Installatie
5.5 Correct vullen m.b.v. een
mengvat
5.6 Werkstappen voor het correct
vullen
48
Spoelen
Met gefilterd leidingwater wordt met druk eerst de circulatiepomp van het solecir-
cuit en de verdamper van verontreinigingen als lasdruppels, steentjes en vuil ont-
daan.
Aansluitend wordt ieder circuit van de aardwarmtesondes afzonderlijk gespoeld.
- Voorbeeld: Een 140 meter lange aardwarmtesonde (Ø 32 mm) moet met 2 bar
druk minstens 6 minuten gespoeld worden (Afb. 20).
Afb. 20: Minimale spoelduur (sondediameter 32 mm)
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0
20
Vullen
Na het spoelen is het hele solecircuit met schoon leidingwater gevuld. Nu de beno-
digde concentratie antivries met een 100%-concentraat als onder5.6 (Pagina 48)
beschreven tot stand brengen.
Aardsonde-Ø [mm]
25
32
40
Voorbeeld voor een benodigde vulling van 30% (sonde-Ø 32 mm; leidinglengte 140
m):
1. Berekening van het sondevolume
Volgens tab. 1 is het resultaat: 140 m x 2,12 l/m = 297 l
Bovendien moet de inhoud van de verbindingsleidingen van de warmtepomp van
30 l hierbij opgeteld worden!
Installatievolume : 297 l + 30 l = 327 l
2. Aandeel van de benodigde 100%-solevloeistof (ethyleenglycol):
30% van 327 l = 98 l
2 bar
3 bar
40
60
80
100 120 140 160 180 200
Sondenlänge [m]
Inhoud per meter [l/m]
1,31
2,12
3,34
369738 04.10