelop invoergeleider uit bij het laden van enveloppen groter dan Envelop C5, die een breedte van 162 mm heeft. Bevestig de envelop invoergeleider zoals getoond in de afbeelding. Onderstaande afbeelding toont de hendel van de envelop invoergeleider in uitgevouwen toestand.
  • Pagina 209 Papierverwerking > Papier plaatsen Stel de positie in van de papierbreedtegeleiders aan de linker- en rechterkant van de cassette. Plaats de briefkaart met de te bedrukken zijde naar beneden. Voorbeeld: Bij het afdrukken van een adres. 7-23...
  • Pagina 210 Papierverwerking > Papier plaatsen BELANGRIJK • De stapel papier mag niet hoger zijn dan de lijn op het label die de papierlimiet aangeeft. • Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
  • Pagina 211 Papierverwerking > Papier plaatsen Configureer de functie. Selecteer het papierformaat en -type. Instellingen cassette 1 (tot 8) (pagina 15-14) OPMERKING Papierformaat kan automatisch worden gedetecteerd en geselecteerd, raadpleeg het volgende. Papierselectie (pagina 13-4) Instellingen cassette 1 (tot 8) (pagina 15-14) Stel in met behulp van het printerstuurprogramma op de PC.
  • Pagina 212 Papierverwerking > Papier plaatsen VOORZICHTIG • De boven- en onderkant en zijkanten van het papier moeten gelijk zijn bij het plaatsen van het papier. Elk deel dat niet goed geplaatst is, kan kreuken, contact maken met de printkop en storingen of een papierstoring veroorzaken. •...
  • Pagina 213 Papierverwerking > Papier plaatsen Plaats een vel van het vereiste papierformaat en -type, zoals getoond in de afbeelding. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Instellingen cassette 3] Configureer de functie. Selecteer het papierformaat en de papiersoort. Instellingen cassette 1 (tot 8) (pagina 15-14) 7-27...
  • Pagina 214 Papierverwerking > Papier plaatsen Papier in de multifunctionele lade plaatsen Voor meer informatie over de ondersteunde papierformaten, raadpleeg: Voorzorgen voor speciaal papier (pagina 7-13) Voor meer informatie over de instelling van het papiersoort, raadpleeg: Instellingen voor papierinvoer (pagina 15-20) Gebruik voor speciaal papier steeds de multifunctionele lade. BELANGRIJK Als u papier gebruikt met een gewicht van 106 g/m of meer, stel dan het mediatype in om de dikte en het...
  • Pagina 215 Papierverwerking > Papier plaatsen Open de multifunctionele lade. Wanneer u papierformaten 12×18" en van A3 tot B4 en Ledger tot Legal plaatst, trek dan het verlengstuk van de multifunctionele lade uit tot het teken "Δ" helemaal zichtbaar is. Stel het formaat van de multifunctionele lade in. De papierformaten staan op de multifunctionele lade vermeld.
  • Pagina 216 Papierverwerking > Papier plaatsen VOORZICHTIG Pas de papiergeleider zo aan dat er geen ruimte is tussen de geleider en het papier. Elk deel van het papier dat niet goed geplaatst is kan kreuken, met de printkop in contact komen en schade aan de printkop veroorzaken, scheef ingevoerd worden of vastlopen.
  • Pagina 217 Papierverwerking > Papier plaatsen Karton in de multifunctionele lade plaatsen Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. Voor de procedure voor het afdrukken, raadpleeg: Printer Driver User Guide Voorbeeld: Bij het afdrukken van een adres. 1 Oufuku hagaki (Antwoordkaart) 2 Hagaki (Karton) 3 Enveloppen met een staand formaat (Open de flap)
  • Pagina 218 Papierverwerking > Papier plaatsen Tabbladen in de multifunctionele lade plaatsen Bereid het papier voor. Richt het papier in dezelfde richting. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven en zodanig gericht dat de lipjes zich aan de achterrand van het papier bevinden wanneer het wordt ingevoerd. Plaats papier.
  • Pagina 219 Papierverwerking > Papier plaatsen Papier in de papierinvoer plaatsen (cassette 5 tot 8) Laad papier in de papierinvoer (cassette 5 tot 8). Cassette 6 wordt als voorbeeld gebruikt. Trek de cassette volledig uit totdat deze stopt. Laat de papierlengtegeleider los. Laat de papierbreedtegeleider los.
  • Pagina 220 Papierverwerking > Papier plaatsen Plaats papier door het papier uit te lijnen met de linkerkant van de cassette. VOORZICHTIG • De boven- en onderkant en zijkanten van het papier moeten gelijk zijn bij het plaatsen van het papier. Elk deel dat niet goed geplaatst is, kan kreuken, contact maken met de printkop en storingen of een papierstoring veroorzaken.
  • Pagina 221 Papierverwerking > Papier plaatsen BELANGRIJK • Haal het papier uit de verpakking en plaatst het onmiddellijk voor gebruik. • Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de cassette plaatst. Voorzorgen voor papier (pagina 7-8) •...
  • Pagina 222 Papierverwerking > Papier plaatsen OPMERKING • Als u 204 mm of smaller papier plaatst, verwijdert u de steunplaten uit de onderkant van de papierlade en bewaart u ze in het vak aan de rechterkant van de bronlade. • Gebruik de indicatoren voor het papierformaat aan de onderkant van de papierlade om de papierbreedtegeleiders aan te passen;...
  • Pagina 223 Papierverwerking > Papier plaatsen Plaats indien nodig extra vellen. Plaats het papier zo dat het niet wordt vervormd of aan de rand wordt opgetild. BELANGRIJK De stapel papier mag niet hoger zijn dan de lijn op het label die de papierlimiet aangeeft (zie de afbeelding).
  • Pagina 224 Papierverwerking > Papier plaatsen Duw de papierlade volledig in tot deze vastklikt. OPMERKING • De papierinvoer kan met karton worden geladen. Laad het karton in de juiste richting. • Als de bovenste papierhouders van de papierinvoer onder een hoek naar binnen worden gedrukt, kunnen ze mogelijk niet terugkeren naar hun oorspronkelijke positie.
  • Pagina 225 Papierverwerking > Papier plaatsen Enveloppen en Karton in de papierinvoer plaatsen (cassette 5 tot 8) Trek de cassette volledig uit totdat deze stopt. Laat de papierlengtegeleider los. Laat de papierbreedtegeleider los. OPMERKING Druk de knoppen (x2) op de papierbreedtegeleider in om het slot te ontgrendelen. 7-39...
  • Pagina 226 Papierverwerking > Papier plaatsen Plaats de enveloppen en het karton. BELANGRIJK • Plaats de enveloppen met de te bedrukken zijde naar boven. • Open de flap van de envelop en plaats deze zodanig dat de flap zich aan de rechterkant van de lade bevindt. •...
  • Pagina 227 Papierverwerking > Papier plaatsen Pak de papierbreedtegeleiders met uw vingers vast en pas ze aan het papierformaat aan. BELANGRIJK Plaats het karton zodanig dat de randen van het papier niet buigen. Plaats de papierlengtegeleider strak tegen het geplaatste karton en vergrendel hem vervolgens weer. VOORZICHTIG Pas de papiergeleider zo aan dat er geen ruimte is tussen de geleider en het papier.
  • Pagina 228 Papierverwerking > Papier plaatsen Tabbladen in de papierinvoer plaatsen (cassette 5 tot 8) Trek de cassette volledig uit totdat deze stopt. Haal het tabbladhekje (groot) uit het vak aan de rechterkant van de cassette. Stel de papierbreedtegeleiders in op het formaat van het te plaatsen papier en plaats vervolgens de tabbladen in de cassette.
  • Pagina 229 Papierverwerking > Papier plaatsen Lijn de papierlengtegeleider voorzichtig uit tegen het papier dat u hebt geplaatst terwijl u op de ontgrendelingsknop van de papierlengtegeleider drukt. Duw de cassette volledig in tot deze vastklikt. OPMERKING Plaats het tabbladhekje (groot) weer terug na gebruik. 7-43...
  • Pagina 230 Papierverwerking > Papier plaatsen Papier in de optionele multifunctionele lade plaatsen Voor meer informatie over de ondersteunde papierformaten, raadpleeg: Voorzorgen voor speciaal papier (pagina 7-13) Voor meer informatie over de instelling van het papiersoort, raadpleeg: Instellingen voor papierinvoer (pagina 15-20) Gebruik voor speciaal papier steeds de multifunctionele lade.
  • Pagina 231 Papierverwerking > Papier plaatsen Pas het formaat van de multifunctionele lade aan door op de ontgrendelingshendel te drukken en plaats het papier. Om papier groter dan A4 of 81/2 x 11 te plaatsen, trekt u de verlenglade naar buiten. Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan. Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de MF- cassette plaatst.
  • Pagina 232 Papierverwerking > Papier plaatsen BELANGRIJK • Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. • Gebruik geen papier met braamvorming. • Voordat u papier in de multifunctionele lade plaatst, moet u controleren of er geen papier meer in de lade ligt van een eerdere taak. Als er slechts een kleine hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de lade en voeg het bij het nieuwe papier voor u het terug in de lade plaatst.
  • Pagina 233 Papierverwerking > Papier plaatsen Druk op de verplaatsingstoets van de lade op de multifunctionele lade. Het lampje van de verplaatsingstoets knippert terwijl de lade omhoog gaat en blijft branden wanneer de lade stopt. Druk op de verplaatsingstoets om de lade naar beneden te verplaatsen als u papier wilt toevoegen of vastgelopen papier wilt verwijderen.
  • Pagina 234 Papierverwerking > Papier plaatsen Enveloppen en karton in de multifunctionele lade plaatsen Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. Voor de procedure voor het afdrukken, raadpleeg: Printer Driver User Guide Voorbeeld: Bij het afdrukken van een adres. 1 Oufuku hagaki (Antwoordkaart) 2 Hagaki (Karton) 3 Enveloppen met een staand formaat...
  • Pagina 235 Papierverwerking > Papier plaatsen BELANGRIJK • Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
  • Pagina 236 Papierverwerking > Papier plaatsen Richt het papier in dezelfde richting. Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven en zodanig gericht dat de lipjes zich aan de achterrand van het papier bevinden wanneer het wordt ingevoerd. Plaats papier. Plaats papier in de lade. Voor de procedure voor het afdrukken, raadpleegt u de Printer Driver User Guide.
  • Pagina 237 Papierverwerking > Configuratie van wisselprioriteit en timing voor de papierbron Configuratie van wisselprioriteit en timing voor de papierbron U kunt de zoekvolgorde van de papierbron, het zoekbereik en de wisseltoestand van de papierbron voor automatische papierinvoer configureren vanuit Command Center RX. Gebruik deze functie bijvoorbeeld om een specifieke papierbron uit te sluiten van het wisseldoel, om alleen de optionele papierinvoer als papierbron op te geven of om alleen de specifieke papierinvoer met voorrang te gebruiken.
  • Pagina 238 Papierverwerking > Configuratie van wisselprioriteit en timing voor de papierbron Configureer bijvoorbeeld de prioriteitsvolgorde op cassettes 5, 6, 2, 3 en 4 en stel de wisseltijd in op [PrioriteitCassGevuld] voor cassettes 2, 5 en 6 en op [Papr. op] voor cassettes 3 en 4.
  • Pagina 239 Voltooien van papier In dit hoofdstuk worden de specificaties van het papier dat kan worden uitgevoerd, de stappen voor het uitvoeren van het papier en waarschuwingspunten uitgelegd. Voltooid papierformaat en -type ......................... 8-2 Voltooien van papier ............................8-5 Voltooien van papier uit rechterlade ......................8-5 Voltooien van papier uit omkeer- en ontkruleenheid ................
  • Pagina 240 Voltooien van papier > Voltooid papierformaat en -type Voltooid papierformaat en -type De papierformaten en -types die kunnen worden uitgevoerd, zijn de volgende. Referentie- Naam Papierformaat Papiersoort Capaciteit pagina Rechterlade , A4 , A5 , A6 Normaal, Ruw, Velijn, 500 vel pagina 8-5 , B5 , B6...
  • Pagina 241 Voltooien van papier > Voltooid papierformaat en -type Referentie- Naam Papierformaat Papiersoort Capaciteit pagina Bovenlade Envelop #10 , Envelop DL Etiketten, Karton, 250 vel pagina 8-5 voor Envelop C5 , A5 , A6 Enveloppen, Tabbladen stapelaar Envelop C4 , Hagaki, 5000 vel Oufukuhagaki (Antwoord- (afgedrukt...
  • Pagina 242 Voltooien van papier > Voltooid papierformaat en -type Referentie- Naam Papierformaat Papiersoort Capaciteit pagina Uitvoerlade A5, A6 , Envelop Etiketten, Karton, 200 vel pagina 8-9 finisher 4000 Monarch , Envelop #10 Enveloppen, Tabbladen (80 g/m vel (afgedrukt Envelop #9 , Envelop #6 Envelop DL , Envelop C5 beeldzijde...
  • Pagina 243 Voltooien van papier > Voltooien van papier Voltooien van papier Voltooien van papier uit rechterlade Papier anders dan karton kan worden uitgevoerd vanuit de rechterlade van de hoofdeenheid. Voordat een grote oplage uit de stapelaar voor 5000 vel of de finisher voor 4000 vel wordt uitgevoerd, raden wij u aan om een voorbeeld uit de rechterlade af te drukken.
  • Pagina 244 Voltooien van papier > Voltooien van papier Open de voorklep van de stapelaar. Trek de stapelwagen er voorzichtig uit. Zorg ervoor dat de papierstapel niet omvalt. Als de stapelaarlade vol is, kan de bovenkant van de papierstapel eraf glijden. Als dit gebeurt, plaatst u de papierpers bovenop de papierstapel voordat u de stapelwagen eruit trekt.
  • Pagina 245 Voltooien van papier > Voltooien van papier Leg de papierpers bovenop de papierstapel. Trek de hendel op de papierpers naar u toe. Transporteer het papier naar de plaats waar het nodig is en laad vervolgens de stapelwagen uit. Zet de papierpers terug in de oorspronkelijke positie.
  • Pagina 246 Voltooien van papier > Voltooien van papier Plaats de stapelwagen terug in de stapelaar 5000 vel. Let erop dat u de stapelwagen recht, dus niet onder een schuine hoek, induwt. Sluit de voorklep van de stapelaar. De stapelaarlade begint automatisch omhoog te komen en het lampje voor ‘verplaatsing lade’ begint te knipperen.
  • Pagina 247 Voltooien van papier > Voltooien van papier Bovenlade van stapelaar Voltooien van papier vanuit finisher 4000 vel Papier wordt uitgevoerd naar lade A of lade B, afhankelijk van het formaat en het type papier. Voor formaat A4 kunnen maximaal 100 vellen geniet worden. Wanneer de optionele perforatie-eenheid of vouweenheid is geïnstalleerd, kunnen ponsgaten worden geopend of kan het afgedrukte materiaal worden gevouwen tot een eenvoudig boek.
  • Pagina 248 Voltooien van papier > Voorzorgen voor papier uitvoeren Voorzorgen voor papier uitvoeren Voltooien van papier van groot formaat uit rechterlade BELANGRIJK Bij uitvoer van papier met een laag vochtgehalte of gewoon papier met een hoge afdrukdichtheid, kan de uitvoer andere uitvoer wegduwen wegens krullen en kan de afdrukvolgorde inconsistent worden. Pas dit aan met behulp van de ontkrulinstelling hoofdeenheid of gebruik zwaar papier of papier met een hoog vochtgehalte om dit probleem te voorkomen.
  • Pagina 249 Voltooien van papier > Voorzorgen voor papier uitvoeren Buig en strek de rechterlade zodat deze recht is. Bevestig de in stap 1 verwijderde schroeven aan de rechterlade. 8-11...
  • Pagina 250 Voltooien van papier > Handmatig nieten Handmatig nieten U kunt het gekopieerde papier handmatig nieten zonder enige afdrukbewerking. Dat is handig wanneer u bent vergeten de sorteermodus voor het nieten in te stellen voordat u begint met kopiëren, of wanneer u originelen wilt nieten. OPMERKING •...
  • Pagina 251 Voltooien van papier > Handmatig nieten Plaats het papier. Maak de randen van het papier goed recht en plaats het papier met de voorkant naar beneden in de sluiteropening van de uitvoerunit. Als de voorzijde van het papier ( ) wordt geniet, plaatst u het papier tegen de voorste geleider (A).
  • Pagina 252 Afdrukken vanaf PC In dit hoofdstuk wordt de procedure uitgelegd voor afdrukken vanaf PC, banners afdrukken en afdrukken met Taakvenster. Scherm eigenschappen printerstuurprogramma ....................9-2 Het helpmenu van het printerstuurprogramma oproepen ................ 9-3 De standaardinstellingen van het printerstuur-programma wijzigen ............9-4 Afdrukken vanaf PC ............................
  • Pagina 253 Afdrukken vanaf PC > Scherm eigenschappen printerstuurprogramma Scherm eigenschappen printerstuurprogramma Op het scherm eigenschappen van het printerstuurprogramma kunt u tal van instellingen voor het afdrukken configureren. Printer Driver User Guide Beschrijving Tabblad [Snel afdrukken] Bevat pictogrammen die kunnen worden gebruikt om veelgebruikte functies eenvoudig te configureren. Elke keer dat u op een pictogram klikt, verandert deze in een beeld dat op de afdrukresultaten lijkt en worden de instellingen toegepast.
  • Pagina 254 Afdrukken vanaf PC > Scherm eigenschappen printerstuurprogramma Beschrijving [Profielen] De instellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden opgeslagen als een profiel. Opgeslagen profielen kunnen op naar believen op elk moment worden opgeroepen, dus het is handig om vaak gebruikte instellingen op te slaan. [Herstellen] Klik hier om de instellingen naar hun oorspronkelijke standaardwaarden terug te zetten.
  • Pagina 255 Afdrukken vanaf PC > Scherm eigenschappen printerstuurprogramma De standaardinstellingen van het printerstuur- programma wijzigen De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden gewijzigd. Door veelgebruikte instellingen te selecteren, kunt u stappen overslaan bij het afdrukken. Voor meer informatie over de instellingen, raadpleeg. BELANGRIJK Zorg ervoor dat u na installatie bij het monochrome model [Zwart] instelt.
  • Pagina 256 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Afdrukken vanaf PC In dit hoofdstuk wordt de afdrukmethode met de KX DRIVER beschreven. OPMERKING • Om documenten af te drukken vanuit een toepassing, moet u het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de bijgeleverde DVD (Product Library). •...
  • Pagina 257 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC OPMERKING Als "Autom cas. verw." is ingesteld op [Uit], selecteer dan de papierbron met het papier dat u wilt gebruiken in "Bron". Papierinvoer (pagina 15-13) Om op speciale papiersoorten af te drukken zoals dik papier, klikt u op het menu "Mediatype" en selecteert u het mediatype.
  • Pagina 258 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Afdrukken op niet-standaard papierformaten Als u een papierformaat plaatst dat niet is opgenomen in de afdrukformaten van het apparaat, registreer dan het papierformaat in het tabblad [Basis] van het scherm afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma. De geregistreerde grootte kan worden geselecteerd uit het menu "Afdrukformaat".
  • Pagina 259 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Klik op de [OK] knop. Klik op de [OK] knop. Roep het scherm afdrukinstellingen op. Klik op [Bestand] en selecteer [Afdrukken] in de toepassing. Selecteer het formaat en het type niet-standaard papier. Selecteer het apparaat in het menu "Printer" en klik op de knop [Eigenschappen]. Selecteer tabblad [Basis].
  • Pagina 260 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Selecteer de papierbron in het menu "Bron". Om op speciale papiersoorten af te drukken zoals dik papier, klikt u op het menu "Mediatype" en selecteert u het mediatype. Wijzig de nodige andere afdrukinstellingen. BELANGRIJK De standaardinstelling voor het printerstuurprogramma is [Kleur].
  • Pagina 261 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Banners afdrukken Wanneer een documentlengte van 470,1 mm tot maximaal 1220,0 mm aangegeven wordt voor afdrukken, wordt de afdruktaak behandeld als het afdrukken van een banner. Max. aantal vellen 1 vel (Multifunctionele lade) 10 vel (wanneer de bannerlade voor de multifunctionele lade van de hoofdeenheid is geïnstalleerd 500 vel (wanneer de bannerlade voor de 550-vel multifunctionele lade is...
  • Pagina 262 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Selecteer tabblad [Basis]. Klik op de toets [Paginagrootten...]. Registreer het papierformaat. Klik op de knop [Nieuw]. Voer de lengte (470,1 mm of langer) en breedte van het te registreren custom papierformaat in. Voer de benaming van het papier in. Klik op de knop [Opslaan].
  • Pagina 263 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Klik op het menu "Bron" en selecteer [Multifunctionele lade]. Klik op het menu "Mediatype" en selecteer [Normaal]. Klik op de [OK] knop. OPMERKING Bij het afdrukken van banners wordt een resolutie van 600 dpi ingesteld. Start het afdrukken.
