Compact 8 (Compact 2032E) - Compact 8W (Compact 2047E) - Compact 10 (Compact 2747E) - Compact 10N (Compact 2632E)
- Compact 10N-1 Compact 12 (Compact 3347E) - Compact 14 (Compact 3947E)
C
- Controle vóór gebruik
4.2 -
A
CTIVERING VAN DE BEDIENINGEN
De activeringsschakelaar moet ingeschakeld worden om beweging mogelijk te maken.
Het systeem van de "activatieschakelaar" is afhankelijk van de configuratie van de machine
en bestaant uit een van de volgende onderdelen :
• Hendel van de schakelaar op het bedieningspaneel van het platform.
• Voetpedaan in de mand.
• Activeringsbediening inschakelen op grond en platformboxen.
4.3 -
D
ETECTOR IN GEBREK
O
.:D
PM
E AANWEZIGHEID VAN DEZE INRICHTING HANGT AF VAN DE MACHINEOPSTELLING
Het storingslampje knippert om een interne werkstoring aan te geven.
De machine gaat over op de vertraagde stand.
Sommige bewegingen kunnen begrensd of verboden zijn om de veiligheid van de gebruiker te
garanderen.
4.3.1 - Tests geluidswaarschuwingen (buzzers)
Stap
Activeer de noodstopknoppen ( 144 ) op het onderste bedieningspaneel en ( 46 ) op het bedieningspaneel
1
van het platform
Draai de sleutel in de startschakelaar van de bedieningspost ( 92 ) naar links of naar rechts om één van de
2
bedieningsposten in te schakelen. Er wordt een geluidssignaal (piep) weergegeven.
4.4 -
S
YSTEEM OVERBELASTINGSDETECTIE
Het begrenzingssysteem tegen overspanning wordt geactiveerd, afgezien van de hoogtes die
in de tabel "Hoogtebegrenzing van transportstand" beschreven staat (
Snelheidsbeperking bij verplaatsing).
Als de lading in de gondel (of op het platform) groter is dan de maximaal toegestane belasting,
worden alle bewegingen vanaf de- 2 bedieningspanelen stopgezet.
Op de bedieningsposten boven en beneden weerklinkt een geluidsignaal en de lampjes
waarschuwen de operator.
Om te machine weer in de normale gebruiksmodus te plaatsen, vermindert u het gewicht in de
gondel totdat de lading lager is dan de maximaal toegelaten lading.
Controleer dagelijks of de lampjes oplichten bij het inschakelen van de machine :
• Controleer of het overbelastingssysteem actief is : Zie indicatoren ( 6 ) op grond
weergavepaneel en ( 30 ) op platform weergavepaneel.
• Controleer
geluidswaarschuwingen (buzzers)
Dit apparaat vereist een periodieke inspectie, conform de aanbevelingen Onderhoudsboekje.
74
4001005820
Vanaf de bedieningspost beneden
of
de
geluidswaarschuwingen
E 11.19
Handeling
werken
:
Naar
.
Hoofdstuk C 4.6 -
verwijzen
Tests
NL