7 Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Gascircuit
Afb.39 Gasblok meetpunt C
C
7.3
Hydraulisch circuit
7.4
Elektrische aansluitingen
7.5
Inbedrijfstellingsprocedure
36
AD-0001320-01
Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van
de ketel.
Waarschuwing
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet over
eenkomt met de toegestane gassoorten.
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt C van het gasblok. De
gasdruk moet voldoen aan de vermelde druk op de typeplaat.
Waarschuwing
Voor toegestane gasdrukken, zie Toestelcategorieën, pagina 11.
4. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt C op het gasblok
los te schroeven.
5. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de leiding voldoende ont
lucht is.
6. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
1. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op het display van
de ketel staat aangegeven. Indien nodig: vul de CV-installatie bij.
2. Controleer de sifon, deze moet geheel gevuld zijn met schoon wa
ter.
3. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
1. Controleer de elektrische aansluitingen.
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Steek de stekker van de ketel in een geaard stopcontact.
3. Open de gaskraan van de ketel.
4. Stel de onderdelen (thermostaten, regeling) zodanig in dat er warm
te wordt gevraagd.
5. Het opstartprogramma begint en kan niet onderbroken worden. Tij
dens de opstartcyclus geeft de display de volgende informatie:
: Softwareversie
: Parameterversie
De versienummers worden afwisselend weergegeven.
6. De ketel begint een automatische ontluchtingscyclus van circa 3 mi
nuten. Dit herhaalt zich iedere keer als de voedingsspanning onder
broken is geweest.
7664955 - v.01 - 31082016