  • Pagina 264 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Gebruik van de bannerlade (optie) Wanneer de optionele bannerlade gebruikt wordt, kan er continu tot 10 vel bannerpapier worden ingevoerd. De instelprocedure voor het bannerpapier met behulp van het printerstuurprogramma is dezelfde als bij de multifunctionele lade.
  • Pagina 265 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Bevestig de bannerlade aan de multifunctionele lade. Zorg ervoor dat de bannerlade zo bevestigd is, dat de papierbreedtegeleiders op de bannerlade zich buiten de papierbreedtegeleiders op de multifunctionele lade bevinden. Plaats papier. Open de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade tot maximale breedte. Laad bannerpapier zodat het onder de papierklembalk door gaat.
  • Pagina 266 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Laat het bannerpapier teruglopen en plaats het einde op de papierondersteuning. Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van het papier aan. BELANGRIJK Als er nog ruimte is tussen het papier en de papierbreedtegeleiders, stel de papierbreedtegeleiders dan opnieuw op het papier af om te voorkomen dat het scheef ingevoerd wordt of vastloopt.
  • Pagina 267 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC BELANGRIJK Verwijder het papier als het afdrukken van de banner is beëindigd, of wanneer u de bannerlade niet gebruikt. OPMERKING Het scherm voor afdrukbevestiging kan in het systeemmenu zo ingesteld worden dat het niet verschijnt wanneer de bannerlade bevestigd is.
  • Pagina 268 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Plaats papier. Stel de papierbreedtegeleiders op de multifunctionele lade af. VOORZICHTIG Pas de papierbreedtegeleiders zo aan dat er geen ruimte is tussen de geleider en het papier. Elk deel van het papier dat niet goed geplaatst is kan kreuken, met de printkop in contact komen en schade aan de printkop veroorzaken, scheef ingevoerd worden of vastlopen.
  • Pagina 269 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Bevestig de stopper. Druk op de lifttoets voor de lade. Wanneer de lifttoets voor de lade niet meer knippert maar continu verlicht is, is de opwaartse beweging van de bodemplaat voltooid en kunt u het papier plaatsen. Wanneer u papier moet toevoegen of verwijderen, drukt u weer op de lifttoets om de bodemplaat omlaag te brengen.
  • Pagina 270 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Afdrukken vanuit Fiery Controller De stappen om afdruktaken van Fiery Controller af te drukken zijn als volgt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Printing System 50 voor meer informatie. U kunt de gebruikershandleiding downloaden via de onderstaande URL. https://services.efi.com/support/vfigs/3784295173/default.aspx Selecteer de taak die u wilt uitvoeren vanuit Fiery Controller (Fiery Command WorkStation), en druk met de rechter...
  • Pagina 271 Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC Een afdruktaak vanaf de computer annuleren Om een lopende afdruktaak te annuleren vanaf het printerstuurprogramma voordat de printer begint af te drukken, ga als volgt te werk: OPMERKING Als afdrukken vanaf dit apparaat worden geannuleerd, raadpleeg: Taken annuleren (pagina 10-8) Dubbelklik op het printerpictogram ( ) in de taakbalk rechts...
  • Pagina 272 Afdrukken vanaf PC > In de printer opgeslagen gegevens afdrukken In de printer opgeslagen gegevens afdrukken U kunt de afdruktaak in het Taakvenster van dit apparaat opslaan en naar behoefte afdrukken. Als u instellingen configureert op het tabblad [Taak] van het printerstuurprogramma en vervolgens afdrukt, wordt de afdruktaak opgeslagen in het Taakvenster (geheugen) en kan het afdrukken op de machine worden uitgevoerd.
  • Pagina 273 Afdrukken vanaf PC > In de printer opgeslagen gegevens afdrukken Documenten afdrukken vanaf de Box Privé-afdruk Bij Privé-afdruk kunt u opgeven dat een taak niet afgedrukt wordt tot u het apparaat bedient. Wanneer u de taak vanuit de toepassingssoftware verzendt, geeft u een wachtwoord op in het printerstuurprogramma. De taak wordt voor afdrukken vrijgegeven door het wachtwoord op het bedieningspaneel in te voeren, zodat de afdruktaak vertrouwelijk blijft.
  • Pagina 274 Afdrukken vanaf PC > In de printer opgeslagen gegevens afdrukken Document afdrukken vanuit Box Opgeslagen taak In Opgeslagen taak worden de afdrukgegevens verzonden vanaf de toepassing opgeslagen in de machine. U kunt zo nodig een wachtwoord instellen. Als u een wachtwoord instelt, voert u de toegangscode bij het afdrukken in. De afdrukgegevens worden na het afdrukken bewaard in de Box Opgeslagen taak.
  • Pagina 275 Afdrukken vanaf PC > In de printer opgeslagen gegevens afdrukken Document afdrukken vanuit Box Snelkopie De functie Snelkopie maakt het mogelijk extra exemplaren af te drukken van een document dat reeds afgedrukt is. Als Snelkopie ingeschakeld is en u drukt een document af vanuit het printerstuurprogramma, dan worden de afdrukgegevens opgeslagen in de Taakvenster Snelkopie.
  • Pagina 276 Afdrukken vanaf PC > In de printer opgeslagen gegevens afdrukken Document afdrukken vanuit Box Proefafdruk De functie Proefafdruk drukt slechts één proefexemplaar af van een taak met meerdere afdrukken en houdt het afdrukken van de resterende exemplaren vast. Als u met de functie Proefafdruk via het printerstuurpogramma een taak met meerdere exemplaren afdrukt, dan wordt slechts één exemplaar afgedrukt terwijl de documentgegevens in de taakbox bewaard worden.
  • Pagina 277 10 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de diverse kopieerfuncties beschreven. Kopiëren ................................10-2 Basisbediening ............................10-2 Over de kopieerfuncties ......................... 10-3 Proefkopie .............................. 10-7 Taken annuleren .............................. 10-8 10-1...
  • Pagina 278 Kopiëren > Kopiëren Kopiëren De onderstaande procedures beschrijven de basisbediening voor kopiëren en hoe een kopie te annuleren. Basisbediening Toets [Home] ( ) > [Kopiëren] Plaats de originelen. Originelen plaatsen (pagina 4-20) Selecteer de functies. Om de instellingen van de functies te configureren, selecteert u de globale navigatie. Over de kopieerfuncties (pagina 10-3) Gebruik de cijfertoetsen om de hoeveelheid kopieën in te voeren.
  • Pagina 279 Kopiëren > Kopiëren Controleer de voorbeeldafbeelding. Druk op [Voorb.-weerg] om een voorbeeldafbeelding weer te geven. Voorbeeld van origineel (pagina 4-4) Druk op de [Start]-toets. Het kopiëren begint. Over de kopieerfuncties Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
  • Pagina 280 Kopiëren > Kopiëren Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Origineel formaat Geef het formaat van het origineel op dat pagina 13-3 gescand moet worden. Papierselectie Selecteer de cassette of de multifunctionele lade pagina 13-4 met het benodigde papierformaat. Afdrukrichting Selecteer de richting van de bovenrand van het pagina 13-5 origineel originele document om in de juiste richting te...
  • Pagina 281 Kopiëren > Kopiëren Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Tekststempel U kunt een tekststempel aan de documenten pagina 13-39 Indelen/bewerken toevoegen. Configureert de instellingen voor Stempel U kunt een stempel aan de documenten pagina 13-43 dubbelzijdig afdrukken toevoegen. en stempelen. Dichtheid De dichtheid instellen.
  • Pagina 282 Kopiëren > Kopiëren Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Continu scannen Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke pagina 13-46 partijen en produceert ze vervolgens als één taak. Beeld auto roteren Wanneer het formaat van het origineel en de pagina 13-46 papierbron hetzelfde zijn, maar de afdrukrichting verschilt, kan het beeld 90 graden worden gedraaid tijdens het kopiëren.
  • Pagina 283 Kopiëren > Kopiëren Proefkopie U kunt één vel kopiëren voor het kopiëren van een groot aantal vellen. Zo kunt u de inhoud en afwerking controleren en het gewenste aantal vellen kopiëren zonder het origineel te hoeven scannen als u tevreden bent met het resultaat. Om wijzigingen aan te brengen, kunt u de instellingen wijzigen en slechts één vel opnieuw kopiëren.
  • Pagina 284 Kopiëren > Taken annuleren Taken annuleren Druk op de [Stop]-toets terwijl het kopieerscherm wordt weergegeven. Annuleer een taak. Als een scantaak bezig is De kopieertaak wordt geannuleerd. Als een afdruktaak bezig is of in de wacht staat Het scherm voor taak annuleren verschijnt. Kies de taak die u wilt annuleren >...
  • Pagina 285 11 Scannen In dit hoofdstuk worden de diverse scanfuncties beschreven. Vaakgebruikte verzendmethode ........................11-2 Document via e-mail verzenden ........................11-3 Instellingen configureren voor het verzenden ..................11-3 Gescand document via e-mail verzenden ....................11-3 Verzenden ............................... 11-4 Documenten verzenden naar de gewenste gedeelde map op een computer (Scannen naar PC) ....11-7 Instellingen configureren voor het verzenden ..................
  • Pagina 286 Scannen > Vaakgebruikte verzendmethode Vaakgebruikte verzendmethode Dit apparaat kan een gescand beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het netwerk.
  • Pagina 287 Scannen > Document via e-mail verzenden Document via e-mail verzenden Instellingen configureren voor het verzenden Alvorens een e-mail te verzenden, configureer de SMTP- en e-mail instellingen via Command Center RX. E-mailinstellingen (pagina 3-51) Gescand document via e-mail verzenden Toets [Home] ( ) >...
  • Pagina 288 Scannen > Document via e-mail verzenden Verzenden Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel. Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Origineel formaat Geef het formaat van het origineel op dat pagina 13-3 gescand moet worden.
  • Pagina 289 Scannen > Document via e-mail verzenden Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Dichtheid De dichtheid instellen. pagina 13-11 Origineel beeld Selecteer het beeldtype van het origineel voor pagina 13-11 een optimaal resultaat. Scanresolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 13-57 Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus.
  • Pagina 290 Scannen > Document via e-mail verzenden Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Kader wissen Wist het zwarte kader rondom de afbeelding. pagina 13-24 Schaduwzones Bij het scannen met open documenttoevoer, de pagina 13-33 wissen extra schaduwzone wissen. Zoomen Past de zoomfactor aan om de afbeelding te pagina 13-18 verkleinen of te vergroten.
  • Pagina 291 Scannen > Documenten verzenden naar de gewenste gedeelde map op een computer (Scannen naar PC) Documenten verzenden naar de gewenste gedeelde map op een computer (Scannen naar PC) U kunt het gescande document in de gewenste gedeelde map op een computer opslaan. Instellingen configureren voor het verzenden Configureer de volgende instellingen alvorens een document te verzenden.
  • Pagina 292 Scannen > Documenten verzenden naar de gewenste gedeelde map op een computer (Scannen naar PC) Er kunnen maximaal 500 adressen worden weergegeven. Selecteer de hostnaam (PC-naam) die u wilt opgeven in het scherm dat verschijnt, en druk op [OK]. Het scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam en het aanmeldingswachtwoord verschijnt.
  • Pagina 293 Scannen > Documenten verzenden naar de gewenste gedeelde map op een computer (Scannen naar PC) Controleer de status Controleer de gegevens. Stel de tijdsduur naar wens in. Druk op [Verbindingtesten] om de verbinding te testen. "Verbonden" verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is gebracht. Als "Kan geen verbinding maken"...
  • Pagina 294 Scannen > Document naar map op een FTP-server verzenden (Scannen naar FTP) Document naar map op een FTP-server verzenden (Scannen naar FTP) Instellingen configureren voor het verzenden Configureer de FTP Client (Verzending) instellingen alvorens een document te verzenden. Protocolinstellingen (pagina 15-55) Document naar map op een FTP-server verzenden Toets [Home] ( ) >...
  • Pagina 295 Scannen > Document naar map op een FTP-server verzenden (Scannen naar FTP) Item Beschrijving Pad voor map Bestemming voor het op te slaan bestand Bijvoorbeeld. User\ScanData Als er geen bestemming wordt opgegeven, dan wordt het bestand opgeslagen in de home-map. OPMERKING Als de FTP-server is gebaseerd op Linux/UNIX, dan wordt het pad onder de submap gecombineerd met het slash "/"...
  • Pagina 296 Scannen > Handige verzendmethode Handige verzendmethode U kunt de volgende handige methodes voor scannen (verzenden) opgeven. • WSD-Scan: Slaat beelden van op dit apparaat gescande originelen op als bestanden op een WSD-compatibele computer. WSD-scan (pagina 11-13) • DSM-Scan: Een gescand document kan automatisch worden opgeslagen in eender welk formaat of naar eender welke bestemming worden verzonden door een scanproces te lezen vanuit Active Directory.
  • Pagina 297 Scannen > WSD-scan WSD-scan WSD-scan slaat beelden van op dit apparaat gescande originelen op als bestanden op een WSD-compatibele computer. OPMERKING • Om WSD-scan te gebruiken, controleren of de voor WSD-scannen gebruikte computer en het apparaat met het netwerk verbonden zijn, en "WSD-scan" is op [Aan] is ingesteld in de netwerkintellingen. WSD-scan (pagina 15-44) •...
  • Pagina 298 Scannen > WSD-scan WSD-scan uitvoeren Toets [Home] ( ) > [Verzenden] Plaats de originelen. Originelen plaatsen (pagina 4-20) Roep het scherm op. Selecteer [+] > [WSD-scan] in het basisscherm voor verzenden Scan de originelen. Procedure met dit apparaat [Met bedieningspaneel] > [Volgende] Selecteer de bestemmingscomputer >...
  • Pagina 299 Scannen > DSM-scan DSM-scan Een gescand document kan automatisch worden opgeslagen in eender welk formaat of naar eender welke bestemming worden verzonden door een scanproces te lezen vanuit Active Directory. Deze functie ondersteunt alleen computers met Windows Server 2008 R2 of Windows Server 2012 geïnstalleerd. Instellingen configureren voor het verzenden Als u een DSM-scan uitvoert, controleer dan de onderstaande items.
  • Pagina 300 Scannen > DSM-scan Selecteer het te gebruiken scanproces > [OK]. Selecteer [Herladen] om de computerlijst opnieuw te laden. Om de instellingen te controleren, selecteert u [ ] (informatiepictogram). Wijzig de instellingen en voeg zo nodig informatie toe. U kunt uitsluitend e-mailadressen als bestemming toevoegen. In het bestemmingsscherm voor verzenden selecteert u [Details/Bewerken], [Bestemming] en vervolgens [Adresboek] of [E-mailadres invoeren], en voegt u een bestemming toe.
  • Pagina 301 Scannen > Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) U kunt verschillende soorten bestemmingen zoals e-mailadressen en mappen (SMB of FTP) met elkaar combineren. Dit wordt Multi-versturen genoemd. Dit is handig als u met één bedieningshandeling naar verschillende soorten bestemmingen wilt verzenden (e-mailadressen, mappen enzovoort).
  • Pagina 302 12 Boxfunctie In dit hoofdstuk worden de procedures voor het gebruik van de custom box of het USB-station uitgelegd. Gebruik van documentboxen ........................... 12-2 Wat is de custom box? ........................... 12-2 Wat is de Taakbox? ..........................12-2 Wat is de box USB-station? ........................12-3 Basisbediening van de documentbox ....................
  • Pagina 303 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Gebruik van documentboxen Documentbox is een functie voor het opslaan van afdrukgegevens vanaf een computer en het delen ervan met meerdere gebruikers. De volgende documentboxen zijn beschikbaar: Custom box, Taakbox en USB-station. Wat is de custom box? De custom box is een deelbox die u kunt aanmaken in de documentbox en waarin u gegevens kunt opslaan om later op te vragen.
  • Pagina 304 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Wat is de box USB-station? Een USB-station kan worden aangesloten op de USB-poort op van het apparaat om een opgeslagen bestand af te drukken. U kunt gegevens rechtstreeks vanaf het USB-station afdrukken zonder een PC. Ook kunnen bestanden met afbeeldingen, die op dit apparaat gescand zijn, opgeslagen worden in het USB-station in de formaten PDF, TIFF, JPEG, XPS, OpenXPS, PDF met hoge compressie, Word, Excel or PowerPoint (Scannen naar USB).
  • Pagina 305 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Lijst met documenten In de lijst met documenten staan alle documenten die opgeslagen zijn in de custom box. De documenten kunnen gerangschikt worden op naam of als miniatuur. De lijst kan gebruikt worden zoals hieronder weergegeven. Lijst 1 Meer dan één document tegelijk selecteren.
  • Pagina 306 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Boxdetails bewerken Als u de informatie voor de custom box wijzigt, voer dan de volgende procedures uit. Druk op [Toev./Bew.] in het scherm met de lijst met boxen. Selecteer de box waarvan u de details wilt bewerken en druk op [Bewerken].
  • Pagina 307 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Een pagina selecteren Bij het afdrukken, verzenden of kopiëren van een document in een custom box, kunt u alle pagina's naar behoeven opgeven. Druk op [Overige] > [Paginaselectie] op het scherm Documentenlijst van de custom box, of [Paginaselectie] op het scherm Voorbeeld om het scherm Paginaselectie weer te geven.
  • Pagina 308 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Een nieuwe custom box aanmaken Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] > [Toev./Bew.] Registreer de custom box. [Toevoegen] > Voer de informatie in voor elk item In de onderstaande tabel staan de instellingen. Item Beschrijving Boxnaam...
  • Pagina 309 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Custom box bewerken Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] > [Toev./Bew.] Bewerk de custom box. Selecteer de box > [Bewerken] > Voer de informatie in voor elk item OPMERKING • Wanneer u als gebruiker aangemeld bent, kunt u alleen boxen bewerken waarvan de eigenaar voor die gebruiker is ingesteld.
  • Pagina 310 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Custom box verwijderen Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] > [Toev./Bew.] Verwijder de custom box. Selecteer de box > [Verwijderen] > [Verwijderen] Documenten in een custom box opslaan Custom box slaat de vanaf een PC verzonden afdrukgegevens op. Voor de afdrukbewerkingen vanaf de PC, zie: Printer Driver User Guide Afdrukken van documenten in custom box Roep het scherm op.
  • Pagina 311 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Custom Box (afdrukken) Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel. Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Papierselectie Selecteer de cassette of de multifunctionele lade pagina 13-4...
  • Pagina 312 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina EcoPrint EcoPrint bespaart inkt bij het afdrukken. Gebruik pagina 13-13 deze functie voor proefafdrukken of bij andere gelegenheden waarbij geen hoogwaardige afdrukkwaliteit is vereist. Prioriteit Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang pagina 13-48 onderdrukken aan een andere taak.
  • Pagina 313 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Gescande documenten naar een custom box opslaan Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] Plaats de originelen. Originelen plaatsen (pagina 4-20) Bewaar het document. Selecteer de box > [Bestand opslaan] Selecteer de functies. Voor de functies die kunnen worden geselecteerd, zie: Custom box (opslaan) (pagina 12-13) OPMERKING...
  • Pagina 314 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Custom box (opslaan) Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel. Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Origineel formaat Geef het formaat van het origineel op dat pagina 13-3...
  • Pagina 315 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Origineel beeld Selecteer het beeldtype van het origineel voor pagina 13-11 een optimaal resultaat. Scanresolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 13-57 Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus. Deze pagina 13-12 functie is alleen beschikbaar voor het kleurenmodel.
  • Pagina 316 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Verzenden van documenten in custom box Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] > Selecteer de box OPMERKING Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Verzend het document.
  • Pagina 317 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Custom box (verzenden) Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel. Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Bestandsindeling Geeft de bestandsindeling van het beeld op.
  • Pagina 318 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Dichtheid De dichtheid instellen. pagina 13-11 Origineel beeld Selecteer het beeldtype van het origineel voor pagina 13-11 een optimaal resultaat. Resolutie Selecteert de dichtheid van de scanresolutie. pagina 13-57 Kleurselectie Selecteert de instelling voor kleurmodus.
  • Pagina 319 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Documenten in custom box kopiëren naar andere boxen Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] > Selecteer de box OPMERKING Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Kopieer de documenten.
  • Pagina 320 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Samenvoegen van documenten in custom box U kunt documenten in een custom box samenvoegen in één bestand. OPMERKING U kunt alleen documenten in dezelfde custom box samenvoegen. Verplaats indien nodig van tevoren de samen te voegen documenten.
  • Pagina 321 Boxfunctie > Gebruik van documentboxen Documenten in een custom box verwijderen Roep het scherm op. Toets [Home] ( ) > [Custom box] Selecteer de box die het document bevat. OPMERKING Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Verwijder het document.
  • Pagina 322 Boxfunctie > Taakvenster Taakvenster In dit gedeelte worden de box Herhalingskopie en de box Bestand voor formuliersjabloon beschreven. Voor Privé- afdruk/opgeslagen taak en Snelkopie/proefafdruk, zie: In de printer opgeslagen gegevens afdrukken (pagina 9-21) Herhalingskopietaken uitvoeren De functie Herhalingskopie slaat de gegevens van het gekopieerde originele document op in de taakbox zodat u later extra exemplaren kunt afdrukken.
