Compact 8 (Compact 2032E) - Compact 8W (Compact 2047E) - Compact 10 (Compact 2747E) - Compact 10N (Compact 2632E)
- Compact 10N-1 Compact 12 (Compact 3347E) - Compact 14 (Compact 3947E)
D
- Gebruiksaanwijzingen
Ontkoppel geen kabels of verbindingen tussen de batterij en de lader wanneer de lader ingeschakeld is.
Om een oplading te onderbreken moet u altijd de verlengkabel uit de wisselstroombron trekken.
Laad de batterijen enkel in een goed geventileerde ruimte op. Laad geen batterijen op in de buurt van vuur,
vonken of andere mogelijke ontstekingsbronnen. Batterijen kunnen een zeer explosief waterstofgas
afgeven wanneer ze aan het opladen zijn. Het niet correct ventileren van de oplaadgassen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. De accu's van het hoogwerkplatofrm altijd opladen uit de buurt van ontvlambaar
materiaal.
Vermijd ALTIJD contact met accuzuur. Accuzuur kan ernstige brandwonden veroorzaken en moet uit de
buurt van huid en ogen gehouden worden. Als er contact plaatsvindt, spoelen met water en onmiddellijk
een dokter raadplegen.
Bij storing, knipperen de diverse kleuren van de LED naar gelang het type alarm :
Staat van de knipperende
LED
Rood
Geel
Groen
Rood-Geel
Rood-Groen
Rood-Geel-Groen
Bij alarm onderbreekt de lader de stroomtoevoer.
Als de acculading 80% capaciteit bereikt, gaat de gele 80% OPGELADEN LED indicator
branden en knippert de groene LED OPLAAD indicator.
Haal de verlengkabel uit het contact en de oplaadaansluiting op het hoogwerkplatform. Berg
de verlengkabel op voor eventueel later gebruik.
O
.:V
PM
HOOGWERKPLATFORM BEWEEGT
AAN DE UITRUSTING VEROORZAKEN
4001005820
Type alarm
Aanwezigheid accu
Thermische sonde
Time-out
Accustroom
Accuspanning
Thermisch
ERWIJDER ALTIJD DE ACCU OPLAADKABEL UIT HET CONTACT VOORDAT U HET
. A
E 11.19
Omschrijving (Handeling)
Accu niet aangesloten of niet geschikt : Controleer de aansluiting of
de nominale spanning.
Thermische sonde ontkoppeld tijdens het laden of niet betrokken bij
de werkstoring : Controleer de aansluiting en meet de
accutemperatuur.
Duur van de fase 1 of 2 overschrijdt de maximaal toegewezen
duur : Controleer het vermogen van de accu.
Controleverlies op de uitvoerstroom : Storing van de controle-
eenheid.
Controleverlies op de uitvoerspanning : Ontkoppelde accu of
storing van de controle-eenheid.
Oververhitting van de halfgeleiders : Controleer de werking van de
ventilator.
LS U DE KABEL NIET UIT HET CONTACT HAALT KAN DIT SCHADE
.
NL
103
A
B
C
D
E
F
G
H
I