Compact 8 (Compact 2032E) - Compact 8W (Compact 2047E) - Compact 10 (Compact 2747E) - Compact 10N (Compact 2632E)
- Compact 10N-1 Compact 12 (Compact 3347E) - Compact 14 (Compact 3947E)
D
- Gebruiksaanwijzingen
5 - Transport
5.1 -
V
OORBEREIDING OP DE TRANSPORTSTAND
Controleer tijdens het laden of :
• De oprijplanken het gewicht van de machine kunnen dragen.
• De oprijplanken op correcte wijze zijn bevestigd alvorens de machine te transporteren.
• De aanhechtingszone van de oprijplanken voldoende is.
• De transportvrachtwagen moet geparkeerd worden op een vlakke ondergrond en moet
stilliggen om te voorkomen dat hij tijdens het laden of lossen van de machine begint te rijden.
Om de helling op te gaan, geleidelijke de translatiemanipulator ( 108 ) activeren.
Gebruik, bij een te steile helling, een lier voor aanvullende trekkracht.
Kom nooit onder of te dicht bij de machines staan tijdens de lading.
De machine dient volledig ingeklapt te zijn :
• Controleer op afwezigheid van ladingen in de gondel (of op het platform).
• De platformuitbreiding moet ingetrokken zijn in de vergrendelde positie.
• Rijd de machine naar de truckzone.
• Bevestig de machine via de hiertoe voorziene verankeringspunten (Zie afbeelding).
Het handmatige verlengstuk (indien uitgerust) moet worden ingetrokken en vergrendeld tijdens het
transport of slepen.
4001005820
E 11.19
NL
87
A
B
C
D
E
F
G
H
I