Inhoudsopgave
Advertenties
Fig. 9.16.24
OPTIES
TUNNEL BAND
KOELEN
Esc
4 - Snel pusher
Wanneer de parameter uitgeschakeld is, werken de pusher en de transportband van de tunnel
met gesynchroniseerde snelheid zodat de passage van het product wordt vergemakkelijkt.
Door activering van de parameter werkt de pusher op de snelheid die door het programma is
ingesteld, onafhankelijk van de werkingssnelheid van de transportband van de tunnel.
De ingestelde waarde kan altijd weergegeven worden maar kan enkel worden gewijzigd in het
menu van het 2° niveau (paswoord PROGR)
Fig. 9.16.25
OPTIES
SNELDUWER
Esc
5 - Wijziging van de productiesnelheid van de machine (optionele parameter)
Door activering van deze parameter kan de machine een vertraging ondergaan tot op de
minimum bedrijfssnelheid als de sensor de aankomst van de producten op de ingangsband
niet meer detecteert. Deze instelling voorkomt bruusk starten waardoor producten (met
geringe stabiliteit) op de ingangsband zouden kunnen omvallen.
Als de parameter gedeactiveerd is, werkt de machine met de via het programma ingestelde
snelheid. Deze instelling is aanbevolen wanneer de te verpakken producten stabiel zijn, ook in
de hierboven beschreven omstandigheden.
Fig. 9.16.26
OPTIES
WIJZIGING
PRODUCTIESNELHEID
Esc
UIT
Mod
UIT
Mod
important -->deactivate
AAN
Mod
83
Advertenties
Inhoudsopgave