  • Pagina 323 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station Bediening vanaf USB-station Als u een USB-station rechtstreeks op het apparaat aansluit, dan kunt u de bestanden die opgeslagen zijn in het USB- station snel en eenvoudig afdrukken zonder het gebruik van een computer. De volgende bestandsformaten kunnen afgedrukt worden: •...
  • Pagina 324 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station Sluit het USB-station aan. Steek het USB-station direct in de USB-poort. Als het apparaat het USB-station leest, kan "USB-station herkend. Bestanden worden weergegeven." verschijnen. Druk op [Doorgaan]. Geeft het USB-station-scherm weer. OPMERKING Als het bericht niet verschijnt, selecteer dan [USB-station] op het Home-scherm. Druk het document af.
  • Pagina 325 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station USB-station (afdrukken) Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel. Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Papierselectie Selecteer de cassette of de multifunctionele lade pagina 13-4 met het benodigde papierformaat.
  • Pagina 326 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina JPEG-/TIFF-afdruk Selecteren van de beeldgrootte wanneer JPEG- pagina 13-60 Functies of TIFF-bestanden worden afgedrukt.. Configureert de XPS aanpassen Vergroot of verkleint de beeldgrootte om deze pagina 13-60 instellingen voor kleurselectie en aan pagina aan het geselecteerde papierformaat aan te...
  • Pagina 327 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station Sluit het USB-station aan. Steek het USB-station direct in de USB-poort. Als het apparaat het USB-station leest, kan "USB-station herkend. Bestanden worden weergegeven." verschijnen. Druk op [Doorgaan]. Geeft het USB-station-scherm weer. OPMERKING Als het bericht niet verschijnt, selecteer dan [USB-station] op het Home-scherm. Bewaar het document.
  • Pagina 328 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station USB-station (Documenten opslaan) Elke functie wordt in het hoofdvenster weergegeven wanneer het globale navigatievenster wordt geselecteerd. Globale navigatie Hoofdvenster Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel. Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Origineel formaat Geef het formaat van het origineel op dat pagina 13-3...
  • Pagina 329 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station Referentie- Globale navigatie Functie Beschrijving pagina Schaduwzones Bij het scannen met open documenttoevoer, de pagina 13-33 wissen extra schaduwzone wissen. Continu scannen Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke pagina 13-46 partijen en produceert ze vervolgens als één taak.
  • Pagina 330 Boxfunctie > Bediening vanaf USB-station Informatie USB-station controleren Selecteer [USB-info] in het scherm USB-station. Nadat u de gegevens hebt bevestigd, drukt u op [Sluiten]. USB-station verwijderen BELANGRIJK Volg daarbij de juiste procedure om beschadiging van de gegevens of van het USB-station te vermijden. Roep het scherm op.
  • Pagina 331 13 Gebruik van de verschillende functies In dit hoofdstuk worden de diverse beschikbare functies en instellingen voor Kopiëren, Verzenden, Custom Box en USB- station uitgelegd. Functiepictogrammen ......... 13-2 DP-leesactie ........13-49 Over functies ..........13-3 Blanco pagina overslaan ....13-49 Origineel formaat ......
  • Pagina 332 Gebruik van de verschillende functies > Functiepictogrammen Functiepictogrammen In dit hoofdstuk worden pictogrammen gebruikt om de bewerkingen aan te geven waar elke functie voor kan worden gebruikt (kopieren, verzenden, gebruikersbox, USB-station). Pictogram Beschrijving Toegang tot de functie vanaf het scherm Kopiëren wordt aangegeven door pictogrammen.
  • Pagina 333 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Over functies Origineel formaat Orig./pap. Orig./Verz. Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren /voltooien geg.formaat station Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden. Druk op [Auto], [Metrisch], [Inch], [Overige] of [Formaatinvoer] om het originele formaat te selecteren. Item Instelling Beschrijving...
  • Pagina 334 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Papierselectie Orig./pap. Functies Functies USB- Custom Kopiëren /voltooien station Selecteer de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat. Als [Auto] is geselecteerd, dan wordt automatisch het papier gekozen dat overeenkomt met het formaat van het origineel.
  • Pagina 335 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Afdrukrichting origineel Orig./pap. Orig./Verz. Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren /voltooien geg.formaat station Selecteer de richting van de bovenrand van het originele document om in de juiste richting te scannen. De richting van het originele document moet opgegeven zijn om de volgende functies te kunnen gebruiken. •...
  • Pagina 336 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Vouwen Orig./pap. Functies Functies USB- Custom Kopiëren /voltooien station Vouwt de voltooide documenten. Selecteer de vouwwijze. De volgende mogelijkheden voor vouwen en richting zijn beschikbaar. Afdrukrichting origineel Afdrukrichting: Landscape Afdrukrichting: Portret Item In 2 vouwen Zadelsteek In 3...
  • Pagina 337 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Samenvoegen/verschuiven Orig./pap. Functies Functies USB- Custom Kopiëren /voltooien station Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per set. Item Afbeelding Beschrijving Sorteren Scant meerdere originelen en produceert volledige sets kopieën die afhankelijk van het aantal pagina's worden afgeleverd.
  • Pagina 338 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Nieten/perforeren Orig./pap. Functies Functies USB- Custom Kopiëren /voltooien station Nieten OPMERKING Voor deze functie is de optionele documentfinisher vereist. Raadpleeg voor meer informatie over de formaten en het aantal vellen die geniet kunnen worden: Finisher voor 4000 vel (DF-9100) (pagina 20-14) Vouweenheid voor Finisher 4000 vel (pagina 20-15) Niet de voltooide documenten.
  • Pagina 339 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Perforeren Maakt perforaties in sets voltooide documenten. OPMERKING • Voor deze functie zijn de optionele 4000-vel finisher en de perforator vereist. • Voor meer informatie over de formaten papier die geperforeerd kunnen worden, raadpleeg: Perforator voor finisher 4000 vel (PH-7A/7C/7D) (pagina 20-14) •...
  • Pagina 340 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Uitvoerlade Orig./pap. Functies Functies USB- Custom Kopiëren /voltooien station Geef de uitvoerlade op. Item Beschrijving Rechterlade De afdrukken worden opgevangen in de rechterlade van het apparaat. met optionele 5000-vel-stapelaar Item Beschrijving Rechterlade De afdrukken worden opgevangen in de rechterlade van het apparaat.
  • Pagina 341 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Dichtheid • Functies • Functies Kleur / Kleur / USB- Custom Verzen- Kopiëren beeldkwaliteit beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit station De dichtheid instellen. (Instelling: [-4] (Lichter) tot [+4] (Donkerder)) Origineel beeld •...
  • Pagina 342 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Kleurselectie • Functies • Functies Kleur / Kleur / USB- Custom Verzen- Kopiëren beeldkwaliteit beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit station Selecteert de instelling voor kleurmodus. Deze functie is alleen beschikbaar voor het kleurenmodel. Kopiëren BELANGRIJK Selecteer bij een monochroom model [Zwart-Wit].
  • Pagina 343 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Verzenden/opslaan Item Beschrijving Auto Kleur(Kleur/Grijsschaal) Herkent automatisch of het document in kleur of zwart-wit is, en scant gekleurde documenten in kleur en zwart-wit documenten in grijstinten. Auto Kleur(Kleur/zwart-wit) Herkent automatisch of het document in kleur of zwart-wit is, en scant gekleurde documenten in kleur en zwart-wit documenten in zwart-wit.
  • Pagina 344 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Aanpassen Tint Kleur / Functies Custom Kopiëren beeldkwaliteit De kleur (tint) van beelden aanpassen. Deze functie is alleen beschikbaar voor het kleurenmodel. Kleuren aanpassen, bijvoorbeeld rood meer geel-rood maken of geel meer groen-geel maken, voor een creatiever kopieerresultaat.
  • Pagina 345 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Scherpte • Functies Kleur / Kleur / Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren beeldkwaliteit beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit station Past de scherpte van de beeldomlijning aan. Bij het kopiëren van originelen met ruwe of gebroken potloodlijnen, kunnen duidelijke kopieën worden gemaakt door "Verscherpen”...
  • Pagina 346 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Pas dichth. Achtergr. aan (Dichtheid achtergrond aanpassen) • Functies Kleur / Kleur / Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren beeldkwaliteit beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit station Verwijdert donkere achtergronden van een origineel, bijvoorbeeld bij kranten. Als de grondkleur te sterk is, selecteert u [Auto].
  • Pagina 347 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Doorschijnen voorkomen • Functies Kleur / Kleur / Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren beeldkwaliteit beeldkwaliteit • Kleur / beeldkwaliteit station Werkt achtergrondkleuren en beelden die doorschijnen weg bij het scannen van een dun origineel. (Instelling: [Uit] / [Aan]) Trapping Kleur /...
  • Pagina 348 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Zoomen Indelen/ Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren bewerken instellingen station Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten. Kopiëren De volgende zoomopties zijn beschikbaar: 100% Het origineelformaat blijft behouden. Auto Past het beeld aan zodat het op het papierformaat past.
  • Pagina 349 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Overige Verkleint of vergroot bij andere dan standaard zoom ingestelde vergrotingen. Item Instelling Beschrijving Overige 115% B5>>A4, Selecteert een vooraf 86% A4>>B5, ingestelde verhouding. 129% Statement>>Letter, 90% Folio>>A4, 78% Legal>>Letter, 64% Ledger>>Letter Zoomfactor invoeren Hiermee kan het origineelbeeld in stappen van 1% tussen 25% en 400% handmatig worden vergroot of verkleind.
  • Pagina 350 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Afdrukken/Verzenden/opslaan Item Beschrijving 100% Het origineelformaat blijft behouden. Auto Vergroot of verkleint het origineel tot het formaat voor verzenden/opslaan. OPMERKING • Selecteer, om het beeld te verkleinen of te vergroten, het papierformaat, verzendformaat of opslagformaat. Papierselectie (pagina 13-4) Verzendformaat (pagina 13-51) •...
  • Pagina 351 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving 4 in 1 Indeling 4 in 1 (R dan O), De pagina-indeling van gescande originelen selecteren. 4 in 1 (L dan O), 4 in 1 (O dan R), 4 in 1 (O dan L), Kader Geen, Ononderbroken lijn, Het type kaderlijn selecteren.
  • Pagina 352 Gebruik van de verschillende functies > Over functies OPMERKING • De ondersteunde papierformaten in ‘Combineren’ zijn: A3 , A4 , A4, A5 , B4, B5 , B5, Folio 216×340 mm , Ledger , Letter , Letter, Legal , Statement , Oficio II , 8K , 16K en 16K.
  • Pagina 353 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Marge Links/rechts Metrisch: -18 mm tot +18 mm Stel de margebreedte in. (in stappen van 1 mm) Voer de marges in voor "Links/Rechts" en Boven/Onder Inch: -0,75" tot +0,75" "Boven/Onder"...
  • Pagina 354 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Kader wissen Indelen/ Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren bewerken instellingen station Wist het zwarte kader rondom de afbeelding. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: Kader wissen blad Zwarte kaders rond het origineel in een enkel vel wissen. Origineel Kopiëren Kader wissen boek...
  • Pagina 355 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Kader wissen Kader Metrisch: 0 mm tot 50 mm Stel de breedte voor het te wissen kader in. blad (in stappen van 1 mm) Stel de waarde in door op [+] of [-] te Inch: 0,00"...
  • Pagina 356 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Boekje Indelen/ Functies Custom Kopiëren bewerken Met de optie Boekje kunt u bladoriginelen kopiëren en boekjes zoals een kleine brochure of een pamflet samenstellen. Een boekje, zoals een tijdschrift, wordt gemaakt door het in het midden te vouwen. OPMERKING Met de optionele finisher 4000 vel en de vouweenheid kunt u kopieën met de zadelsteek nieten (vouw ze in tweeën met nietjes in het midden).
  • Pagina 357 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Kopiëren Item Instelling Beschrijving 1-Zijdig >> Afwerking Binding links, Selecteert de bindrichting van kopieën. Boekje binding rechts, binding boven Kaft Kaft: Niet afdrukken, Selecteer of u de kaft wel of niet wilt Alleen voorblad, toevoegen.
  • Pagina 358 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving 2-Zijdig >> Origineel Binding links/rechts, Selecteert de bindrichting van originelen. Boekje binding boven Afwerking Binding links, Selecteert de bindrichting van kopieën. binding rechts, binding boven Kaft Kaft: Niet afdrukken, Selecteer of u de kaft wel of niet wilt Alleen voorblad, toevoegen.
  • Pagina 359 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Afdrukken Item Instelling Beschrijving Boekje Binding Links, rechts, boven Selecteert de bindrichting van kopieën. Kaft Kaft: Niet afdrukken, Selecteer of u de kaft wel of niet wilt Alleen voorblad, toevoegen. Selecteer de afdrukmethode Afdrukinstelling Alleen achterblad, voor de in te voegen kaft.
  • Pagina 360 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Duplex Indelen/ Functies Functies USB- Custom Kopiëren bewerken station Maakt dubbelzijdige kopieën. U kunt ook enkelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen maken. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: Enkelzijdig naar dubbelzijdig Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen worden gemaakt.
  • Pagina 361 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Boek naar enkelzijdig Hiermee kan een 1-zijdige kopie van een 2-zijdig origineel of een opengeslagen boek worden gemaakt. De volgende bindopties zijn beschikbaar. Binding links: Originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden Origineel Kopiëren van links naar rechts gekopieerd.
  • Pagina 362 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving 1-zijdig >> Afwerking Links/rechts, boven Selecteert de bindrichting van kopieën. 2-zijdig Afdr.richting Bovenrand bovenaan, bovenrand Selecteer de richting van de bovenrand van origineel links, Auto het originele document om in de juiste richting te scannen.
  • Pagina 363 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Schaduwzones wissen Indelen/ Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren bewerken instellingen station Bij het scannen met open documenttoevoer, de extra schaduwzone wissen. (Instelling: [Uit] / [Aan]) Paginanummering Indelen/ Functies Custom Kopiëren bewerken Voegt paginanummers toe aan de voltooide documenten.
  • Pagina 364 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving -1-, P.1, Positie Positie Boven links, Boven Selecteer de afdrukpositie van het paginanummer. midden, Boven rechts, U kunt de gedetailleerde stempelpositie opgeven via Midden links, Midden, numerieke waarden, en de stempelpositie instellen op Midden rechts, Onder ([Zelfde als voorblad], [Voorblad spiegelen]) wanneer links,...
  • Pagina 365 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving -1-, P.1, Letter- Letter- Courier, Letter Gothic Het lettertype van het paginanummer instellen. type type Formaat Weergave van de De lettertypegrootte van het paginanummer instellen. grootte van lettertypen die in "Tekst (Tekststempel)"...
  • Pagina 366 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Vellen/hoofdstukken invoegen Indelen/ Kopiëren bewerken Plaats een tussenvel, of maak van de eerste pagina van het hoofdstuk de voorpagina bij duplex afdrukken. De geconfigureerde pagina’s worden in de lijst weergegeven. Item Instelling Beschrijving Toevoe- Scheider...
  • Pagina 367 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Memopagina Indelen/ Kopiëren bewerken Produceert kopieën met ruimte voor het toevoegen van aantekeningen. U kunt ook twee originelen op hetzelfde blad afdrukken met een tussenruimte of lijnen toevoegen om de kaderlijnen van de pagina aan te geven.
  • Pagina 368 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Indeling B Indeling Linksboven naar rechts, Kiezen hoe de pagina’s van het gescande Rechtsboven naar links, origineel worden ingedeeld. Linksboven naar onder, Rechtsboven naar onder Kader Geen, Ononderbroken lijn, Het type kaderlijn selecteren.
  • Pagina 369 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Tekststempel Indelen/ Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren bewerken instellingen station U kunt een tekststempel aan de documenten toevoegen. Kopiëren/afdrukken OPMERKING Dit kan niet worden ingesteld als Tekststempel is ingesteld in de systeeminstellingen. Afdruktaken (pagina 15-64) Item Instelling...
  • Pagina 370 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Lettertype Lettertype Courier, Letter Gothic Het lettertype van de tekststempel instellen. Formaat De geregistreerde De lettertypegrootte van de tekststempel lettertypegrootten worden instellen. Voor meer informatie over het weergegeven. registreren van lettertypegrootten, zie: Lettertypegrootte (Tekststempel) (pagina 15-39) Tekengrens...
  • Pagina 371 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Verzenden/opslaan OPMERKING Dit kan niet worden ingesteld als Tekststempel is ingesteld in de systeeminstellingen. Verzendtaken (pagina 15-67) Opslagtaken (pagina 15-69) Item Instelling Beschrijving Stempel Een tekenreeks (maximaal 32 Het tekstinvoerveld selecteren en de af te karakters), Sjabloon 1 tot 8 drukken tekenreeks invoeren, of een tekststempel kiezen uit de weergegeven...
  • Pagina 372 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Lettertype Lettertype Courier, Letter Gothic Het lettertype van de tekststempel instellen. Formaat Geregistreerde De lettertypegrootte van de tekststempel lettertypegrootten instellen. Voor meer informatie over het registreren van lettertypegrootten, zie: Lettertypegrootte (Tekststempel) (pagina 15-39) Tekengrens...
  • Pagina 373 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Stempel Indelen/ Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren bewerken instellingen station U kunt een stempel aan de documenten toevoegen. Kopiëren/afdrukken OPMERKING Dit kan niet worden ingesteld als Stempel is ingesteld in de systeeminstellingen. Afdruktaken (pagina 15-64) Item Instelling...
  • Pagina 374 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Lettertype Lettertype Courier, Letter Gothic Het lettertype van de stempel instellen. Formaat De geregistreerde De lettertypegrootte van de stempel instellen. lettertypegrootten worden Voor meer informatie over het registreren van weergegeven.
  • Pagina 375 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Nummering standaard 1 tot 9999999 Het beginvolgnummer instellen. Om het aantal cijfers (1 tot 7) van het volgnummer in te stellen, drukt u op [Vast cijferaantal] > [Aan]. Dit verschijnt als u op [Nummering] heeft gedrukt in "Stempel".
  • Pagina 376 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Continu scannen Geavanceerde Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren instellingen instellingen station Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke partijen en produceert ze vervolgens als één taak. Originelen worden continu gescand tot u op [Scan volt.] drukt. Druk op [Aan] om continu scannen te gebruiken.
  • Pagina 377 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Melding taak voltooid Geavanceerde Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Verzen- Kopiëren instellingen instellingen station Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid. Het is ook mogelijk een bericht te versturen wanneer een taak wordt onderbroken.
  • Pagina 378 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Prioriteit onderdrukken Geavanceerde Functies Functies USB- Custom Kopiëren instellingen station Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan een andere taak. De uitgestelde taak wordt hervat als de andere taak klaar is. (Instelling: [Uit] / [Aan]) OPMERKING •...
  • Pagina 379 Gebruik van de verschillende functies > Over functies DP-leesactie Geavanceerde Kopiëren instellingen Kiest de scanbewerking voor de documenttoevoer wanneer deze wordt gebruikt. Item Beschrijving Snelheidsprioriteit Geeft voorrang aan de scansnelheid. Kwaliteitsprioriteit Geeft voorrang aan beeldkwaliteit bij een iets lagere scansnelheid. Blanco pagina overslaan Geavanceerde Geavanceerde...
  • Pagina 380 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Item Instelling Beschrijving Boek Binding Links, Rechts Selecteert de bindrichting van originelen. Afdr.richting Bovenrand Selecteer de richting van de bovenrand van het originele origineel bovenaan, document om in de juiste richting te scannen. Druk op bovenrand links, [Afdr.richting origineel] om de richting van het origineel te selecteren, namelijk [Bovenrand boven] of [Bovenrand...
  • Pagina 381 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Verzendformaat Orig./Verz. Functies Custom Verzen- geg.formaat Selecteert het formaat van de te verzenden afbeelding. Druk op [Zelfde als origineel], [Metrisch], [Inch], of [Overige] om het opslagformaat te selecteren. Item Instelling Beschrijving Zelfde als origineel ―...
  • Pagina 382 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Bestandsindeling Orig./Verz. Functies Functies USB- Custom Verzen- geg.formaat station Geeft de bestandsindeling van het beeld op. Het niveau van de beeldkwaliteit kan ook aangepast worden. Selecteert het bestandsformaat uit [PDF], [TIFF], [JPEG], [XPS], [OpenXPS], [Hoge comp. PDF], [Word], [Excel] en [PowerPoint].
  • Pagina 383 Gebruik van de verschillende functies > Over functies OCR-tekstherkenning Wanneer [PDF] of [Hoge comp. PDF] als bestandsindeling is geselecteerd, kunt u een doorzoekbaar PDF-bestand aanmaken door OCR op het gescande document te laten uitvoeren. Druk op [OCR-tekstherkenning] en vervolgens op [Aan], selecteer de taal van het document, en druk op [OK].
