Installatie
Tab. 2: Leidingdoorsnede
Eén netaansluiting
Twee netaansluitin-
gen
50
Trekontlastingen
Alle elektr. leidingen moeten in de trekontlastingen van het schakelveld vastgezet
worden en overeenkomstig het schakelschema aangesloten worden.
Pompen
De toegelaten spanning per pompuitgang bedraagt I
6A).
Wanneer pompen op de modulaire uitgang QX4 aangesloten worden, moeten deze
bij een vermogen boven de 150W een interne wikkelingsbeveiliging hebben!
Aansluiten van de voelers en componenten
Gevaar voor elektrische schokken! Levensgevaar door onvakkundig werk!
Het schakelschema respecteren! De accessoires volgens de bijgevoegde handleidin-
gen monteren en aansluiten. Op het net aansluiten. De aarding controleren.
Buitentemperatuurvoeler (leveringsomvang)
De buitentemperatuurvoeler wordt standaard bij het toestel bijgeleverd. Aanslui-
ting, zie schakelschema.
Vervangen van de kabels
Alle kabels, behalve de netaansluitkabel, moeten bij hun vervanging vervangen wor-
den door de speciale BRÖTJE kabels. Bij de eventuele vervanging van de netaanslui-
tingkabel, slechts kabels van het type H05VV-F gebruiken.
Noodzakelijke leidingsdoorsnede
Minimaal noodzakelijke leidingsdoorsnede van de toevoerleiding van het net bij een
leidinglengte van boven de 25m (Tab. 2 (Pagina 50)).
BSW 6-8 B
WP-ta-
Hoofdtarief
WP-ta-
rief
5 x 4
-
5 x 4
5 x 2,5
5 x 2,5
5 x 2,5
Aanrakingsbescherming
Na het openen van de BSW, moet de mantel herbevestigd worden met de overeen-
stemmende schroeven om de bescherming tegen ongelegen aanrakingen te verze-
keren.
BSW 10 B
Hoofdtarief
WP-ta-
rief
rief
Leidingdoorsnede [mm
-
5 x 6
5 x 2,5
5 x 4
= 2A (max. stroomopname
N max
BSW 13-15 B
Hoofdtarief
WP-ta-
rief
2
]
-
5 x 6
5 x 2,5
5 x 6
BSW 21 B
Hoofdtarief
-
3 x 1,5
369738 04.10