Inhoudsopgave
Advertenties
Regeling condensator pomp
(2801)
Voorlooptijd
condensator-
pomp
(2802)
Nadraaitijd
condensator
pomp
(2803)
Streefw temp spreiding con-
densator
(2805)
Max afw tempdiff condensa-
tor
(2806)
Bron-vorstbeveiligingtemp.
(2815)
Bronbev temp
(2816)
Schakeldiff bronbev
(2817)
Verhoging bronbev temp
(2818)
369738 04.10
- Temperatuurvraag: De condensatorpomp loopt zodra een geldige temperatuur-
vraag aanwezig is.
- Parallel comp bedrijf: De condensatorpomp loopt wanneer de compressor in be-
drijf is of het elekro- element in de aanvoer ingeschakeld is.
Voor de inbedrijfsname van de compressor moet de condensator-pomp in bedrijf
genomen worden, om te zorgen dat de voelers een correcte temperatuur kunnen
meten.
De waarde moet minder of gelijk aan de "Voorlooptijd bron" (prog.-nr. 2819) zijn.
Na het uitschakelen van de compressor loopt de condensator-pomp nog de inge-
stelde nadraaitijd door.
Bij een warmtepompen-storing schakelt de condensatorpomp uit tot de storing
verholpen is.
De vorstbeveiliging van het systeem, de vorstbeveiliging van de warmtepomp als-
mede de elektroverwarmingmodule K25 kunnen de condensatorpomp echter nog
steeds activeren, voor zover ze actief zijn.
Gewenste temperatuurbereik (verwarming) van het medium van de verbruiker tus-
sen instroom in de condensator (B71) en uitstroom uit de condensator (B21).
De functie is alleen actief wanneer beide voelers voorhanden zijn.
Maximale afwijking van het gewenste temperatuurbereik naar boven of onderen.
Wanneer de gemeten afwijking gedurende minstens drie minuten hoger is dan de
ingestelde maximale afwijking, verschijnt de overeenkomstige statusmelding.
De bron-vorstbeveiliging-functie verhindert het bedrijf van de warmtepomp bij een
te lage bronuitstroomtemperatuur. Ze is voor systemen bedoeld, die water als
warmtebron gebruiken.
Daalt de bronuitstroomtemperatuur tijdens het bedrijf onder de bron-vorstbevei-
ligingtemperatuur, dan schakelen de pomp en de compressor voor de onder prog.-
nr. 2822 instelbare tijd uit.
De bronbeveiliging-functie is voor systemen bestemd, die aardwarmte als bron ge-
bruiken. De functie is identiek aan de bron-vorstbeveiliging, maar i.p.v. de bron-
uitstroomtemperatuur wordt de bron-instroomtemperatuur gebruikt.
Daardoor wordt de bron tegen te grote afkoeling beschermd.
Na de ingestelde voorlooptijd moet de bron-temperatuur minstens met dit scha-
kelverschil boven de vorstbeveiliging- of bronbeveiligingtemperatuur liggen, om te
zorgen dat de compressor - bij geldige warmtevraag - inschakelt.
Tijdens de estrikdroging verhoogt de regelaar automatisch de bronbeveiliging-
temperatuur met deze waarde.
Programmering
105
Advertenties
Inhoudsopgave
