5 Voor de installatie
5
Voor de installatie
5.1
Installatievoorschriften
5.2
Locatiekeuze
Afb.8
Positie typeplaat
Afb.9
Montageruimte
0
0 0
≥ 1
20
AD-0001311-01
5
4 0
0
5
≥ 2
5 0
6 7
0
≥ 2
5 0
0
3 0
AD-0000633-01
Toelichting
De installatie en het onderhoud van de ketel moeten door een er
kend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en na
tionale regelgeving.
5.2.1 Typeplaat
De typeplaat van de ketel vermeldt het ketelserienummer en belangrijke
ketelspecificaties, zoals de uitvoering en toestelcategorie. De dF-en dU-
codes staan ook op de typeplaat vermeld.
5.2.2 Plaats van de ketel
Bepaal de juiste plaats voor montage van de ketel aan de hand van de
richtlijnen en de benodigde opstellingsruimte.
Houd bij de bepaling van de juiste opstellingsruimte rekening met de
toegestane positie van de rookgasafvoeruitmonding en/of luchttoevoer
uitmonding.
Zorg voor voldoende ruimte rond de ketel voor een goede bereikbaar
heid en vereenvoudiging van het onderhoud.
Bevestig de ketel tegen een vlakke ondergrond.
Gevaar
Het is verboden om, zelfs tijdelijk, brandbare producten en stoffen
in de ketel of in de buurt van de ketel op te slaan.
Waarschuwing
Bevestig de ketel op een stevige wand die het gewicht van de
met water gevulde ketel en de voorzieningen kan dragen.
Plaats de ketel niet boven een warmtebron of een kookappa
raat.
Plaats de ketel niet in direct of indirect zonlicht.
Opgelet
De ketel moet in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden.
Bij de ketel moet een geaarde elektrische aansluiting aanwezig
zijn.
Voor de condensafvoer moet er een aansluiting op het riool in
de buurt van de ketel zijn.
7664955 - v.01 - 31082016