Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering
Correctie WP aanvoervoeler
3031
Correctie WP retourvoeler
3032
Correctiestatus
(3033)
Impulsteller warmte
(3090)
Impulseenheid warmte
(3092)
Impulswaarde warmteteller
(3093)
Impulswaarde
warmtenoe-
mer
(3094)
110
De met de voelers WVF (B21) en WRF (B71) gemeten temperaturen kunnen ieder
met een separate parameter met max. ±20K handmatig gecorrigeerd worden.
In het menu in-/uitgangstest worden de gemeten voelerwaarden zonder correctie
aangegeven. De gecorrigeerde en voor de regeling gebruikte temperatuurwaarden
vindt u in het menu Diagnose opwekker.
De correctiestatus wordt op het display direct bij de correctieparameters van de
aanvoer- en retourvoelers aangegeven.
- Niet gecorrigeerd: De correctiewaarden zijn niet handmatig noch automatisch
gecorrigeerd, of de automatische correctie is afgebroken of is mislukt.
- Handmatig gecorrigeerd: Minstens één van de correctiewaarden is via de bedie-
ning veranderd.
- Automatisch gecorrigeerd: De voelers zijn met de automatische voelercorrectie
afgesteld. De correctiewaarden zijn daarna niet meer veranderd.
- Correctie loopt: De pompvoorloop voor de automatische voelercorrectie is gestart.
De correctie is nog niet uitgevoerd.
Energieteller
M.b.v. van het menu energieteller kunnen zowel de opgenomen (elektrische) energie
als ook de afgegeven (geproduceerde) energie gemeten en weergegeven worden.
Daarvoor staan op het toestel twee impulsingangen H1 en H3 voor het bijschakelen
van extern geïnstalleerde elektro-, warmte- of volumedoorstroommeters ter be-
schikking. Op die manier kunnen beoordelingen over de actuele efficiëntie (COP)
alsmede over de effectieve over een langere periode (bijv.: 1 jaar) vastgestelde effi-
ciëntie gemaakt worden.
Warmteopbrengstmeter
Met de parameter impulsteller warmte wordt ingesteld met welke ingang H1 of H3
de warmteopbrengst resp. het waterdoorstroomvolume geteld moet worden:
- Geen: Geen telling van de ingang H1 of H3. Deze instelling is belangrijk voor het
geval ingangen voor andere impulstellingen (bijv. registreren van de ingezette
energie) gebruikt worden.
- Met ingang H1, Met ingang H3: Van de ingestelde ingang wordt de impulsteller
uitgelezen en de daaruit berekende energie wordt bij de teller voor de afgegeven
warmte opgeteld.
Het is van belang dat de hier gekozen telleringang in de configuratie (prog.-nr. 5950,
5960) ook op "impulstelling" ingesteld is.
Met de keuze van de impulseenheid wordt ook de registratie van de afgegeven
energie voor warmtetelling of doorstroomvolumetelling onderscheiden:
- Impulseenheid warmte = kWh
De impulsen resp. hun energiewaarde wordt direct in de teller voor de afgegeven
warmte opgeteld.
- Impulseenheid warmte = liter
Met de impulsen resp. hun volumewaarde wordt via het gemeten temperatuur-
verschil tussen aanvoer- en retour de warmte-energie berekend en dan in de teller
voor de afgegeven warmte opgeteld.
369738 04.10
Advertenties
Inhoudsopgave
