Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BRÖTJE SensoTherm BSW 6-21 B Installatiehandleiding pagina 101

Inhoudsopgave

Advertenties

Schakeldifferentie 2-punts
(940)
Looptijd aandrijving
(941)
Menger in verw bedrijf
(945)
Blokkeerduur
dauwpuntbe-
waking
(946)
Streefwaarde aanv verhoging
hygro
(947)
Met bufferreservoir
(962)
Met
voorregelaar/booster-
pomp
(963)
Bedrijfsomschakeling
(969)
Nominale streefwaarde
(1610)
Streefwaarde gereduceerd
(1612)
369738 04.10
Voor de 2-punts aandrijving moet deze parameter evt. aangepast worden. Bij 3-
punts aandrijving heeft het schakelverschil geen uitwerking.
Voor de 3-punts aandrijving kan de aandrijflooptijd van de gebruikte menger-aan-
drijving aangepast worden. Bij 2-punts aandrijving heeft de aandrijf-looptijd geen
uitwerking.
Stelt de stand van de menger 1 (Y1 / Y2) bij in werking gestelde verwarming vast.
- Regelt: Het ventiel regelt in verwarmings- en koelbedrijf.
- Open: Het ventiel regelt in koelbedrijf, bij verwarmingsbedrijf is het geopend.
Bij systemen met hydraulisch gescheiden verwarm- en koelcircuit is deze parameter
niet werkzaam.
Dauwpuntbewaking
Zodra de aangesloten dauwpuntbewaking de vorming van condensaat bemerkt,
sluit het contact en schakelt daarmee de koeling uit.
Zodra het contact weer geopend is, begint de hier ingestelde blokkeerduur te lopen.
Pas na afloop van deze blokkeertijd mag de koeling weer in bedrijf genomen wor-
den.
De dauwpuntbewaking moet aan ingang H1 toegewezen worden (prog.-nr. 5950).
Om condensaatvorming tengevolge van te hoge luchtvochtigheid in de ruimte te
voorkomen, kan een hygrostaat ingezet worden. Zodra de luchtvochtigheid de op
de hygrostaat ingestelde waarde overschrijdt, sluit deze het contact en activeert
daardoor een aanvoertemperatuur-streefwaardeverhoging. De waarde van de
streefwaardeverhoging kan hier ingesteld worden.
De hygrostaat moet aan ingang H1 toegewezen worden (prog.-nr. 5950).
Is er een bufferreservoir voorhanden, dan moet ingesteld worden of het koelcircuit
uit het bufferreservoir koelte kan betrekken.
Er wordt ingesteld of het koelcircuit door de voorregelaar resp. met de boosterpomp
(steeds naargelang het systeem) gevoed moet worden.
Bij externe omschakeling van de bedrijfsmodus per H1/H2/H3 kan worden gese-
lecteerd of er van de comfortstreefwaarde op de vorstbeveiligings- streefwaarde of
de gereduceerde streefwaarde wordt omgeschakeld.
Tapwater
Instelling van de nominale temperatuur-streefwaarde van het tapwater.
Onder prog.-nr. 1612 wordt de gereduceerde tapwater-streefwaarde ingesteld.
Programmering
101

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave