Compact 8 (Compact 2032E) - Compact 8W (Compact 2047E) - Compact 10 (Compact 2747E) - Compact 10N (Compact 2632E)
- Compact 10N-1 Compact 12 (Compact 3347E) - Compact 14 (Compact 3947E)
A
- Voorwoord
2.1.6 - Gevaar voor verbrijzeling / botsen
In de gondel :
• Controleer of de werkzone boven, naast en onder de
gondel vrij is bij het heffen en dalen van de gondel en
voor iedere andere beweging.
• Houd tijdens de werking alle ledematen binnen de
gondel (of platform). Houd de relingen vast aan de
zijde tegenover de omliggende structuren. Voorkom
de beknelling van uw handen bij het vasthouden van
de relingen.
• Plaats de machine in de buurt van een gebouw/
structuur met behulp van de platformextensies in
plaats van de machine te verplaatsen naar de
structuur.
• Zet de zone rond de hoogwerker af zodat medewerkers en mobiele uitrustingen tijdens de
werking van de hoogwerker op afstand blijven.
• Vraag het personeel niet te werken, op afstand te blijven en niet te wandelen onder een mast
/ gondel die rechtop staat.
• Rij niet achteruit (richting tegenover het gezichtsveld).
• Houd het chassis van de machine op minstens 1 m (3 ft 3 in) afstand van gaten, hobbels,
hellingen, versperringen, puindelen en wegbedekkingen die eventuele gaten of overige
gevaren op de grond kunnen verbergen.
• Bij besturing het personeel op de grond minsten 5 m (16 ft 5 in) van de machine verwijderen.
• Informeer u over de verplaatsingsrichtingen.
• Controleer de rijrichting met behulp van de rode of groene pijlen op het chassis en op de bedieningspost boven.
• Noteer ook dat bij wijziging van verplaatsingsrichting (Voor <> Achter), de schakelaars of knoppen opnieuw op
neutrale stand moeten staan voordat u de richting wijzigt en de beweging uitvoert.
• Plaats om te rijden de gondel(of het platform) zodanig dat u optimaal zicht heeft en dode
hoeken vermijdt.
• Tijdens de werking moet(en) de personen in de bondel de reling stevig vasthouden.
• De gebruikers moeten een veiligheidsharnas gebruiken conform de lokale wetgeving. Maak
de koord vast aan het aangegeven valbeveiligingsanker dat in het platform is voorzien.
• Het harnas moet vastgemaakt worden aan het daarvoor bedoelde hechtingspunt.
• Vermijd het botsen tegen vaste of mobiele (overige machine) obstakels.
• Het gebruik van andere machines (kraan, gondel, enz.) in de werkzone verhoogt het risico
op botsingen of verbrijzelingen. Beperk het gebruik van bewegende machines in de
werkzone van een hoogtewerker.
16
4001005820
E 11.19
NL