  • Pagina 384 Gebruik van de verschillende functies > Over functies PDF-encryptie functies Als u PDF of Hoge comp. PDF als bestandsindeling geselecteerd hebt, kunt u het toegangsniveau voor weergave, afdrukken en bewerken van PDF's beperken door een wachtwoord toe te wijzen. Druk op [PDF] of [Hoge comp. PDF] in [Bestandsindeling], en selecteer [Encryptie]. De items die ingesteld kunnen worden variëren op basis van de gekozen instelling in [Compatibiliteit].
  • Pagina 385 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Wanneer [Acrobat 5.0 en hoger, coderingsniveau: Hoog (128-bits)] is geselecteerd Item Instelling Beschrijving Wachtwoord voor openen Uit, Aan Wachtwoord invoeren om het PDF-bestand te document openen. Druk op [Aan], voer een wachtwoord in (maximaal 256 karakters) en druk op [Volgende].
  • Pagina 386 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Scannen naar Office-functie Dit apparaat is voorzien van de functie waarmee gescande documenten inclusief tekst, afbeeldingen en foto’s in doorzoekbare en bewerkbare Microsoft Office (Word, Excel en PowerPoint) 2007 of later gegevensformaat geconverteerd worden, via OCR- verwerking.
  • Pagina 387 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Bestanden scheiden Orig./Verz. Functies Functies USB- Custom Verzen- geg.formaat station Creëert verschillende bestanden door de gegevens van het gescande origineel per opgegeven aantal pagina's te scheiden alvorens de bestanden te verzenden. OPMERKING Een driecijferig volgnummer zoals "abc_001.pdf, abc_002.pdf..."...
  • Pagina 388 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Onderwerp/tekst E-mailbericht Geavanceerde Functies Custom Verzen- instellingen Voegt een onderwerp en tekstkader toe wanneer een document wordt verzonden. Druk op [Onderwerp] / [Tekst] om het onderwerp/tekst van het e-mailbericht in te voeren. OPMERKING •...
  • Pagina 389 Gebruik van de verschillende functies > Over functies Bevestiging bestand grootte Geavanceerde Functies Custom Verzen- instellingen Controleert de bestandsgrootte alvorens het origineel te verzenden. Om de bestandsgrootte te wijzigen, de instellingen van elke functie wijzigen. Wanneer u op [Herberekenen] drukt, wordt de bestandsgrootte opnieuw berekend. (Instelling: [Uit] / [Aan]) Verwijderen na verzending Functies...
  • Pagina 390 Gebruik van de verschillende functies > Over functies JPEG-/TIFF-afdruk Kleur USB- station Selecteren van de beeldgrootte wanneer JPEG- of TIFF-bestanden worden afgedrukt.. Item Beschrijving Aanpassen aan Past de beeldgrootte aan het geselecteerde papierformaat aan. papierform. Beeldresolutie Drukt af met de resolutie van de werkelijke afbeelding. Aanpassen aan Past de beeldgrootte aan de afdrukresolutie aan.
  • Pagina 391 Gebruik van de verschillende functies > Functietoetsen toewijzen Functietoetsen toewijzen Met functietoetsen kunt u verschillende functies en uitgebreide functies toewijzen, waaronder kopiëren en scannen. Vaak gebruikte functies en uitgebreide functies kunnen worden toegewezen en het scherm kan eenvoudig worden opgeroepen. Voor deze machine zijn de volgende functies standaard toegewezen.
  • Pagina 392 Gebruik van de verschillende functies > Favorieten Favorieten Nadat u veelgebruikte functies aan de favorieten hebt toegevoegd, kunt u deze snel en eenvoudig oproepen. U kunt de favorieten ook een naam geven om ze makkelijker te herkennen bij het oproepen. OPMERKING •...
  • Pagina 393 Gebruik van de verschillende functies > Favorieten Voer de favoriet uit. Plaats de originelen > [Start] toets OPMERKING [Favorieten] kan bij elke functie worden geselecteerd om de geregistreerde favoriet voor de betreffende functie op te roepen. Favorieten bewerken U kunt het nummer of de naam van een favoriet wijzigen. Roep het scherm op.
  • Pagina 394 Gebruik van de verschillende functies > Sneltoetsen registreren (kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen) Sneltoetsen registreren (kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen) U kunt sneltoetsen registreren om snel toegang te hebben tot veelgebruikte functies. De functienaam die bij een geregistreerde sneltoets hoort, kan indien nodig gewijzigd worden. Sneltoetsen toevoegen Het registreren van sneltoetsen gebeurt in het basisscherm van elk van de functies.
  • Pagina 395 Gebruik van de verschillende functies > Sneltoetsen registreren (kopieer-, verzend- en documentboxinstellingen) Sneltoetsen bewerken Roep het scherm op. Selecteer [ ] voor "Sn.toets". Geef het sneltoetsmenu weer. Selecteer [ ] (bewerkingspictogram). Bewerk de sneltoets. Druk op de sneltoets die u wilt bewerken. Druk op [Bewerken].
  • Pagina 396 14 Beheer van taken/ onderdelen/apparaat In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de status en geschiedenis van taken kunt controleren, hoe u taken kunt bewerken en hoe u apparaatinformatie kunt controleren. De taakstatus controleren ..........................14-2 Details van de statusschermen ......................14-3 Gedetailleerde informatie over taken controleren ..................
  • Pagina 397 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De taakstatus controleren De taakstatus controleren Controleer de status van de taken die worden verwerkt of wachten om te worden afgedrukt. Beschikbare statusschermen De verwerkings- en wachtstatus van taken wordt in vier verschillende schermen als een lijst op het aanraakscherm weergegeven - Afdruktaken, Verzendtaken, Opslagtaken en Geplande taken.
  • Pagina 398 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De taakstatus controleren Details van de statusschermen Scherm afdruktaken 10 9 Item Beschrijving Geaccep.tijd Geaccepteerde tijd van het werk Type Pictogrammen die het type taak aangeven Kopieertaak Afdruktaak Taak uit Documentbox E-mailontvangst Gegevens uit verwisselbaar geheugen Uitgebreide functie Rapport/Lijst Taaknaam...
  • Pagina 399 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De taakstatus controleren Item Beschrijving [Omschak. naar Selecteer deze toets wanneer u overschakelt naar [Afdrukken] Prioriteit afdr.]/ of [Kwaliteit]. [Omschak. naar Prior. Omschakelen naar prioriteitsmodus van afdruktaak kwalit.] (pagina 14-11) [Annuleren] Selecteer de taak die u wilt annuleren uit de lijst en selecteer deze toets.
  • Pagina 400 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De taakstatus controleren Scherm verzendtaken Item Beschrijving Geaccep.tijd Geaccepteerde tijd van het werk Type Pictogrammen die het type taak aangeven Verzendtaak e-mail Verzendtaak map Verzendtaak uitgebreide functie Multi-versturen Bestemming Bestemming (de naam van de bestemming, het e-mailadres of de naam van de server) Gebruikersnaam Gebruikersnaam voor de uitgevoerde taak...
  • Pagina 401 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De taakstatus controleren Scherm opslagtaken Item Beschrijving Geaccep.tijd Geaccepteerde tijd van het werk Type Pictogrammen die het type taak aangeven Opslagtaak Scan Opslagtaak Printer Boxdocum. samenvoeg. Boxdocum. kopiëren Taaknaam Taaknaam of bestandsnaam wordt weergegeven. Gebruikersnaam Gebruikersnaam voor de uitgevoerde taak Status Status van taak InProcess: De status vóór het opslaan, zoals bij het scannen...
  • Pagina 402 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De taakstatus controleren Gedetailleerde informatie over taken controleren Roep het scherm op. Details van de statusschermen (pagina 14-3) Controleer de gegevens. Selecteer [ ] informatiepictogram voor de taak waarvoor u gedetailleerde informatie wilt weergeven. Er wordt gedetailleerde informatie over de gekozen taak weergegeven. In Verzendtaken kunt u de bestemming controleren door [ ] (informatiepictogram) in "Bestemming"...
  • Pagina 403 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > Taakgeschiedenis controleren Taakgeschiedenis controleren OPMERKING U kunt de taakgeschiedenis controleren met behulp van Command Center RX vanaf de PC. Command Center RX User Guide Beschikbare taakgeschiedenisschermen De taakgeschiedenis wordt afzonderlijk weergegeven in drie schermen - Afdruktaken, Verzendtaken en Opslagtaken. De volgende taakgeschiedenissen zijn beschikbaar.
  • Pagina 404 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > Taakgeschiedenis controleren Taakgeschiedenisscherm weergeven Roep het scherm op. Druk op de toets [Taakstatus/Annuleren]. Selecteer de taak om de details te controleren. Selecteer het tabblad [Logboek] en selecteer de taak om details uit de lijst te controleren. Gedetailleerde informatie over geschiedenissen controleren Roep het scherm op.
  • Pagina 405 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > Taakbewerking Taakbewerking Pauze en hervatting van taken Pauzeren/hervatten van alle afdruktaken tijdens afdrukken/wachten. Roep het scherm op. Druk op de toets [Taakstatus/Annuleren]. Selecteer [Afdruktaken onderbr.] in het scherm met de afdruktaakstatus. Het afdrukken wordt gepauzeerd. Wanneer u het afdrukken van gepauzeerde taken hervat, selecteert u [Alle afdruktaken hervatten].
  • Pagina 406 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > Taakbewerking Omschakelen naar prioriteitsmodus van afdruktaak Als u deze toets selecteert, wordt de afdruktaak omgeschakeld naar de modus afdrukprioriteit of kwaliteitsprioriteit. Door [Omschak. naar Prioriteit afdr.] te selecteren, kunt u afdrukken, zelfs als de inkttemperatuur lager is dan de aanbevolen afdruktemperatuur.
  • Pagina 407 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > Taakbewerking De volgorde van afdruktaken veranderen Met deze functie kunt u een afdruktaak in de wachtrij een hogere uitvoerprioriteit geven. OPMERKING De tweede taak kan niet qua uitvoerprioriteit worden verhoogd. Roep het scherm op. Druk op de toets [Taakstatus/Annuleren]. Selecteer [Naar boven] in het scherm met de afdruktaakstatus.
  • Pagina 408 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > Machinestatus Machinestatus Configureer de geïnstalleerde of op deze machine aangesloten apparaten/lijnen of controleer hun status. Roep het scherm op. Selecteer de toets [Machinegegevens]. OPMERKING U kunt ook [Machinegegevens] op de taakbalk selecteren om het scherm Machinegegevens weer te geven.
  • Pagina 409 Beheer van taken/onderdelen/apparaat > De resterende hoeveelheid inkt en papier controleren (Onderdelen/Papier) De resterende hoeveelheid inkt en papier controleren (Onderdelen/Papier) Controleer de resterende hoeveelheid inkt en papier op het aanraakscherm. Roep het scherm op. Selecteer de toets [Machinegegevens]. Selecteer [Meer (Detail)]. Selecteer [Onderdelen/Papier].
  • Pagina 410 15 Instellen vanaf het systeemmenu In dit hoofdstuk wordt de inhoud van het systeemmenu beschreven, met betrekking tot de algemene bediening van de machine. Wijzig de standaardinstellingen naargelang de manier waarop u de machine gebruikt. Hoe u toegang krijgt tot het systeemmenu . 15-2 Netwerkinstellingen ........
  • Pagina 411 Instellen vanaf het systeemmenu > Hoe u toegang krijgt tot het systeemmenu Hoe u toegang krijgt tot het systeemmenu Roep het scherm op. Selecteer de toets [Systeemmenu/Tellers]. Selecteer een functie. 1 Weergave van de systeemmenu-items. Items die niet worden weergegeven kunnen worden weergegeven door het scherm omhoog en omlaag te vegen.
  • Pagina 412 Instellen vanaf het systeemmenu > Systeemmenu-instellingen Systeemmenu-instellingen In dit gedeelte worden de functies beschreven die in het systeemmenu geconfigureerd kunnen worden. Om de instellingen te configureren, drukt u op het item in Systeemmenu en selecteert u de instelling. Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
  • Pagina 413 Instellen vanaf het systeemmenu > Systeemmenu-instellingen Referentie- Item Beschrijving pagina Melding/Rapport Afdrukken van rapporten om de instellingen, status en historie van pagina 15-28 het apparaat te controleren. Ook kunnen instellingen voor het afdrukken van rapporten worden geconfigureerd. Rapport/Lijst afdrukken Afdrukken van diverse rapporten en lijsten. pagina 15-28 Instelling result.rapport Instellingen configureren voor berichten voor verzenden en...
  • Pagina 414 Instellen vanaf het systeemmenu > Systeemmenu-instellingen Referentie- Item Beschrijving pagina Netwerkinstellingen Configureren van de systeeminstellingen van het apparaat. pagina 15-51 Hostnaam De hostnaam van het apparaat controleren. pagina 15-51 Proxy De proxy instellen voor de internetverbinding vanaf een pagina 15-52 uitgebreide functie.
  • Pagina 415 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Machine-instellingen Volledige configuratie voor de bediening van het apparaat. Taal/Meeteenheid Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Taal/Meeteenheid] Item Beschrijving Taal Om de weergavetaal van het aanraakpaneel in te stellen. Maateenheid Inch of metrisch kiezen als eenheid voor de papierafmetingen. Instelling: mm, inch Temperatuur Selecteer Fahrenheit of Celsius voor de temperatuureenheid.
  • Pagina 416 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Energiebesparende stand/Timer Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Energiebesparende stand/Timer] Item Beschrijving Reset Inst Autom Als er enige tijd geen taken worden uitgevoerd, de instellingen automatisch resetten en teruggaan naar de standaardinstelling. Kies of u Reset Inst Autom wel of niet wilt gebruiken.
  • Pagina 417 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Wekelijkse Instellingen configureren voor inschakeling van de slaapstand en automatisch timerinstellingen ontwaken na een opgegeven tijd voor elke dag van de week. Wekelijkse timer Kies of u de wekelijkse timer wilt gebruiken. Instelling: Uit, Aan Planning Geef voor elke dag van de week de tijd aan waarop het apparaat in de slaapstand...
  • Pagina 418 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Display-instellingen Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Display-instellingen] Item Beschrijving Helderheid De helderheid van het aanraakscherm instellen. Instelling: 1 (Donkerder), 2, 3, 4, 5 (Lichter) Standaardscherm Het scherm selecteren dat direct na het opstarten verschijnt (standaardscherm). Instelling: Home, Kopiëren, Verzenden, Status, Machinegegevens, Custom box, Taakvenster, USB-station, Naam uitgebreide functie, Webbrowser OPMERKING...
  • Pagina 419 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Registratie snelle De functies selecteren die voor Snelle instellingen geregistreerd moeten worden. Zes instellingen toetsen van het scherm Snelle instellingen zijn aan typische functies toegewezen maar (afdrukken uit box) kunnen naar behoefte worden gewijzigd. Er zijn zes items in de volgende opties beschikbaar.
  • Pagina 420 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Origineel-/scaninstellingen Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Origineel-/scaninstellingen] Item Beschrijving Auto-detectie origineel Kiezen of originelen van speciaal of niet-standaard formaat automatisch moeten worden gedetecteerd. Meeteenheid Druk op [Metrisch] voor automatische detectie van originelen in centimeter-formaten. Druk op [Inch] voor detectie van originelen in inch-formaten.
  • Pagina 421 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Custom formaat origineel Vaak gebruikte aangepaste origineelformaten instellen. Er kunnen vier aangepaste origineelformaten worden toegevoegd. De optie voor aangepaste formaten wordt weergegeven op het scherm voor het selecteren van het origineelformaat. Stel [Custom 1 (tot 4)] op [Aan] in en druk op [Aan] en voer het gewenste formaat in. Instelling Metrisch X: 50 tot 432 mm (in stappen van 1 mm)
  • Pagina 422 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Papierinvoer Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] Papier- en papierbroninstellingen instellen. Paper Catalog Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Paper Catalog] Item Beschrijving Paper Catalog Selecteer [ ] (informatiepictogram) van het gewenste papiermerk uit de lijst. De gedetailleerd informatie van het papier wordt weergegeven.
  • Pagina 423 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Instellingen cassette 1 (tot 8) Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Instellingen cassette 1 (tot 8)] OPMERKING [Instellingen cassette 5 ] tot [Instellingen Cassette 8] worden weergegeven als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is. Item Beschrijving Paper Catalog...
  • Pagina 424 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Handmatig Papiergewicht De gewichten die kunnen worden geselecteerd variëren per mediatype. Instelling Normaal: Geen, Normaal 1 (60 tot 74 g/m ), Normaal 2 (75 tot 90 g/m ), Normaal 3 (91 tot 105 g/m Velijn: Geen, Licht (52 tot 59 g/m Etiketten: Geen, Normaal 1 tot 3, Zwaar 1 (106 tot 135 g/m ), Zwaar 2 (136 tot...
  • Pagina 425 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Handmatig Instellingen Deze aanpassing uitvoeren indien inktspatten of kleurafwijkingen optreden op het printkopafstand uitgevoerde resultaat, of als het papier vastloopt. Instelling: Normaal, Breed BELANGRIJK • Het selecteren van [Breed] kan leiden tot inktspatten en kleurverloop. •...
  • Pagina 426 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Instellingen MF-lade Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Instellingen MF-lade] Item Beschrijving Paper Catalog Selecteer het papiermerk uit de lijst [Uit Paper Catalog selecteren]. Handmatig Papierfor- Selecteer het papierformaat. Wanneer [Auto (metrisch)] of [Auto (inch)] is maat geselecteerd, wordt het papierformaat automatisch gedetecteerd en geselecteerd.
  • Pagina 427 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Handmatig Papierge- Selecteer het papiergewicht. De gewichten die kunnen worden geselecteerd wicht variëren per mediatype. Instelling: Multifunctionele lade van de hoofdeenheid Normaal: Geen, Normaal 1 tot 3 Ruw: Geen, Normaal 1 tot 3, Zwaar 1 tot 5 Velijn: Geen, Licht Etiketten: Geen, Normaal 1 tot 3, Zwaar 1 tot 5 Voorbedrukt: Geen, Normaal 1 tot 3, Zwaar 1 tot 5...
  • Pagina 428 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Ontkrul- Deze instelling aanpassen indien het papier omkrult bij dubbelzijdig afdrukken of Handmatig instelling wanneer het uitgevoerd wordt in de rechterlade. hoofdeen- Instelling: heid U kunt het ontkrullen instellen op een waarde van [-5 (Laag)] tot [+5 (Hoog)]. Ontkr.
  • Pagina 429 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Instellingen voor papierinvoer Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Instellingen voor papierinvoer] Item Beschrijving Standaardpapierbron Selecteer de standaard papierbron. Instelling: Cassette 1 (tot 8), MF-lade OPMERKING • [Cassette 5] tot [Cassette 8] worden weergegeven als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is.
  • Pagina 430 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Actie speciaal papier Bij afdrukken op geperforeerd of voorgedrukt papier, briefpapier en mat inkjetpapier, kan het zijn dat de gaten niet zijn uitgelijnd of de afdrukrichting ondersteboven is, afhankelijk van hoe de originelen worden geplaatst en de combinatie van kopieerfuncties. Druk in dat geval op [Afdrukrichting instellen] om de afdrukrichting aan te passen.
  • Pagina 431 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Uitvoerlade Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papieruitvoer] Item Beschrijving Uitvoerlade Kopie/Box Selecteer de uitvoerlade voor respectievelijk kopieertaken en afdruktaken uit Documentbox. Instelling: zonder opties • Rechterlade: De afdrukken worden opgevangen in de rechterlade van het apparaat. met optionele 5000-vel stapelaar •...
  • Pagina 432 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Uitvoerlade Printer Selecteer de uitvoerlade voor afdruktaken uit de computergegevens. Instelling: zonder opties • Rechterlade: De afdrukken worden opgevangen in de rechterlade van het apparaat. met optionele 5000-vel stapelaar • Rechterlade: De afdrukken worden opgevangen in de rechterlade van het apparaat.
  • Pagina 433 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Tijd indicator papierverwijdering Afhankelijk van de papiersoort kan het apparaat aangeven dat het papier vol is wanneer het aantal vellen minder is dan het aantal dat kan worden geplaatst. Om papierstoringen als gevolg van overbelasting te voorkomen, kunt u bij benadering een stapelcapaciteit configureren die geschikt is om het papier uit de uitvoerbestemming te verwijderen.
  • Pagina 434 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Gebruik van functietoetsen Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Gebruik van functietoetsen] Item Beschrijving Functietoets 1 Een functie aan elke functietoets toewijzen. Instelling: Geen, Kopiëren, Verzenden, Custom box, Taakbox, USB-station, Functietoets 2 Webbrowser Functietoets 3 OPMERKING •...
  • Pagina 435 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Foutafhandeling Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Foutafhandeling] Item Beschrijving Verkeerd papierformaat Instellen hoe moet worden gehandeld als de instelling van het papierformaat van de geplaatst multifunctionele lade niet overeenkomt met het werkelijke papierformaat. Instelling: Negeren: De instelling wordt genegeerd en de taak wordt afgedrukt.
