6
Installatie
6.1
Algemeen
6.2
Voorbereiding
Afb.14 Ophangen ketel
1
2
3
4
4
5
6.3
Wateraansluitingen
7664955 - v.01 - 31082016
6.2.1 Positionering van de ketel
1
Dankzij de ophangstrip aan de achterzijde van de mantel, kan de ketel di
rect aan de ophangbeugel gehangen worden.
De ketel wordt geleverd met een montagesjabloon.
1. Plak de montagesjabloon van de ketel met plakband op de muur.
2
3
2. Boor 2 gaten van Ø 10 mm.
3. Plaats de Ø 10 mm pluggen.
4. Bevestig de ophangbeugel met de meegeleverde Ø 8 mm bouten
5. Hang de ketel op aan de ophangbeugel.
AD-0001312-01
6.3.1 Doorspoelen van de installatie
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke
voorschriften, de regels van goed vakmanschap en de aanwijzingen in de
ze handleiding.
Voordat een nieuwe CV-ketel op een bestaande of nieuwe installatie kan
worden aangesloten, moet de gehele installatie grondig worden gereinigd
en doorgespoeld. Dit is van essentieel belang. Hierdoor worden resten
van het installeren (lasslakken, fitmiddelen, etc.) en opgehoopt vuil (slib,
slijk etc.) verwijderd.
Waarschuwing
De installatie van de ketel moet door een erkend installateur wor
den uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regel
geving.
Toelichting
Het ophangen van het montageframe (accessoire) wordt beschre
ven in de bijbehorende montage-instructie.
Waarschuwing
Controleer met een waterpas of het montagesjabloon perfect
horizontaal hangt.
Bescherm de ketel tegen bouwstof en dek de rookgasafvoer en
luchttoevoer aansluitpunten af. Verwijder deze afdekking pas bij
montage van de betreffende aansluitingen.
Toelichting
De extra gaten zijn bedoeld voor het geval dat één van beide be
vestigingsgaten een goede bevestiging van de plug onmogelijk
maakt.
aan de muur.
6 Installatie
23