Werking
motor draait, verhoogt het risico van
overboord vallen en kan de bestuur-
der afleiden, waardoor het risico van
een botsing met een andere boot of
tegen een hindernis wordt vergroot.
[DWM01851]
UP
3.
Om de buitenboordmotor weer in de nor-
male vaarstand te zetten, drukt u op de
trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
en kantelt u de buitenboordmotor voor-
zichtig omlaag.
DMU28196
Varen in andere
omstandigheden
Varen in zeewater
Na het varen in zeewater moet u de koelwa-
terdoorgangen uitspoelen met zoet water om
te voorkomen dat deze verstopt raken. Spoel
ook de buitenkant van de buitenboordmotor
met zuiver water.
67
Varen in modderig, troebel of zuurrijk wa-
ter
Yamaha raadt ten stelligste aan gebruik te
maken van de optionele verchroomde water-
pompkit (zie pagina 16) wanneer u de bui-
tenboordmotor gebruikt in zuurrijk water of
water dat veel bezinksel bevat, zoals in mod-
derig of troebel water. Na het varen in derge-
lijk water dient u de koelwatermantels te
spoelen met zuiver water om corrosie te
voorkomen. Spoel ook de buitenkant van de
buitenboordmotor met zuiver water.
ZMU01935