  • Pagina 436 Instellen vanaf het systeemmenu > Machine-instellingen Item Beschrijving Foutmelding negeren Instellen of een taak waarvoor de fout "Plaats papier in cassette #" of "Plaats papier in MF-lade" is opgetreden bij starten van de taak, automatisch wordt overgeslagen nadat een bepaalde tijd is verstreken. Instelling: Uit, Aan OPMERKING •...
  • Pagina 437 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Melding/Rapport Afdrukken van rapporten om de instellingen, status en historie van het apparaat te controleren. Ook kunnen instellingen voor het afdrukken van rapporten worden geconfigureerd. Rapport/Lijst afdrukken Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Melding/Rapport] > "Rapport/Lijst afdrukken" [Rapport/Lijst afdrukken] Item Beschrijving Statuspagina...
  • Pagina 438 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Item Beschrijving Accountingrpprt Het totaal van de pagina's geteld in alle betreffende accounts kan afgedrukt worden als een afdrukken accountingrapport. De rapporten hebben een verschillende indeling afhankelijk van hoe de telling van kopieën en afdrukken beheerd wordt. Als "Individueel"...
  • Pagina 439 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Instelling result.rapport Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Melding/Rapport] > "Instelling result.rapport" Item Beschrijving Rapport verzendresultaten Automatisch een rapport van het verzendresultaat afdrukken wanneer de verzending is voltooid. E-mail/map Automatisch een rapport van het verzendresultaat afdrukken wanneer de e-mail of SMB/FTP verzending is voltooid.
  • Pagina 440 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Melding van Machinestatus Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Melding/Rapport] > "Melding van Machinestatus" Item Beschrijving Laag inktniveau Laag inktniveau waarschuwing (pagina 15-27) waarschuwing Melding op apparaat Configureert het tijdstip van vervanging van de verbruiksartikelen en de Aan/Uit van de melding.
  • Pagina 441 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Instellingen berichtenbord Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Melding/Rapport] > "Instellingen berichtenbord" Item Beschrijving Berichtenbord Kies of u wel of niet het berichtenbord wilt gebruiken. Instelling: Uit, Aan Berichtenlijst Instellingen configureren voor het geregistreerde berichtenbord. Toevoegen Een nieuwe berichtenbord toevoegen. Titel/Tekst De titel en tekst invoeren om op het berichtenbord weer te geven.
  • Pagina 442 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Historie-instellingen Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Melding/Rapport] > "Historie-instellingen" OPMERKING Voor meer informatie over de Loggeschiedenis, zie: Logboekbeheer (pagina 15-37) Item Beschrijving Verzenden Automatisch Met deze functie wordt het logboek automatisch naar de loggeschiedenis verzenden opgegeven bestemmingen verzonden wanneer een ingesteld aantal taken geregistreerd is.
  • Pagina 443 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Item Beschrijving Instellingen Inloghistorie Kiezen of de Inloghistorie geregistreerd wordt. inloghistorie Instelling: Uit, Aan OPMERKING Als [Aan] geselecteerd is, het aantal logboektaken opgeven. Het instelbereik is 1 tot 1000. Autom. verzenden Kiezen of de inloghistorie automatisch naar het ingestelde adres wordt verzonden wanneer het in "Inloghistorie”...
  • Pagina 444 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Item Beschrijving Instell. loghistorie Loghistorie apparaat Kiezen of het logboek van het apparaat geregistreerd wordt. apparaat Instelling: Uit, Aan OPMERKING Als [Aan] geselecteerd is, het aantal opgeven dat moet worden opgeslagen. Het instelbereik is 1 tot 1000. Autom.
  • Pagina 445 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Item Beschrijving Foutenlog beveiligde Foutenlog beveiligde Kiezen of het foutenlogboek van de beveiligde communicatie comm. comm. geregistreerd wordt. Instelling: Uit, Aan OPMERKING Als [Aan] geselecteerd is, het aantal opgeven dat moet worden opgeslagen. Het instelbereik is 1 tot 1000. Autom.
  • Pagina 446 Instellen vanaf het systeemmenu > Melding/Rapport Logboekbeheer Op dit apparaat kan logboekbeheer worden uitgevoerd voor de volgende logboeken. Item Logonderwerp Loginformatie Takenlog Kopiëren/Scannen/Verzenden/Afdruktaak voltooid • Datum en tijd optreden gebeurtenis Controle taakstatus/Wijzigen van taken/Annuleren van taken • Type gebeurtenis Inloghistorie Gelukte en mislukte aan-/afmeldingen •...
  • Pagina 447 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Functie-instellingen Instellingen configureren voor kopieer-, verzend- en documentboxfuncties. Standaardinst. functies Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Standaardinst. functies] Algemeen Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Standaardinst. functies] > [Algemeen] Item Beschrijving Bestandsnaam invoeren Een automatisch ingevoerde (standard) naam instellen voor taken. Ook kan aanvullende informatie zoals Datum en tijd en Taaknr.
  • Pagina 448 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Item Beschrijving Systeemstempel Instellingen configureren voor stempels. (Basisinstellingen) Tekst (Tekststempel) De tekenreeks bewerken voor een sjabloon. Er kunnen maximaal 8 sjablonen worden geregistreerd. Lettertypegrootte De lettertypegrootte instellen voor het afdrukken van paginanummers. (pagina #) Instelling: Grootte 1 tot 3 6,0 tot 64,0 pt Lettertypegrootte...
  • Pagina 449 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Item Beschrijving Standaardmarge De standaardmarge instellen. Instelling: Metrisch Links/rechts: -18 tot 18 mm (in stappen van 1 mm) Boven/onder: -18 tot 18 mm (in stappen van 1 mm) Inch Links/rechts: -0,75 tot 0,75" (in stappen van 0,01") Boven/onder: -0,75 tot 0,75"...
  • Pagina 450 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Verzenden/Opslaan Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Standaardinst. functies] > [Verzenden/Opslaan] Item Beschrijving Afdr. richting De standaard afdrukrichting van het origineel instellen . origineel (Verz/opsl.) Instelling: Bovenrand boven, bovenrand links, Auto Kleurselectie De standaard kleurstand selecteren voor het scannen van documenten. (verzenden/opslaan) Instelling: Auto kleur (Kleur/Grijs), Auto kleur (Kleur/zwart-wit), Kleur, Grijstinten, Zwart-Wit...
  • Pagina 451 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Item Beschrijving OCR-tekstherkenning Stel de standaard OCR-tekstherkenning in. Instelling: Uit, Aan Primaire OCR taal De standaardtaal instellen van de te extraheren tekst. ([English] wordt standaard geselecteerd.) Selecteer de te extraheren taal uit de opties die op het aanraakscherm worden weergegeven.
  • Pagina 452 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Verzenden/Opslaan Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Verzenden/Opslaan] Item Beschrijving Standaardscherm Het standaardscherm instellen dat wordt weergegeven wanneer u op de toets [Verzenden] drukt. Instelling: Bestemming, Adresboek Registratie snelle instellingen (verzenden) Registratie snelle instellingen (verzenden) (pagina 15-9) E-mail Toets [Systeemmenu/Tellers] >...
  • Pagina 453 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Taak verzenden - Map Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Taak verzenden - Map] Item Beschrijving FTP-instellingen Kiezen of documenten worden verzonden met gebruik van FTP. Om de FTP Client te gebruiken, het protocol op [Aan] instellen bij "Protocolinstellingen". Het standaard poortnummer is 21.
  • Pagina 454 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Adresboek Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Adresboek] Item Beschrijving Adresboek printer toevoegen/ Instellingen configureren voor het adresboek. bewerken Een bestemming toevoegen (Adresboek) (pagina 3-34) Adresboek Sorteren De standaard sorteerinstelling van het adres voor het adresboek selecteren. apparaat Instelling: Nr., Naam Beperken...
  • Pagina 455 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Snelkiestoets Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Snelkiestoets] Item Beschrijving Sneltoets toevoegen/ Instellingen configureren voor snelkiestoetsen. bewerken Een bestemming aan snelkiestoets toevoegen (Snelkiestoets) (pagina 3-41) Bewerkbeperking Bewerking van de snelkiestoetsen beperken. Als u [Enkel beheerder] geselecteerd heeft, dan kunt u snelkiestoetsen enkel bewerken door u aan te melden met beheerdersbevoegdheden.
  • Pagina 456 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Item Beschrijving A4/Letter onderdrukken Kies of u A4 en Letter, die een soortgelijk formaat hebben, als hetzelfde formaat wilt behandelen bij afdrukken. Instelling: Uit: A4 en Letter worden niet als hetzelfde formaat beschouwd. Aan: A4 en Letter worden als hetzelfde formaat beschouwd. Het apparaat zal willekeurig welk formaat in de papierbron gebruiken.
  • Pagina 457 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Item Beschrijving Autom. cas. verw De volgende acties selecteren wanneer het papier in de papierbron opraakt tijdens het afdrukken. Instelling: Uit, Aan OPMERKING • Wanneer [Uit] wordt gekozen, geeft het apparaat het bericht "Doe het volgende papier in cassette #.”...
  • Pagina 458 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Documentbox Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Documentbox] Item Beschrijving Documentbox - toev./ Configureer instellingen voor Documentbox. bewerken Een nieuwe custom box aanmaken (pagina 12-7) Tijd auto. verw. best. De tijd instellen voor het automatisch verwijderen van opgeslagen documenten. Registratie snelle Registratie snelle instellingen (opslaan in box) (pagina 15-9) instellingen (opslaan in...
  • Pagina 459 Instellen vanaf het systeemmenu > Functie-instellingen Home Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Home] Instellingen configureren voor het Home-scherm. Het Home-scherm bewerken. (pagina 2-12) Status Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Status] Item Beschrijving Display-instellingen Instellen van de items die op het statusscherm verschijnen voor afdruktaken, verzendtaken en opslagtaken.
  • Pagina 460 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Handmatig nieten Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Functie-instellingen] > [Handmatig nieten] OPMERKING Wordt alleen weergegeven als de optionele 4000-vel finisher geïnstalleerd is. Item Beschrijving Handmatig nieten Het gebruik van Handmatig nieten kiezen. Instelling: Uit, Aan OPMERKING Als u [Aan] geselecteerd heeft, de tijd instellen waarna de handmatige nietmodus automatisch wordt geannuleerd.
  • Pagina 461 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Proxy Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Netwerkinstellingen] > "Netwerkinstellingen" [Proxy] Item Beschrijving Proxy Proxy De proxy instellen voor de internetverbinding vanaf een uitgebreide functie. Instelling: Uit, Gebruik een andere Proxy Server, Gebruik dezelfde proxyserver voor alle protocollen Proxyserver (HTTP) Instellen van een proxyserver (HTTP).
  • Pagina 462 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Instel. bedraad netwerk Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Netwerkinstellingen] > "Netwerkinstellingen" [Instel. bedraad netwerk] Instellingen voor bedraad netwerk configureren. TCP/IP-instellingen Item Beschrijving TCP/IP Kies of u TCP/IP-protocol wilt gebruiken. Instelling: Uit, Aan IPv4 Instellingen Stel TCP/IP (IPv4) in om verbinding te maken met het netwerk. Deze instelling is beschikbaar als [TCP/IP] is ingesteld op [Aan].
  • Pagina 463 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Item Beschrijving IPv6 Instellingen Stel TCP/IP (IPv6) in om verbinding te maken met het netwerk. Deze instelling is beschikbaar als [TCP/IP] is ingesteld op [Aan]. IPv6 Kies of u IPv6 wilt gebruiken. Instelling: Uit, Aan OPMERKING Bij selecteren van [Aan] wordt het IP-adres weergegeven in [IP-adres (Link Local)] nadat het netwerk opnieuw is opgestart.
  • Pagina 464 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Overige Item Beschrijving LAN-interface De instellingen opgeven voor de te gebruiken LAN-interface. Instelling: Auto/10BASE-T-Half/10BASE-T-Full/100BASE-TX-Half/100BASE-TX-Full/ 1000BASE-T BELANGRIJK Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
  • Pagina 465 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Item Beschrijving Protocolinstellingen Kiezen of documenten worden ontvangen met gebruik van IPP. Om het IPP-protocol te gebruiken, [IPP] op [Aan], en [SSL] op [Uit] instellen. Bovendien [Not Secure (IPP&IPPS)] instellen bij IPP Security onder Security Settings vanuit Command Center RX.
  • Pagina 466 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Item Beschrijving eSCL Protocolinstellingen Kiezen of gescande documenten worden ontvangen met gebruik van eSCL. De instelling wordt gewijzigd na opnieuw opstarten van het apparaat of netwerk. Instelling: Uit, Aan eSCL via SSL Protocolinstellingen Kiezen of gescande documenten worden ontvangen met gebruik van eSCL via SSL.
  • Pagina 467 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Item Beschrijving REST Protocolinstellingen Kiezen of gecommuniceerd wordt met gebruik van REST. Het standaard poortnummer is 9080. De instelling wordt gewijzigd na opnieuw opstarten van het apparaat of netwerk. Instelling: Uit, Aan REST via SSL Protocolinstellingen Kiezen of gecommuniceerd wordt met gebruik van REST via SSL.
  • Pagina 468 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen Ping Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Netwerkinstellingen] > "Netwerkinstellingen" [Ping] Item Beschrijving Ping Controleert of communicatie met de bestemming door invoeren van de hostnaam of het IP- adres van de bestemming mogelijk is. Ping Time-out Ping Time-out (pagina 15-8) Bonjour Toets [Systeemmenu/Tellers] >...
  • Pagina 469 Instellen vanaf het systeemmenu > Netwerkinstellingen IPSec Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Netwerkinstellingen] > "Netwerkinstellingen" [IPSec] Item Beschrijving IPSec Kiezen of u IPSec wilt gebruiken. Instelling: Uit, Aan Netwerk opnieuw opstarten Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Netwerkinstellingen] > "Netwerkinstellingen" [Netwerk opnieuw opstarten] Item Beschrijving Netwerk opnieuw opstarten Het netwerk wordt opnieuw opgestart.
  • Pagina 470 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Beveiligingsinstellingen Configuratie van de beveiligingsinstellingen. Inst.vergrendel.interface Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Inst.vergrendel.interface" Hiermee kunt u dit apparaat beschermen door de koppeling met externe apparatuur te blokkeren, zoals USB hosts of optionele interfaces. Item Beschrijving USB-host Voor vergrendeling en bescherming van de USB-poort (USB-host).
  • Pagina 471 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Data beveiliging Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Machinebeveiligingsinstellingen” [Data beveiliging] Instellingen configureren voor gegevens die in de SSD, de harde schijf en het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen. Item Beschrijving Initialiseren harde schijf Veiligheidsfuncties wijzigen.
  • Pagina 472 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Item Beschrijving Data definitief verwijderen De fabrieksinstellingen van de volgende in het apparaat geregistreerde informatie herstellen. • Adresboek • Systeeminstellingen • In Custom box opgeslagen gegevens • Optionele uitgebreide functies OPMERKING • Het rapport Data definitief verwijderen afdrukken en bevestigen dat de veiligheidsgegevens zijn verwijderd.
  • Pagina 473 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Systeemstempel Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Systeemstempel" Afdruktaken Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Systeemstempel” [Afdruktaken] Instellingen configureren voor stempels wanneer een document wordt afgedrukt. Nadat de instelling is geconfigureerd, teruggaan naar het scherm Kopieerfuncties of Custom box (Een document afdrukken) vanuit het Systeemmenu, en op de [Reset]-toets drukken.
  • Pagina 474 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Item Beschrijving Tekststempel Lettertype Het lettertype van de tekststempel instellen. Instelling: Lettertype: Courier, Letter Gothic Formaat: Weergave van de grootte van lettertypen die in Lettertype (Tekststempel) zijn geregistreerd. Lettertypegrootte (Tekststempel) (pagina 15-39) Tekengrens: Uit, Cirkel, Rechthoek, Onderstrepen Kleur: Zwart, Cyaan, Magenta, Geel, Rood, Groen, Blauw, Wit Stijl: Geen, Vet, Cursief, Vet/Cursief Displaypatroon: Knipsel, Overschrijven...
  • Pagina 475 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Item Beschrijving Stempel Positie Positie De afdrukpositie van de stempel instellen. Instelling: Boven links, Boven midden, Boven rechts, Midden links, Midden, Midden rechts, Onder links, Onder midden, Onder rechts OPMERKING De gedetailleerde stempelpositie opgeven via numerieke waarden, en de stempelpositie instellen wanneer een stempel aan de achterkant van het papier wordt aangebracht bij duplex afdrukken.
  • Pagina 476 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Verzendtaken Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Systeemstempel” [Verzendtaken] Stempelinstellingen configureren voor het verzenden van documenten. Nadat de instelling is geconfigureerd, teruggaan naar het scherm Verzendfuncties of Custom box (Documenten vezenden) vanuit het Systeemmenu, en op de [Reset]-toets drukken. Item Beschrijving Tekststempel...
  • Pagina 477 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Item Beschrijving Stempel Stempel Kiezen of u een bates-stempel wilt afdrukken op alle verzendtaken. Instelling: Uit, Aan OPMERKING Wanneer [Aan] is geselecteerd, kunnen de instellingen voor de stempel niet worden gewijzigd bij verzenden. Tekst bewerken De standaard bates-stempel instellen.
  • Pagina 478 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Opslagtaken Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Systeemstempel” [Opslagtaken] Stempelinstellingen configureren voor het opslaan van documenten in een USB-station. Nadat de instelling is geconfigureerd, teruggaan naar het scherm Custom box (Documenten opslaan) vanuit het Systeemmenu, en op de [Reset]-toets drukken. Item Beschrijving Tekststempel...
  • Pagina 479 Instellen vanaf het systeemmenu > Beveiligingsinstellingen Item Beschrijving Stempel Stempel Kiezen of u een bates-stempel wilt afdrukken op alle verzendtaken. Instelling: Uit, Aan OPMERKING Wanneer [Aan] is geselecteerd, kunnen de instellingen voor de stempel niet worden gewijzigd bij verzenden. Tekst bewerken De standaard bates-stempel instellen.
  • Pagina 480 Instellen vanaf het systeemmenu > Taakaccounting Netwerk Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Beveiligingsinstellingen] > "Netwerk" Item Beschrijving Kiezen of u SSL voor communicatie wilt gebruiken. Instelling: Uit, Aan Netwerktoegang Kiezen of gecommuniceerd wordt met gebruik van SNMP en IPSec. SNMPv1/v2c (pagina 15-56) SNMPv3 (pagina 15-56) IPSec (pagina 15-60) Taakaccounting...
  • Pagina 481 Instellen vanaf het systeemmenu > Instellen/Onderhoud Instellen/Onderhoud Instellen van de afdrukkwaliteit en onderhoud van het apparaat. Aanpassen afbeelding Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Instellen/onderhoud] > "Aanpassen afbeelding" Item Beschrijving Dichtheid De dichtheid instellen. Kopiëren De dichtheid van de kopieën aanpassen. De instelling kan in 7 niveaus worden aangepast.
  • Pagina 482 Instellen vanaf het systeemmenu > Instellen/Onderhoud Item Beschrijving Auto kleurcorrectie Met deze instelling kunt u het detectieniveau aanpassen dat door het apparaat wordt gebruikt om te bepalen of het origineel in kleur of zwart-wit is in de modus voor automatische kleurselectie. Bij instellen van een lagere waarde worden er meer originelen als kleur geïdentificeerd, terwijl bij een hogere waarde een groter aantal originelen als zwart-wit worden herkend.
  • Pagina 483 Instellen vanaf het systeemmenu > Instellen/Onderhoud Overige Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Instellen/onderhoud] > "Overige" Item Beschrijving Diagnose Diagnostiek Voer deze functie uit ter controle van het machinegeheugen. geheugen Instelling: Hoofdgeheugen, Videogeheugen Softwareverificatie (pagina 15-61) Software- verifiatie Netwerk opnieuw opstarten (pagina 15-60) Opnieuw Netwerk starten/...
  • Pagina 484 16 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de functie taakaccounting gebruikt wordt. Overzicht van Gebruikersaanmeldingsbeheer ....................16-2 Beheer van de taakaccount vanaf de pc ....................16-2 Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen ....................16-3 Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen ......................16-4 Beveiliging authenticatie ........................16-4 Een gebruiker toevoegen (lokale gebruikerslijst) ...................
  • Pagina 485 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Overzicht van Gebruikersaanmeldingsbeheer Overzicht van Gebruikersaanmeldingsbeheer Het gebruikersaanmeldingsbeheer bepaalt hoe de gebruikerstoegang wordt beheerd op dit apparaat. Voer een juiste aanmeldingsgebruikersnaam en een juist wachtwoord voor gebruikersverificatie in om u aan te melden. Schakel het Stel de Voer een Gebruikersaanmel gebruiker in...
  • Pagina 486 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen Hiermee schakelt u het gebruikersaanmeldingsbeheer in. Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: Item Beschrijving Lokale verificatie Gebruikersverificatie op basis van de gebruikerseigenschappen in de lijst met lokale gebruikers die is opgeslagen op het apparaat. Netwerkverificatie Gebruikersverificatie op basis van de verificatieserver.
