Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikersaanmelding en Taakaccounting > Taakaccounting (Lokaal)
2
Stel de account-ID in.
[Specifieke account-ID gebruiken]: Voer de account-ID in. Het afdrukken wordt
uitgevoerd met behulp van de ingevoerde account-ID. Als deze optie is geselecteerd, hoeft
de gebruiker niet voor elke afdruktaak de account-ID in te voeren.
[Prompt voor account-ID]: Een scherm voor het invoeren van de account-ID wordt
weergegeven wanneer u probeert af te drukken. Telkens wanneer een afdrukpoging wordt
ondernomen, moet de account-ID worden ingevoerd.
[Prompt voor account-ID en valideren]: Een scherm voor het invoeren van de account-
ID wordt weergegeven wanneer u probeert af te drukken. De account-ID die in de lijst met
account-ID's is opgeslagen, moet worden ingevoerd. Telkens wanneer een afdrukpoging
wordt ondernomen, moet de account-ID worden ingevoerd.
[Weergave account-ID-lijst]: De lijst met account-ID's wordt tijdens het afdrukken
weergegeven. De te gebruiken account-ID moet uit de lijst worden geselecteerd.
[Gebruikersnaam valideren (computer) of prompt voor account-ID]: Bij het afdrukken
wordt de Windows-gebruikersnaam gezocht in de "account-ID's" en kan worden afgedrukt
als de naam is geregistreerd. Als de account-ID niet geregistreerd is, verschijnt het scherm
voor het invoeren van de account-ID.
3
Klik op [OK].
OPMERKING
Raadpleeg het volgende voor meer informatie over taakaccounting:
Printer Driver User Guide
16-36
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
