Afb.54 Controle rookgasafvoer en luchttoe
voer
Afb.55 Controle van de automatische ont
luchter
7664955 - v.01 - 31082016
Voor meer informatie, zie
Vervanging van de ionisatie-/ontstekingselektrode, pagina 50
10.2.6 Controle van de tapcapaciteit
1. Controleer de tapcapaciteit.
2. Is de tapcapaciteit merkbaar minder (temperatuur is onvoldoende
en/of het debiet is minder dan 6,2 l/min), reinig dan de platenwarm
tewisselaar (ww-zijdig) en de flowsensor.
10.2.7 Controle van de rookgasafvoer-/luchttoevoeraansluitingen
1. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en de luchttoevoer
op conditie en dichtheid.
AD-0001323-01
10.2.8 Controle van de verbranding
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O
centage in het rookgasafvoerkanaal.
Voor meer informatie, zie
Controle en instelling van de verbranding, pagina 38
10.2.9 Controle van de venturi
Indien er een terugslagklep in de ketel is gemonteerd (bij overdruksyste
men), moet de werking hiervan gecontroleerd worden:
1. Verwijder de luchtinlaatdemper en controleer de venturi op corrosie
(witte vlekjes).
2. Zichtbare corrosie duidt op lekkage van de terugslagklep: vervang
de terugslagklep.
10.2.1
Controle van de automatische ontluchter
0
1. Controleer de werking van de automatische ontluchter. Deze is
zichtbaar links bovenop de ketel.
2. Vervang, bij lekkage, de ontluchter.
AD-0001324-01
10 Onderhoud
-per
2
49