  • Pagina 487 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Dit registreert, wijzigt en verwijdert gebruikers en configureert de instellingen voor het gebruikersaanmeldingsbeheer. Beveiliging authenticatie Als gebruikersverificatie is ingeschakeld, configureert u de instellingen voor de gebruikersverificatie. Vergrendelingsinstellingen Gebruikersaccount U kunt het gebruik van een gebruikersaccount verbieden als er herhaaldelijk een onjuist wachtwoord wordt ingevoerd om in te loggen met dat account.
  • Pagina 488 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Item Beschrijving Vergrendelingsbeleid Geef de voorwaarden en de mate waarin de accountvergren- deling wordt toegepast aan. Instelling Aantal pogingen tot vergrendeling: Geef aan hoeveel pogingen tot aanmelding zijn toegestaan totdat het account vergrendeld wordt. (1 tot 10 keer) Duur vergrendeling: Geef aan hoe lang het account moet worden...
  • Pagina 489 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Configureer de instellingen. De volgende instellingen kunnen geselecteerd worden. Item Beschrijving Wachtwoordbeleid Selecteer of het wachtwoordbeleid wel of niet ingeschakeld moet zijn. Instelling: Uit, Aan Min. lengte Stel de minimale wachtwoordlengte in tekens voor het wachtwoord wachtwoord in, Instelling: Uit, aan (1 tot 64 tekens)
  • Pagina 490 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Een gebruiker toevoegen (lokale gebruikerslijst) U kunt maximaal 1.000 gebruikers toevoegen (inclusief de standaard aanmeldingsgebruikersnaam). OPMERKING Er is standaard reeds één standaardgebruiker met apparaatbeheerdersrechten en één standaardgebruiker met beheerdersrechten opgeslagen. De eigenschappen van de verschillende gebruikers zijn: Apparaatbeheerder Gebruikersnaam: DeviceAdmin...
  • Pagina 491 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Item Beschrijving Toegangsniveau Selecteer “Beheerder” of “Gebruiker” voor de toegangsrechten. Accountnaam Voeg een account toe waartoe de gebruiker behoort. Een gebruiker, die zijn/haar accountnaam geregistreerd heeft, kan aanmelden zonder de account-ID in te voeren. Overzicht van taakaccounting (pagina 16-29) OPMERKING •...
  • Pagina 492 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Item Beschrijving Lokale Stel de gebruiksrechten voor elke gebruiker in. autorisatie Afdruk- Selecteer of het gebruik van de afdrukfunctie van de printer al dan beperking niet verboden is. De toepasselijke afdrukfuncties zijn de volgende: •...
  • Pagina 493 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen OPMERKING • Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie: Invoermethode voor tekens (pagina 4-8) • Als u [Verzenden] hebt geselecteerd in het standaardscherm voor "Mijn paneel", selecteert u het scherm dat u wilt weergeven in [Bestemming] of [Adresboek apparaat]. Selecteer [Opslaan].
  • Pagina 494 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Gebruikerseigenschappen wijzigen Welke gebruikerseigenschappen gewijzigd kunnen worden, kan verschillen afhankelijk van de gebruikerstoegangsrechten. OPMERKING Om de gebruikersgegevens van de apparaatbeheerder te wijzigen, moet u zich aanmelden met beheerdersrechten. U kunt alleen gebruikersinformatie bekijken als u zich als gewone gebruiker aanmeldt. De standaard aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord zijn beide in de fabriek ingesteld op 15000.
  • Pagina 495 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Voer de gebruikersgegevens in. Item Gebruikersnaam Login gebruikersnaam Aanmeldingswachtwoord Toegangsniveau Accountnaam E-mailadres ID-kaart informatie *1*2 Lokale autorisatie Mijn paneel *1 U kunt alleen wijzigen wanneer u zich aanmeldt met beheerdersrechten. *2 Wordt weergegeven wanneer lokale autorisatie is ingeschakeld. Lokale autorisatie (pagina 16-15) Raadpleeg stap 3 van "Een gebruiker toevoegen (lokale gebruikerslijst)”...
  • Pagina 496 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Gebruikersaanmeldingsbeheer voor afdrukken Het is mogelijk om de gebruikers die op deze machine afdrukken vanaf een PC te beheren. Printerstuurprogramma instellen Om de gebruikers te beheren die op deze machine vanaf een PC afdrukken, zijn de volgende instellingen nodig in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 497 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Stel het Gebruikersaanmeldingsbeheer in. [Specifieke naam gebruiken]: Deze optie kan worden gebruikt om een gebruikersnaam en wachtwoord op te geven om dezelfde gebruikersaanmelding te gebruiken voor elke afdruktaak. Als deze optie is geselecteerd, hoeft de gebruiker niet de naam en het wachtwoord voor elke afdruktaak te typen.
  • Pagina 498 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Lokale autorisatie Kies of u wel of niet gebruik wilt maken van Lokale autorisatie. OPMERKING Wanneer u Lokale autorisatie gebruikt, moet het type gebruikersverificatie worden ingesteld op [Lokale verificatie] Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen (pagina 16-3) Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] >...
  • Pagina 499 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Configureer de instellingen. Selecteer [NTLM], [Kerberos] of [Ext.] als servertype en voer de hostnaam (256 tekens of minder) in voor de verificatieserver. Wanneer u [Ext.] als servertype selecteert, voert u het poortnummer in. OPMERKING •...
  • Pagina 500 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Groepsautorisatie-instellingen Stel beperkingen in voor het gebruik van de machine door elke afzonderlijke groep die in de verificatieserver is geregistreerd. OPMERKING Om de groepsautorisatie-instellingen te gebruiken, moet [Netwerkverificatie] worden geselecteerd voor de verificatiemethode in "Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen". Selecteer [Aan] voor "LDAP" in "Protocolinstellingen".
  • Pagina 501 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Configureer de instellingen. [Toevoegen] > Voeg informatie over elk item toe Item Beschrijving Groepsnaam Voer de naam in die in de groepslijst weergegeven wordt (maximaal 32 tekens). Groeps-ID Voer de ID in die in de groepslijst weergegeven wordt (tussen 1 en 4294967295).
  • Pagina 502 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen OPMERKING Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie: Invoermethode voor tekens (pagina 4-8) Registreer de groep. Selecteer [Opslaan]. Een nieuwe groep wordt aan de groepslijst toegevoegd. Gastautorisatie-instellingen Wanneer gebruikersaanmeldingsbeheer is ingeschakeld, stelt u de functies in die gastgebruikers die niet kunnen inloggen op het apparaat mogen gebruiken.
  • Pagina 503 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Gasteigenschappen configureren Registreer gastgebruikersinformatie en functies die beperkt zijn. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Taakaccount./Verificatie] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor invoer van de aanmeldingsgebruikersnaam verschijnt, een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u zich aanmelden als beheerder of als gebruiker met rechten om deze instelling uit te voeren.
  • Pagina 504 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Item Beschrijving Autorisatieregels Stel de gebruiksrechten voor elke gebruiker in. De items waarmee u het toegangsniveau kunt beperken zijn als volgt. Afdrukbeperking: Selecteer of het gebruik van de afdrukfunctie van de printer al dan niet verboden is.
  • Pagina 505 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Netwerkgebruikerseigenschappen verkrijgen Stel de vereiste informatie in om de netwerkgebruikerseigenschappen van de LDAP-server te verkrijgen. De gebruikersnaam en het e-mailadres die met deze instelling worden verkregen, worden weergegeven in de gebruikersgegevens, het statusbevestigingsscherm en de koptekst van de e-mail. OPMERKING Om de netwerkgebruikerseigenschappen van de LDAP-server te verkrijgen, moet [Netwerkverificatie] worden geselecteerd voor de verificatiemethode in "Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen".
  • Pagina 506 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Item Beschrijving Time-out zoeken Stel de wachttijd voor time-out in seconden in (van 5 tot 255 seconden). LDAP-beveiliging Selecteer het type encryptie volgens het type beveiliging dat door de LDAP-server wordt gebruikt. De waarde is [Uit], [SSL/TLS] of [STARTTLS].
  • Pagina 507 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Snelle aanmeldingsinstellingen Met de snelle aanmeldingsfunctie kunnen gebruikers inloggen door eenvoudigweg een gebruikersnaam te selecteren. Gebruikers moeten zich vooraf registreren om deze functie te kunnen gebruiken. OPMERKING • Raadpleeg voor gebruikersregistratie het volgende: Een gebruiker toevoegen (lokale gebruikerslijst) (pagina 16-7) •...
  • Pagina 508 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Voer de weer te geven gebruikersnaam in. OPMERKING Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie: Invoermethode voor tekens (pagina 4-8) Selecteer [Selecteer de gebruiker]. Om de gebruiker uit lokale gebruikers op te geven, selecteert u [Lokale gebruiker]. Om de gebruiker uit netwerkgebruikers op te geven, selecteert u [Netwerkgebruiker].
  • Pagina 509 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Instellingen ID-kaart Als de ID-kaartverifcatie is ingeschakeld, selecteert u het verificatietype. OPMERKING Deze functie verschijnt wanneer de Card Authentication Kit geactiveerd is. Card Authentication Kit (pagina 2-21) Toetsenbordaanmelding Wanneer de ID-kaartverificatie is ingeschakeld, selecteert u of aanmelden met het toetsenbord al dan niet is toegestaan. Roep het scherm op.
  • Pagina 510 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer instellen Configureer de instellingen. Selecteer [Uit], [Gebruik wachtwoord] of [Gebruik PIN]. OPMERKING [Gebruik PIN] wordt alleen weergegeven bij gebruik van PINcode-autorisatie. Login met PIN (pagina 16-27) Login met PIN OPMERKING Bij gebruik van de PINcode-autorisatie moet de netwerkverificatie zijn ingeschakeld en moet [Ext.] zijn geselecteerd voor het servertype.
  • Pagina 511 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Gebruikersaanmeldingsbeheer gebruiken Gebruikersaanmeldingsbeheer gebruiken In dit hoofdstuk worden de procedures voor het instellen van de taakaccounting toegelicht. Aanmelden/afmelden Als het gebruikersaanmeldingsbeheer is ingeschakeld, dan verschijnt elke keer dat u dit apparaat gebruikt een scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord. Gebruik de onderstaande procedure om aan te melden en af te melden.
  • Pagina 512 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Overzicht van taakaccounting Overzicht van taakaccounting De taakaccounting beheert het aantal kopieën/afdrukken/scans dat door individuele accounts wordt verzameld door aan elke account een ID toe te wijzen. Schakel Voeg een account Voer de toegewezen Tel het aantal taakaccounting in.
  • Pagina 513 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting inschakelen Taakaccounting inschakelen Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Taakaccounting] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor invoer van de aanmeldingsgebruikersnaam verschijnt, een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. De standaard aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord zijn beide in de fabriek ingesteld op 15000.
  • Pagina 514 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal) Taakaccounting (Lokaal) U kunt een account toevoegen, wijzigen en verwijderen en beperkingen voor elke account instellen. Een account toevoegen Er kunnen maximaal 1000 accounts worden toegevoegd. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Taakaccounting] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor invoer van de aanmeldingsgebruikersnaam verschijnt, een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelding].
  • Pagina 515 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal) Gebruik van het apparaat beperken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het gebruik van het apparaat beperkt per account of per aantal toegestane pagina's. De items die beperkt kunnen worden, verschillen al naar gelang “Individueel” of “Totaal” is geselecteerd voor “Kopiëren/ afdr.”...
  • Pagina 516 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal) Beperkingen toepassen Beperkingen kunnen in de volgende modi worden toegepast: Item Beschrijving Geen beperking is toegepast. Tellerlimiet De afdrukteller wordt beperkt in stappen van één pagina tot 9.999.999 exemplaren. Gebruik weigeren Beperking toegepast. Een account bewerken Roep het scherm op.
  • Pagina 517 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal) Een account verwijderen Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Taakaccounting] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor invoer van de aanmeldingsgebruikersnaam verschijnt, een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. De standaard aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord zijn beide in de fabriek ingesteld op 15000.
  • Pagina 518 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal) Taakaccounting voor afdrukken Het aantal taken dat vanaf de computer moet worden afgedrukt, kan worden beheerd door Taakaccounting. Printerstuurprogramma instellen Om het aantal taken te beheren dat moet worden afgedrukt vanaf de pc op het netwerk, moet u de volgende instellingen configureren met behulp van het printerstuurprogramma op de pc.
  • Pagina 519 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal) Stel de account-ID in. [Specifieke account-ID gebruiken]: Voer de account-ID in. Het afdrukken wordt uitgevoerd met behulp van de ingevoerde account-ID. Als deze optie is geselecteerd, hoeft de gebruiker niet voor elke afdruktaak de account-ID in te voeren. [Prompt voor account-ID]: Een scherm voor het invoeren van de account-ID wordt weergegeven wanneer u probeert af te drukken.
  • Pagina 520 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting configureren Taakaccounting configureren Standaard tellerlimieten Als u een nieuwe account toevoegt, dan kunt u de standaardbeperkingen voor het aantal toegestane pagina's wijzigen. U kunt elk aantal tussen 1 en 9.999.999 instellen. De items die beperkt kunnen worden, verschillen al naar gelang [Individueel]” of [Totaal] is geselecteerd voor “Kopiëren/afdr.”.
  • Pagina 521 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting configureren Item Beschrijving Afdrukbeperking Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat (Kleur) gebruikt kan worden voor kleurafdrukken. De toepasselijke afdrukfuncties zijn de volgende: • Afdrukken vanuit box • Afdrukken vanaf USB-station • Rapport afdrukken •...
  • Pagina 522 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting configureren Configureer de instellingen. "Tellen per papierformaat" [Papierformaat 1 (tot 4)] > [Aan] Selecteer [Papierformaat]. Selecteer het papierformaat. Druk op [Mediatype] om het mediatype op te geven. Selecteer het mediatype. Selecteer [OK]. Het aantal afgedrukte pagina's tellen Hiermee telt u het aantal afgedrukte pagina's.
  • Pagina 523 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting configureren Controleer het aantal pagina's. Totaal accounting Hiermee wordt het aantal pagina's voor alle accounts geteld en wordt de teller tegelijkertijd gereset voor al deze accounts samen. Selecteer [Totaal] om de telling te controleren. Selecteer [Teller opnieuw instellen] om de teller te resetten. Bevestig de telling en druk op [Sluiten].
  • Pagina 524 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting configureren Accountingrapport afdrukken Het totaal van de pagina's geteld in alle betreffende accounts kan afgedrukt worden als een accountingrapport. De rapporten hebben een verschillende indeling afhankelijk van hoe de telling van kopieën en afdrukken beheerd wordt. Als "Individueel"...
  • Pagina 525 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting gebruiken Taakaccounting gebruiken In dit hoofdstuk worden de procedures voor het instellen van de taakaccounting toegelicht. Aanmelden/afmelden Als de taakaccounting ingeschakeld is, dan verschijnt elke keer dat u het apparaat gebruikt een scherm voor het invoeren van de account-ID.
  • Pagina 526 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Instelling van te ondernemen actie wanneer een tellerlimiet wordt bereikt Instelling van te ondernemen actie wanneer een tellerlimiet wordt bereikt Hiermee wordt opgegeven wat het apparaat doet als de teller de beperkingslimiet bereikt heeft. In de onderstaande tabel wordt beschreven wat het apparaat doet.
  • Pagina 527 Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Kopiëren/afdr. Kopiëren/afdr. U kunt kiezen hoe het aantal gekopieerde en afgedrukte pagina's weergegeven wordt: ofwel het totale aantal van beiden, ofwel het aantal kopieën en afdrukken afzonderlijk. De gekozen instelling kan van invloed zijn op de beperkingslimiet en de telmethode.
  • Pagina 528 17 Onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het onderhoud aan de machine en de opties moet worden uitgevoerd en hoe de verbruiksartikelen moeten worden vervangen. Regulier onderhoud ............................17-2 Reinigen van de glasplaat ........................17-3 Reinigen van de binnenzijde van de documenttoevoer en scanglas ............17-4 Het scanglas op het transporttraject schoonmaken................
  • Pagina 529 Onderhoud > Regulier onderhoud Regulier onderhoud Reinig het apparaat regelmatig om een optimale afdrukkwaliteit te garanderen. VOORZICHTIG Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Het scanglas op het transporttraject schoonmaken Als er zich papierstof op het scanglas op het transporttraject verzamelt, verschijnt de volgende melding op het bedieningspaneel.
  • Pagina 530 Onderhoud > Regulier onderhoud Steek de glasreiniger helemaal in de reinigingspoort en trek hem eruit. Herhaal dit 2 of 3 keer. Bevestig de glasreiniger aan voorklep 1 en sluit voorklep 1 en 2. Zodra het papierstof van het scanglas op het transporttraject is verwijderd, verdwijnt de melding.
  • Pagina 531 Onderhoud > Regulier onderhoud Reinigen van de binnenzijde van de documenttoevoer en scanglas Reinig de dubbelzijdige scanner met het bijgeleverde reinigingsdoekje. BELANGRIJK Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen. OPMERKING Vervuiling van het scanglas en de leesgeleider kan ervoor zorgen dat er zwarte strepen op de papierstapel verschijnen.
  • Pagina 532 Onderhoud > Regulier onderhoud Maak het oppervlak van het scanglas en de leesgeleider schoon. Het filter reinigen Reinig de twee filters aan de achterzijde van de hoofdeenheid. Verwijder het filter van de achterzijde van de hoofdeenheid. Gebruik een stofzuiger om stof van het filter te verwijderen. Bevestig het filter aan de hoofdeenheid.
  • Pagina 533 Onderhoud > Optie Onderhoud Optie Onderhoud Het filter in de papierinvoer reinigen Verwijder het filter van de achterzijde van de papierinvoer. Gebruik een stofzuiger om stof van het filter te verwijderen. Bevestig het filter aan de papierinvoer. 17-6...
  • Pagina 534 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Vervanging van verbruiksartikelen Wanneer er geen inkt of paper is, wordt het volgende bericht weergegeven. Vervang de verbruiksartikelen volgens het bericht. BELANGRIJK Sla inktcontainers bij een omgevingstemperatuur van 28 tot 30 °C op. Houd de temperatuur op 25 °C vóór vervanging.
  • Pagina 535 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Druk licht op de voorkant van de inktcontainer en verwijder de cartridge. Doe de gebruikte inktcontainer in een plastic afvalzak. BELANGRIJK • Plaats de gebruikte inktcontainer horizontaal in de plastic afvalzak. Er kan inkt druppelen als u de punt van de container naar beneden kantelt. •...
  • Pagina 536 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Leg een nieuwe inktcontainer klaar. Draai de richting van de container zodanig om dat de zijde met de markering "THIS SIDE UP" en het pijlteken zich aan de bovenzijde bevinden. 17-9...
  • Pagina 537 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen BELANGRIJK • Raak de hieronder getoonde punten niet aan. • Als een inktcontainer na aankoop een jaar of langer ongebruikt blijft, zullen de inktbestanddelen neerslaan. Schud de container vóór installatie in de machine 3 tot 5 keer zachtjes zijdelings heen en weer.
  • Pagina 538 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Sluit voorklep 3. OPMERKING Als de voorklep niet sluit, controleer dan of de nieuwe inktcontainer goed is geïnstalleerd. BELANGRIJK Verwijder de lege inktcontainer volgens de desbetreffende voorschriften. 17-11...
  • Pagina 539 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Vervangen van de extra grote inktcontainer Wanneer de inkt op is, wordt het volgende bericht weergegeven. "Inkt [C][M][Y][K] is leeg." Wanneer de inkt opraakt, wordt het volgende bericht weergegeven. Zorg ervoor dat u een nieuwe inktcontainer beschikbaar hebt voor vervanging.
  • Pagina 540 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Druk onderaan de pijlmarkering om de inktcontainer te ontgrendelen. Open de vergrendelklep om de container te verwijderen. Doe de gebruikte inktcontainer in een plastic afvalzak. BELANGRIJK • Plaats de gebruikte inktcontainer horizontaal in de plastic afvalzak. Er kan inkt druppelen als u de punt van de container naar beneden kantelt.
  • Pagina 541 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Druk lucht uit de plastic afvalzak en knoop de opening in een knoop. Leg een nieuwe inktcontainer klaar. BELANGRIJK • Raak de hieronder getoonde punten niet aan. • Schud de container vóór installatie in de machine 3 tot 5 keer zachtjes zijdelings heen en weer.
  • Pagina 542 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Plaats de nieuwe container zoals in de afbeelding getoond. Houd hem zo dat het etiket van de inktcontainer vanaf de voorkant van de externe inkttoevoereenheid zichtbaar is. BELANGRIJK Installeer de inktcontainer van dezelfde kleur als het etiket dat op de eenheid is aangebracht.
  • Pagina 543 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Sluit de vergrendelklep. Duw de inktcontainer onder de pijlmarkering tot de aanslag aan. BELANGRIJK Wanneer u een inktcontainer installeert, moet u ervoor zorgen dat u een "klik" hoort. CLICK! Plaats het bovendeksel. 17-16...
  • Pagina 544 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen OPMERKING • Controleer de richting van het deksel zodat de pennen van de externe inkttoevoereenheid erin vallen en breng het deksel vervolgens aan. • Als er een foutmelding verschijnt, controleer dan of de inktcontainer goed is geïnstalleerd. BELANGRIJK Verwijder de lege inktcontainer volgens de desbetreffende voorschriften.
  • Pagina 545 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Nietjes vervangen (4000-vel finisher) Wanneer de nietjes in de nieteenheid op zijn, dan verschijnen de volgende berichten. De nietpatroonhouder moeten worden bijgevuld met nietjes. “Nieter is leeg.” OPMERKING Als de nietjes in de nieteenheid op zijn, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Open de voorklep 1 van de finisher.
  • Pagina 546 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Haal de nieuwe nietjespatroon voor het navullen uit de doos. Installeer de nieuwe navulnietjes in de patroon. Plaats de nietpatroonhouder (A). Sluit de klep. 17-19...
  • Pagina 547 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Nietjes vervangen (Vouweenheid) Wanneer de nietjes in de nieteenheid op zijn, dan verschijnen de volgende berichten. De nietpatroonhouder moeten worden bijgevuld met nietjes. “Nieter is leeg.” OPMERKING Als de nietjes in de nieteenheid op zijn, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Open de voorklep 1 en 2 van de finisher.
  • Pagina 548 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Breng het nieuwe nietennavulbakje aan. Plaats de nietpatroonhouder (B) of (C). Sluit de kleppen. 17-21...
  • Pagina 549 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Nietjesafval verwijderen Wanneer de nietjesafvalcontainer vol is, worden de volgende berichten weergegeven. Leeg de nietjesafvalcontainer. “Leeg de nietjesafvalcontainer.” Laat de hoofdschakelaar van het apparaat in de stand AAN staan terwijl u dit doet. Open de voorklep 1 van de finisher. Verwijder de nietjesafvalcontainer.
  • Pagina 550 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Monteer de nietjesafvalcontainer. Sluit de klep. 17-23...
  • Pagina 551 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Perforatorafval verwijderen Wanneer de perforatorafvalbak vol is, wordt het volgende bericht weergegeven. Leeg de afvalbak van de perforator. "Leeg de afvalbak van de perforator." Laat de hoofdschakelaar van het apparaat in de stand AAN staan terwijl u dit doet. Open de voorklep 1 van de finisher.
  • Pagina 552 Onderhoud > Vervanging van verbruiksartikelen Leeg de afvalbak van de perforator. Plaats de perforatorafvalbak. Sluit de klep. 17-25...
  • Pagina 553 18 Menu Instellen/ onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u verschillende instellingen kunt uitvoeren met behulp van het menu Instellen/ onderhoud. Over de extra proefafdruk ..........................18-2 Overzicht van Instellen/onderhoud ........................18-3 Corrigeren van kleurafwijkingen........................18-4 Procedure voor kleurregistratie (Automatische correctie)............... 18-4 Procedure voor kleurregistratie (Handmatige correctie) .................
  • Pagina 554 Menu Instellen/onderhoud > Over de extra proefafdruk Over de extra proefafdruk Aan het begin van een afdruktaak of op vaste tijdstippen tijdens de taak, kan een vel zoals het volgende (extra proefafdruk) in de rechterlade worden afgedrukt. BELANGRIJK • De extra proefafdruk wordt afgedrukt wanneer de [Ontladingsmodus papier] is ingesteld op [Uit]. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie.
  • Pagina 555 Menu Instellen/onderhoud > Overzicht van Instellen/onderhoud Overzicht van Instellen/onderhoud Als er een beeldprobleem is en er een bericht voor het uitvoeren van een aanpassing of het onderhoudsmenu verschijnt, start dan Aanpassing/onderhoud in het Systeemmenu. In de onderstaande tabel staat de item die u kunt uitvoeren. Item Beschrijving Referentie-...
  • Pagina 556 Menu Instellen/onderhoud > Corrigeren van kleurafwijkingen Corrigeren van kleurafwijkingen Gebruik deze functie om de kleurpositie van cyan, magenta en geel te corrigeren om de kleurafwijking op te lossen. Voor Kleurregistratie zijn automatische en handmatige registratie beschikbaar. Met automatische registratie kunnen kleurafwijkingen in grote mate gecorrigeerd worden.
  • Pagina 557 Menu Instellen/onderhoud > Corrigeren van kleurafwijkingen BELANGRIJK • Plaats papier van A4/Letter-formaat of groter. • Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de cassette plaatst. Voorzorgen voor papier (pagina 7-8) •...
  • Pagina 558 Menu Instellen/onderhoud > Corrigeren van kleurafwijkingen Voer de kleurregistratie uit. Plaats, zoals de afbeelding toont, de afgedrukte zijde neer op de plaat met de rand met de pijlen naar achteren gericht. Druk op [Start] om de grafiek te scannen. Na het scannen start de correctie van de kleurafdrukpositie. Druk op [OK] als de cor rectie van de kleurafdrukpositie is beëindigd.
  • Pagina 559 Menu Instellen/onderhoud > Corrigeren van kleurafwijkingen Procedure voor kleurregistratie (Handmatige correctie) In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een grafiek kunt afdrukken vanuit Cassette 1 (als voorbeeld) om de positie van de kleurenafdruk te corrigeren. Plaats papier. VOORZICHTIG • De boven- en onderkant en zijkanten van het papier moeten gelijk zijn bij het plaatsen van het papier.
  • Pagina 560 Menu Instellen/onderhoud > Corrigeren van kleurafwijkingen Druk de grafiek af. Selecteer [Print tabel]. Er wordt een registratieafdruk gemaakt. Op de afdruk worden voor M (magenta), C (cyan) en Y (geel), grafieken voor H-1 t/m 7 en V-1 t/m 5 afgedrukt. Voorbeeld grafiek Voer de juiste waarde in.
  • Pagina 561 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Als er witte strepen en kleurverwijdering in het afgedrukte beeld voorkomen, selecteert u in het systeemmenu de reiniging van de printkop en het herstel van de inktsproeier om deze te verminderen. Defecte inktsproeiers opsporen Als afgedrukte afbeeldingen ontbrekende kleuren of witte strepen hebben, kan de inktsproeier verstopt zijn of is er sprake van een misuitlijning.
  • Pagina 562 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen BELANGRIJK • Het grootste formaat papier dat in de papierbronnen is geplaatst, wordt automatisch geselecteerd. Plaats papier van A4/Letter-formaat of groter. • Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de cassette plaatst.
  • Pagina 563 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Plaats de grafiek op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden en de rand met de pijlen naar achteren, zoals op de afbeelding te zien is. OPMERKING De afgedrukte positie van de pijlen in de grafiek voor controle inktsproeier kan binnen de rand liggen, afhankelijk van het formaat van de grafiek.
  • Pagina 564 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Plaats de grafiek op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden en de rand met de pijlen naar achteren, zoals op de afbeelding te zien is. OPMERKING De afgedrukte positie van de pijlen in de grafiek voor controle inktsproeier kan binnen de rand liggen, afhankelijk van het formaat van de grafiek.
  • Pagina 565 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Printkopreiniging Als ook maar één defecte inktsproeier wordt gedetecteerd, moet u de printkop reinigen om het probleem op te lossen. OPMERKING Het reinigen van de printkop verbruikt inkt. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] >...
  • Pagina 566 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen VOORZICHTIG • De boven- en onderkant en zijkanten van het papier moeten gelijk zijn bij het plaatsen van het papier. Elk deel van het papier dat niet goed geplaatst is, kan kreuken, contact maken met de printkop en storingen of een papierstoring veroorzaken.
  • Pagina 567 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Voorbeeld van grafiek voor herstel inktsproeier Plaats het blad op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden en de rand met de pijlen naar achteren, zoals op de afbeelding te zien is. OPMERKING De afgedrukte positie van de pijlen in de grafiek voor herstel inktsproeier kan binnen de rand liggen, afhankelijk van het formaat van de grafiek.
  • Pagina 568 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen OPMERKING Het monochrome model drukt één zwarte grafiek af. Voorbeeld van grafiek voor herstel inktsproeier Plaats het patroon op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden en de rand met de pijlen naar achteren, zoals op de afbeelding te zien is.
  • Pagina 569 Menu Instellen/onderhoud > Vermindering van kleurverwijdering en witte strepen Herhaal stap 4-2 en 4-3 om de grafiek te scannen in de volgorde van magenta, geel en zwart. BELANGRIJK • Scan alle vier de grafieken. Als u het scannen halverwege afbreekt, wordt de detectie van verkeerd uitgelijnde inktsproeiers niet voltooid.
  • Pagina 570 19 Problemen oplossen Dit hoofdstuk beschrijft de berichtenlijst, het oplossen van problemen met afgedrukte afbeeldingen en papierinvoer en het verhelpen van papierstoringen. Wanneer zich problemen voordoen....19-2 Multifeed treedt vaak op in papierinvoer ........19-28 Wanneer het lampje !Opgelet gaat branden of knippert ......
  • Pagina 571 Problemen oplossen > Wanneer zich problemen voordoen Wanneer zich problemen voordoen Sommige van de symptomen die problemen lijken te zijn kunnen door uzelf worden opgelost. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe dergelijke problemen kunnen worden opgelost. Als er zich problemen voordoen, kijk dan eerst naar de volgende controlepunten voordat u deze als een storing beschouwt.
  • Pagina 572 Problemen oplossen > Wanneer zich problemen voordoen Wanneer het alarm van het statuslampje klinkt Wanneer het optionele statuslampje op deze machine is aangesloten, knippert het lampje rood met een alarm dat klinkt als er zich een probleem zoals een papierstoring voordoet. Het alarmgeluid en de knipperende lampjes zullen verdwijnen als het probleem is opgelost, maar als u zich zorgen maakt over het alarmgeluid, schakel het dan uit volgens onderstaande stappen.
  • Pagina 573 Problemen oplossen > Wanneer zich problemen voordoen Externe bediening Met deze functie kan de systeembeheerder aan de gebruiker uitleggen hoe het paneel bediend moet worden en hoe problemen opgelost moeten worden, door middel van toegang op afstand tot het bedieningspaneel van het apparaat via de browser en VNC-software.
  • Pagina 574 Problemen oplossen > Wanneer zich problemen voordoen Start de browser. Voer "https: //" en de hostnaam van het apparaat in voor toegang tot het Command Center RX. Command Center RX openen (pagina 3-46). Selecteer [Machinegegevens/Externe bediening] > [Externe bediening]. Klik op de [Start]-knop. OPMERKING •...
  • Pagina 575 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Wanneer de volgende problemen bij afgedrukte of gekopieerde afbeeldingen optreden, voer dan de geschikte procedures uit. Verticale lege lijn, band of strepen Slecht Goed Goed...
  • Pagina 576 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap. OPMERKING Het jaar/maand van het product kan worden gevonden door het partijnummer op de inktcontainer te controleren. Het eerste cijfer staat voor het jaar en het tweede cijfer voor de maand.
  • Pagina 577 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Controleer de instelling van het papiergewicht in het systeemmenu en corrigeer deze als hij verkeerd is. Mediatype (pagina 15-14) Mediatype (pagina 15-17) Papiergewicht (pagina 15-15) Papiergewicht (pagina 15-18) Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap.
  • Pagina 578 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Corrigeer de inktsproeiers Corrigeer verstopte en verkeerd uitgelijnde inktsproeiers. Voer herstel inktsproeier uit vanuit het Systeemmenu. Correctie van de inktsproeier (pagina 18-13) Als er geen verbetering wordt waargenomen, neem dan contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 579 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Stel [EcoPrint] in op [Uit] in het systeemmenu. EcoPrint (pagina 15-46) Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap. Controleer de media-instelling De hoeveelheid afgegeven inkt is niet de juiste hoeveelheid, omdat de instelling voor normaal papier/inkjetpapier is geselecteerd voor mat inkjetpapier.
  • Pagina 580 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Controleer de instelling van het papiergewicht in het systeemmenu en corrigeer deze als hij verkeerd is. Mediatype (pagina 15-14) Mediatype (pagina 15-17) Papiergewicht (pagina 15-15) Papiergewicht (pagina 15-18) Selecteer [Instellingen printkopafstand] in het systeemmenu en selecteer [Normaal] wanneer de instelling is ingesteld op [Breed].
  • Pagina 581 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Als er geen verbetering wordt waargenomen, neem dan contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger. Dikke fijne lijnen Goed Slecht Controleer de media-instelling Bij normaal papier is gekozen voor een dikke papierinstelling en wordt de nauwkeurigheid van de landing slechter omdat de werpafstand groter is dan hij zou moeten zijn.
  • Pagina 582 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Vervormde lijn Goed Slecht Controleer de media-instelling Bij normaal papier is gekozen voor een dikke papierinstelling en wordt de nauwkeurigheid van de landing slechter omdat de werpafstand groter is dan hij zou moeten zijn. Controleer de instelling van het papiergewicht in het systeemmenu en corrigeer deze als hij verkeerd is.
  • Pagina 583 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Controleer de instelling van het papiergewicht in het systeemmenu en corrigeer deze als hij verkeerd is. Mediatype (pagina 15-14) Mediatype (pagina 15-17) Papiergewicht (pagina 15-15) Papiergewicht (pagina 15-18) Selecteer [Instellingen printkopafstand] in het systeemmenu en selecteer [Normaal] wanneer de instelling is ingesteld op [Breed].
  • Pagina 584 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Stap over op papier met een hoge vochtabsorptie, zoals dik papier. Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap. Controle van plaatsing papier Papier is verkeerd geplaatst Pas de papierpositie in de cassette aan.
  • Pagina 585 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Kleur-/puntverschuiving Slecht Goed Controleer de media-instelling Bij normaal papier is gekozen voor een dikke papierinstelling en wordt de nauwkeurigheid van de landing slechter omdat de werpafstand groter is dan hij zou moeten zijn. Controleer de instelling van het papiergewicht in het systeemmenu en corrigeer deze als hij verkeerd is.
  • Pagina 586 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Vaagheid bij de bovenrand De inkt in de sproeier die al een tijdje niet meer is afgegeven, is qua viscositeit toegenomen door verdamping van vocht etc., waardoor hij moeilijk af te geven is. Reinig de printkop Spoel de kleur die in het beeld aan de bovenrand ontbreekt in het systeemmenu.
  • Pagina 587 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Vlek of vuile papierrand Goed Slecht Papier wisselen Aanbevolen papier wordt niet gebruikt. Uitvoer met aanbevolen papier. Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap. Controleer de media-instelling Er wordt te veel inkt op de media afgegeven.
  • Pagina 588 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Selecteer [Modus hoge afdrukdekking] om een origineel met een hoge dekking op mat inkjetpapier af te drukken. Actie mat inkjetpapier (pagina 15-21) Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap. Controleer het papier Het papier wordt vochtig omdat het wordt opgeslagen in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad.
  • Pagina 589 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Controleer de afdrukdekking Druk vagere kleuren in een hoog dekkingsbeeld aan de bovenrand af, met behulp van Fiery Controller. Printing System 50 gebruikershandleiding U kunt de gebruikershandleiding downloaden via de onderstaande URL. https://services.efi.com/support/vfigs/3784295173/default.aspx Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap.
  • Pagina 590 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Uitvloeien van inkt Controleer de media-instelling Bij normaal papier is gekozen voor een dikke papierinstelling en wordt de nauwkeurigheid van de landing slechter omdat de werpafstand groter is dan hij zou moeten zijn. Controleer de instelling van het papiergewicht in het systeemmenu en corrigeer deze als hij verkeerd is.
  • Pagina 591 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Uitvloeien Controleer de media-instelling De hoeveelheid afgegeven inkt is niet de juiste hoeveelheid, omdat de instelling voor mat inkjetpapier is geselecteerd voor gewoon papier of inkjetpapier. Controleer de instelling van het mediatype op het scherm en corrigeer deze als hij verkeerd Mediatype (pagina 15-14) Mediatype (pagina 15-17) Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap.
  • Pagina 592 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Controleer de media-instelling De hoeveelheid afgegeven inkt is niet de juiste hoeveelheid, omdat de instelling voor mat inkjetpapier is geselecteerd voor gewoon papier of inkjetpapier. Controleer de instelling van het mediatype op het scherm en corrigeer deze als hij verkeerd Mediatype (pagina 15-14) Mediatype (pagina 15-17) Als er geen verbetering wordt waargenomen, ga dan naar de volgende stap.
  • Pagina 593 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Fout "Inkt-ejectie buiten het papier" treedt vaak op Als het afdrukken vaak stopt als gevolg van de fout “Inkt-ejectie buiten het papier”, volg dan de onderstaande stappen. Papier controleren Controleer of het papierformaat uniform is en het papier recht en haaks en niet gekruld is.
  • Pagina 594 Problemen oplossen > Problemen oplossen tijdens het afdrukken of kopiëren van afbeeldingen Er is een gevlamd patroon (groepjes stippen in een patroon en niet gelijkmatig uitgelijnd) te zien wanneer de afbeelding wordt gekopieerd. Controleer de kwaliteit van het origineel Selecteer [Kleur/ beeldkwaliteit] van de kopieerfunctie en stel [Originele afbeelding] in op [Tekst+foto] of [Foto].
  • Pagina 595 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier Problemen oplossen bij het invoeren van papier Als zich problemen voordoen bij de invoer en uitvoer van papier, zoals papierstoringen en multifeeds, moet u de juiste procedures toepassen. Papierstoring met detectie open klep Controleer of de voorklep open/dicht is.
  • Pagina 596 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier Controleer het papier De papierrand is gegolfd. Herstel of vervang het papier. Als het papier niet vervangen kan worden, plaats het dan met de bovenrand of bovenzijde naar beneden. Controleer het papier Er wordt papier gebruikt dat niet aan de specificaties voldoet of er zit vreemd materiaal op.
  • Pagina 597 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier Papierstoring i.v.m. slecht papier Controleer het papier Gebruik van papier dat niet aan de specificaties voldoet. Gebruik alleen aanbevolen papier. Papierstoring i.v.m. instelling of detectie Stel de papierbreedtegeleiders opnieuw in Papierformaat wordt niet correct gedetecteerd.
  • Pagina 598 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier Opkrullen papier corrigeren Het in de invoer geplaatste papier of het geopende papier zelf is gekruld. Leg een vel papier op de vlakke tafel en meet de afstand tussen het tafeloppervlak en de randen aan elk van de 4 hoeken met gebruik van een metalen liniaal.
  • Pagina 599 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier Instellingen voor papierinvoer wijzigen Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Machine-instellingen] > [Papierinvoer] > [Instellingen cassette 1 (tot 8)] > [Handmatig] > [Actie papierinvoer] OPMERKING U kunt [Papier instellingen] in de taakbalk selecteren en vervolgens [Instellingen cassette 5 (tot 8)] >...
  • Pagina 600 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier OPMERKING Leg het papier bij de meting zo dat het omhoog krult. Aanzicht pijl X Papierrichting krullen De maximaal aan de 4 hoeken gemeten waarde is de mate van krullen van het papier. De toelaatbare krulwaarde is als volgt.
  • Pagina 601 Problemen oplossen > Problemen oplossen bij het invoeren van papier Selecteer [Invoer vergemakkelijken]. Controleer de werking en als het probleem niet is opgelost, wijzigen in [Invoer vergemakkelijken (maximum)]. OPMERKING Als u het papiertype na de instelling wijzigt, pas dan de voor dat papier geschikte instelling aan.
  • Pagina 602 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Papierstoringen oplossen Wanneer papierstoringen optreden Als een papierstoring optreedt, dan wordt het afdrukken gestaakt en worden de plaats waar de papierstoring is opgetreden en het volgende bericht op het aanraakscherm weergegeven. "Papierstoring." Raadpleeg de volgende procedures om het vastgelopen papier te verwijderen. BELANGRIJK Verwijder het vastgelopen papier in de volgorde van de papiervoltooiingsoptie, de printer en de papierinvoeroptie.
  • Pagina 603 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen De afbeelding hieronder is de papierbaan bij afdrukken met de bedrukte zijde naar boven. Naar bovenlade Naar finisher Naar stapelaar Vanuit MF-lade Vanuit papierinvoer De afbeelding hieronder is de papierbaan bij afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden. Naar rechterlade Naar finisher Baan even pagina’s...
  • Pagina 604 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Het verwijderen van vastgelopen papier in de hoofdbehuizing en de omkeer- en ontkruleenheid VOORZICHTIG • Raak de printkop (rood vierkant op de onderstaande afbeelding) niet aan wanneer u papierstoringen in de machine verwijdert. Dit kan beeldproblemen of schade aan de printkop veroorzaken. Als de papierstoring niet wordt opgelost, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 605 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Zoek de knipperende led. De plaats waar de led knippert geeft de positie van het label aan dat de gebruiker eerst moet raadplegen. Verwijder het vastgelopen papier door het label te raadplegen. Als het vastgelopen papier is verwijderd, gaat het knipperende led-lampje uit en knippert er een ander led-lampje waar u de volgende papierstoring moet verwijderen.
  • Pagina 606 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Verwijder het papier in de opvanglade van de omkeer- en ontkruleenheid. Als het papier is verwijderd, verschijnt het bericht om de klep te sluiten op het aanraakscherm. 19-37...
  • Pagina 607 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Sluit de bovenklep. BELANGRIJK Als u de papierstoring niet kunt oplossen met behulp van de leds en labels, bekijk dan de helpfunctie voor papierstoringen. OPMERKING Het papier is vastgelopen in de hoofdeenheid en de documenttoevoer, verwijder eerst het vastgelopen papier in de documenttoevoer door de helpfunctie voor papierstoringen te raadplegen en verwijder vervolgens het vastgelopen papier met de normale stappen in de hoofdbehuizing.
  • Pagina 608 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Verwijder al het papier. Plaats het papier opnieuw. Papier in de multifunctionele lade plaatsen (pagina 7-28) Vastgelopen papier in optionele eenheid verwijderen Open de voorklep die u moet verwijderen om de papierstoring te verhelpen, door de storingslocatie-indicator te raadplegen. Verwijder het vastgelopen papier door de labels te raadplegen.
  • Pagina 609 Problemen oplossen > Papierstoringen oplossen Ga door met stap 1 t/m 3 totdat alle papierstoringen zijn opgelost. BELANGRIJK Als u de papierstoring niet kunt oplossen met behulp van de labels, bekijk dan de helpfunctie voor papierstoringen. 19-40...
  • Pagina 610 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Nietstoringen oplossen Vastgelopen nietjes verwijderen uit de 4000-vel finisher Open de voorklep 1 van de finisher. Open de transportgeleider (D4). Draai aan knop (D5). 19-41...
  • Pagina 611 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier. Zet de transportgeleider (D4) terug in de oorspronkelijke positie. Verwijder de nietpatroonhouder (A). 19-42...
  • Pagina 612 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Open het afdekklepje van de nietpatroonhouder (A). Verwijder het vastgelopen nietje. BELANGRIJK Verwijder het uitstekende nietje voorzichtig zodat u zich niet verwondt. Verwijder de nietjes die zich aan de bovenkant van de patroon bevinden. 19-43...
  • Pagina 613 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen BELANGRIJK Als u het afdekklepje sluit terwijl het nietje achterblijft, kan het opnieuw vastlopen en schade aan de machine veroorzaken. Sluit het afdekklepje. Plaats de nietpatroonhouder (A). Zet de voorklep 1 terug in de oorspronkelijke positie. 19-44...
  • Pagina 614 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Vastgelopen nietjes verwijderen uit de vouweenheid Open de voorklep 1 en 2 van de finisher. Haal het papier uit de finisher. Verwijder de nietpatroonhouder (B) of (C). 19-45...
  • Pagina 615 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Open het afdekklepje van de nietpatroonhouder en verwijder alle vastgelopen nietjes. Sluit het afdekklepje. Plaats de nietpatroonhouder (B) of (C). 19-46...
  • Pagina 616 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Zet de voorklep 1 en 2 terug in de oorspronkelijke positie. Druk op de ontgrendeling om de vouweenheid uit te nemen. Open de bovenklep van de vouweenheid. 19-47...
  • Pagina 617 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Draai aan knop (D9). Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier. Open de transportklep van de vouweenheid. 19-48...
  • Pagina 618 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Draai aan knop (D9). Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier. Til de vouwlade op. 19-49...
  • Pagina 619 Problemen oplossen > Nietstoringen oplossen Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier. Zet de vouwlade en de transportklep terug in de oorspronkelijke positie. Zet de vouweenheid terug in de oorspronkelijke positie. 19-50...
  • Pagina 620 Problemen oplossen > Andere problemen Andere problemen Het afdrukken start niet Wanneer de volgende problemen bij bediening van de machine optreden, voer dan de volgende geschikte procedures uit. Referentie- Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Een uitgebreide functie Is de tijd voor de automatische Stel de tijd voor de automatische pagina 15-7 start niet.
  • Pagina 621 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Als "Auto-IP" al is Is een waarde anders dan "0.0.0.0" Voer "0.0.0.0" in voor het IP-adres pagina 3-11 ingesteld op [Aan], dan ingevoerd voor het linkLocal-adres van de TCP/IP(v4). wordt het IP-adres niet van de TCP/IP(v4)? automatisch toegewezen.
  • Pagina 622 Problemen oplossen > Andere problemen Problemen oplossen bij het gebruik van de verzendfunctie Referentie- Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Verzenden via SMB niet Is de netwerkkabel aangesloten? Sluit de juiste netwerkkabel goed pagina 3-3 mogelijk. aan. Zijn de netwerkinstellingen voor het Configureer de TCP/IP-instellingen pagina 15-61 apparaat goed geconfigureerd?
  • Pagina 623 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Er komt stoom uit het Controleer of de kamertemperatuur Afhankelijk van de afdrukomgeving ― apparaat in de zone van erg laag is of dat er vochtig papier en de toestand van het papier, zal de papieruitwerpsleuf.
  • Pagina 624 Problemen oplossen > Andere problemen Reageren op Fout bij verzenden Referentie- Foutcode Bericht Mogelijke oplossing pagina 1101 Het verzenden van de e-mail Controleer de hostnaam van de SMTP-server in pagina 3-51 is mislukt. het Command Center RX. Het verzenden via FTP is Controleer de hostnaam van de FTP.
  • Pagina 625 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutcode Bericht Mogelijke oplossing pagina 1104 Het verzenden van de e-mail Controleer het e-mailadres. pagina 11-3 is mislukt. OPMERKING Als het adres afgewezen wordt door het domein, kunt u de e-mail niet versturen. 1105 Het verzenden via SMB is Controleer de volgende instellingen.
  • Pagina 626 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutcode Bericht Mogelijke oplossing pagina 2101 Het verzenden via SMB is Controleer de netwerk- en SMB-instellingen. — mislukt. • De netwerkkabel is aangesloten. • De hub werkt niet goed. • De server werkt niet goed. •...
  • Pagina 627 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutcode Bericht Mogelijke oplossing pagina 3201 Het verzenden van de e-mail Controleer de SMTP- — is mislukt. gebruikersverificatiemethode van de ontvanger. 0007 — Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. pagina 3-5 Als deze fout zich herhaalt, noteer dan de 4201 weergegeven foutcode en neem contact op met 4701...
  • Pagina 628 Problemen oplossen > Andere problemen Foutcode Bericht Controlepunten Mogelijke oplossing 1031 Kan geen verbinding maken — Controleer of de met het afdruksysteem. interfacekabel juist is aangesloten. Als de fout Controleer de verbinding met bestaat, dan heeft zich een het afdruksysteem. storing in het afdruksysteem >...
  • Pagina 629 Problemen oplossen > Andere problemen Over de uitvoer van papier wanneer een specifieke fout optreedt Als u [Fout op display] in [Foutafhandeling] selecteert wanneer de volgende fout optreedt, wordt een bericht weergegeven en wordt het afdrukken gestopt. Verkeerd papierformaat geplaatst Als het geplaatste papierformaat anders is dan het geconfigureerde formaat, wordt het volgende bericht weergegeven.
  • Pagina 630 Problemen oplossen > Andere problemen Centreerfout papier Als het geplaatste papier niet uitgelijnd wordt getransporteerd in de voor- of achterwaartse richting van de machine, verschijnt het volgende bericht. Hieronder zijn de oorzaken en de mogelijke oplossingen van de fout vermeld. Referentie- Oorzaken Mogelijke oplossing...
  • Pagina 631 Problemen oplossen > Andere problemen Inkt-ejectie buiten het papier Dit apparaat heeft een functie voor het detecteren en maskeren (geen inkt-ejectie) van ontbrekende delen zoals ponsgaten in het papier. Als de machine defecten zoals gaten of kreukels detecteert in het gebied waar de afbeelding moet worden afgedrukt, wordt het volgende bericht weergegeven.
  • Pagina 632 Problemen oplossen > Andere problemen Wanneer de 4000-vel finisher of de 5000-vel stapelaar als papieruitvoer is opgegeven, wordt het papier na de fout uitgevoerd naar de bovenlade van de omkeer- en ontkruleenheid. Als de uitvoer niet op tijd kan worden omgeschakeld, wordt er uitgevoerd naar de binnenlade van de omkeer- en ontkruleenheid.
  • Pagina 633 Problemen oplossen > Andere problemen Reageren op foutmeldingen Als het aanraakscherm of het afdruksysteem een van de volgende berichten of foutcodes weergeeft, voer dan de bijbehorende procedure uit. OPMERKING Wanneer u contact met ons opneemt, zal het serienummer nodig zijn. Raadpleeg voor controle van het serienummer: Instellingenscherm oproepen (pagina 4-3) Referentie- Foutmelding...
  • Pagina 634 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Controleer het papier in Is het juiste papierformaat Zorg ervoor dat het geplaatste pagina 15-14 cassette #. geplaatst? papier overeenkomt met het pagina 19-60 ingestelde formaat. Het papierformaat is verschillend.
  • Pagina 635 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Controleer het papier in Is het juiste papierformaat Zorg ervoor dat het geplaatste pagina 7-3 cassette #. geplaatst? papier overeenkomt met het pagina 7-11 ingestelde formaat. Er is een papierfout pagina 19-62 opgetreden.
  • Pagina 636 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina De limiet voor de box is Wordt [Einde] op het De opgegeven documentbox is vol — overschreden. aanraakscherm weergegeven? en er is geen opslagcapaciteit meer. De taak is geannuleerd. Druk op [Einde].
  • Pagina 637 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Fout opgetreden in ― Open de cassette. Controleer de ― cassette #. binnenkant van het apparaat en verwijder het papier. Fout verwisselbaar Is het wegschrijven naar een Er is een fout opgetreden in het ―...
  • Pagina 638 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Het geheugen is vol. — Het geheugen is vol en de taak kan — niet worden voltooid. Druk op [Doorgaan] om de gescande pagina’s af te drukken. De afdruktaak kan niet volledig worden verwerkt.
  • Pagina 639 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Zijn het apparaat en de PC Controleer de netwerk- en SMB- pagina 3-11 bestemmingscomputer waarnaar het gescande beeld instellingen. niet vinden. Controleer verzonden wordt, aangesloten op • De netwerkkabel is aangesloten. de computer.
  • Pagina 640 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Kan dit papiertype niet Hebt u een papierformaat of -soort Als het geselecteerde papier niet — verschuiven. geselecteerd die niet verschoven gewijzigd is en u drukt op kan worden? [Doorgaan], dan wordt verschuiven ingeschakeld.
  • Pagina 641 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Nieten onmogelijk op Hebt u een positie geselecteerd Als het geselecteerde papier niet pagina 13-8 aangegeven positie. waar nieten niet mogelijk is? gewijzigd is en u drukt op [Doorgaan], dan wordt nieten ingeschakeld.
  • Pagina 642 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Papierstoring. ― Als zich een papierstoring voordoet, pagina 19-33 wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek met de papierstoring op het scherm weergegeven. Laat het apparaat aanstaan en volg de instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 643 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Scheve of meerd. — Zie de waarschuwing aangebracht — originelen tegelijk op de documenttoevoer en ingev. controleer de originelen. Als de originelen zijn vastgelopen, volg dan de instructies op het scherm om de originelen te verwijderen.
  • Pagina 644 Problemen oplossen > Andere problemen Referentie- Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing pagina Verwisselbaar Is het verwisselbare geheugen Voer [Formatteren] uit op dit pagina 14-13 geheugen niet geformatteerd op dit apparaat? apparaat. geformatteerd. Voorbereiden voor — Het apparaat wordt aangepast om — afdrukken.
  • Pagina 645 20 Appendix In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u uitgebreide functies en optionele functies, evenals de specificaties van de hoofdeenheid en de opties kunt instellen, en wordt een verklarende woordenlijst gegeven. Uitgebreide functie ..............................20-2 Uitgebreide functies activeren ........................ 20-2 Uitgebreide functies deactiveren ......................
  • Pagina 646 Appendix > Uitgebreide functie Uitgebreide functie U kunt verschillende uitgebreide functies gebruiken. Neem contact op met uw verkoper of dealer voor meer informatie. Uitgebreide functies activeren Om uitgebreide functies te gebruiken, moet u ze opstarten. Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Uitgebr. functie activeren] > "Uitgebreide functie" [Uitgebreide functielijst] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor gebruikersverificatie verschijnt, uw login gebruikersnaam en...
  • Pagina 647 Appendix > Uitgebreide functie Uitgebreide functies deactiveren Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Uitgebr. functie activeren] > "Uitgebreide functie" [Uitgebreide functielijst] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor gebruikersverificatie verschijnt, uw login gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelden]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten.
  • Pagina 648 Appendix > Optionele functie Optionele functie Overzicht van de optionele functie De volgens functies zijn op deze machine geïnstalleerd. Functie Data Security Kit Card Authentication Kit Gebruik van een functie starten Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Uitgebr. functie activeren] > "Optionele functie" [Optionele functielijst] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor gebruikersverificatie verschijnt, uw login gebruikersnaam en...
  • Pagina 649 Appendix > Optionele functie Details van de optionele functie controleren Roep het scherm op. Toets [Systeemmenu/Tellers] > [Uitgebr. activeren] > "Optionele functie" [Optionele functielijst] OPMERKING Voer, wanneer het scherm voor gebruikersverificatie verschijnt, uw login gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelden]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten.
  • Pagina 650 Appendix > Over workflow-oplossingen Over workflow-oplossingen Deze machine kan variabele gegevens afdrukken met de volgende software van Objectif Rune. Item Beschrijving PrintShop Mail Software voor het maken van direct mail. De informatie in de database wordt als variabele data op elke plaats in een vast formaat document ingevoegd en alleen de vooraf gespecificeerde voorwaarden worden afgedrukt.
  • Pagina 651 Appendix > Specificaties Specificaties BELANGRIJK Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Apparaat Item Beschrijving Type Console Afdrukmethode Lijninkjetsysteem Papiergewicht Cassette 75 tot 360 g/m Multifunctionele 75 tot 300 g/m lade Papiersoort Cassette Normaal, Ruw, Velijn, Voorbedrukt, Bankpost, Karton, Kleur, Geperforeerd, Briefpapier, Enveloppen (voor cassette 1 en 2), Dik, Inkjetpapier, Mat inkjetpapier, Aangepast 1 tot 8 (Duplex: gelijk aan enkelzijdig)
  • Pagina 652 Appendix > Specificaties Item Beschrijving Extra grote opslag SSD 32 GB/Harde schijf 1 TB Interface Standaard Hi-Speed USB: 1 Netwerkinterface: 1 (1000Base-T/100Base-TX/10BASE-T (IPv6, IPv4, IPSec)) Hi-Speed USB: 4 (USB-flashgeheugensleuf) Bedrijfs- Temperatuur 10 tot 32°C omgeving Vochtigheid 15 tot 80 % Hoogte Maximaal 3500 m Verlichting...
  • Pagina 653 Appendix > Specificaties Kopieerfuncties Item Beschrijving Kopieersnelheid Zwart-wit kopiëren Kleurkopiëren (Papier wordt ingevoerd vanuit de 12"×18" /SRA3 74/75 vel/min 74/75 vel/min cassette van de hoofdeenheid) A4/Letter 150/146 vel/min 150/146 vel/min /Letter 110 vel/min 110 vel/min /Ledger 88/86 vel/min 88/86 vel/min /Legal 98 vel/min 98 vel/min...
  • Pagina 654 Appendix > Specificaties Scannerfuncties Item Beschrijving Resolutie 600 dpi, 400 dpi, 200×400 dpi, 300 dpi, 200 dpi, 200×100 dpi Bestandsformaat TIFF, JPEG, XPS, Open XPS, PDF (MMR/JPEG compressie/Hoge compressie PDF/OCR-tekst-herkenning PDF) Scansnelheid 1-zijdig Z/W 120 beelden/min. Kleur 120 beelden/min. (A4, 300 dpi, beeldkwaliteit: 2-zijdig Z/W 220 beelden/min.
  • Pagina 655 Appendix > Specificaties Omkeer- en ontkruleenheid (DE-9100) Item Beschrijving Papiertransportsnelheid 423 tot 762 mm/s Papierformaat 13"×19,2" , 13"×19" , SRA3 , A3 , A4 , A5 , A6 , B4 , B5 , B6 Folio , 216×340 mm , Ledger , Letter , Legal , Statement...
  • Pagina 656 Appendix > Specificaties Kit 550-vel multifunctionele lade (PF-9110) Item Beschrijving Max. aantal vellen 550 vel (papiergewicht 0,1 mm) Papierformaat 13"×19,2" , 13"×19" , SRA3 , A3 , A4 , A5 , A6 , B4 , B5 , B6 Folio , 216×340 mm , Ledger , Letter , Legal...
  • Pagina 657 Appendix > Specificaties Stapelaar 5000 vel (ST-9100) Item Beschrijving Papierformaat Stapelaar 13"×19,2" , 13"×19" , SRA3 , A3 , A4 , A5 , B4 , B5 , Folio 216×340 mm , Ledger , Letter , Legal , Statement , 12"×18" Executive , Oficio II , 8K...
  • Pagina 658 Appendix > Specificaties Finisher voor 4000 vel (DF-9100) Item Beschrijving Aantal laden 3 laden Papier- Lade A (zonder-nieten) 13"×19,2" , 13"×19" , SRA3 , A3 , B4 , B5 , 216×340 mm formaat Ledger , Legal , Executive , 12"×18" , Oficio II , Folio , 8K...
  • Pagina 659 Appendix > Specificaties Vouweenheid voor Finisher 4000 vel Item Beschrijving Formaten In 2 vouwen , SRA3 , B4 , A4 , Ledger , Letter Legal , Oficio II , 8K , 13"×19,2" , 12"×18" Zadelsteek , SRA3 , B4 , A4 , Ledger , Letter Legal...
  • Pagina 660 Appendix > Specificaties Bannerlade (Bannergeleider 10) Item Beschrijving Max. aantal vellen 10 vel (Multifunctionele lade) Papierbreedte 210 tot 304,8 mm Papierlengte Max. 1220,0 mm Papiersoort Papiergewicht: 136 tot 163 g/m Papiersoort: Zwaar 2 Afmetingen (B x D x H) 250 × 374 × 152 mm Gewicht Ong.
  • Pagina 661 Appendix > Woordenlijst Woordenlijst Auto-IP Auto-IP is een module die het mogelijk maakt dynamische IPv4-adressen toe te wijzen aan een apparaat bij het opstarten. DHCP vereist echter een DHCP-server. Auto-IP is een serverloze methode om een IP-adres te kiezen. IP- adressen tussen 169.254.0.0 tot 169.254.255.255 worden gereserveerd voor Auto-IP en automatisch toegewezen.
  • Pagina 662 Het ondersteunt ook de HTTP-authenticatiemechanismen samen met SSL-server- en clientauthenticatie en encryptie. KPDL (Kyocera Page Description Language) Kyocera's PostScript-paginabeschrijvingstaal die compatibel is met Adobe PostScript Level 3. 20-18...
  • Pagina 663 Appendix > Woordenlijst Multifunctionele lade De papierinvoerlade aan de rechterkant van de machine. Gebruik deze lade in plaats van de cassettes voor het afdrukken op Hagaki (Karton). NetBEUI (NetBIOS Extended User Interface) Een interface, ontwikkeld door IBM in 1985, als een update van NetBIOS. Deze maakt meer geavanceerde functies mogelijk op kleinere netwerken dan andere protocollen zoals TCP/IP, enz.
  • Pagina 664 Appendix > Woordenlijst Subnetmasker Het subnetmasker is een manier om het netwerkadresgedeelte van een IP-adres uit te breiden. Een subnetmasker geeft alle netwerkadressecties als 1 en alle host-adressecties als 0 weer. Het aantal bits in de prefix geeft de lengte van het netwerkadres aan. De term "prefix" verwijst naar iets dat aan het begin is toegevoegd en geeft in deze context het eerste deel van het IP-adres aan.
  • Pagina 666 KYOCERA Document Solutions America, Inc. KYOCERA Document Solutions Asia Limited Headquarters 13/F., Mita Centre, 552-566, Castle Peak Road, Tsuen 225 Sand Road, Fairfield, New Jersey 07004-0008, U.S.A. Wan, New Territories, Hong Kong, China Phone: +1-973-808-8444 Phone: +852-2496-5678 Fax: +1-973-882-6000 Fax: +852-2610-2063...
  • Pagina 667 KYOCERA Document Solutions KYOCERA Document Solutions South Africa (Pty) Ltd. Espana, S.A. KYOCERA House, Hertford Office Park, 90 Bekker Road Calle Manacor, 2, Las Rozas, Madrid, 28290 Las Rozas (Cnr. Allandale), Midrand, South Africa de Madrid, Madrid, Spain Phone: +27-11-540-2600...
  • Pagina 668 © 2023 KYOCERA Document Solutions Inc. 2023.1 2TJKDNL005 is een handelsmerk van KYOCERA Corporation...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Taskalfa pro 15000c/b