11. Eerste instellingen
Voordat de rolstoel kan worden gebruikt, moet deze worden afgesteld volgens
de eisen en wensen van de gebruiker. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat
moet worden afgesteld voordat de rolstoel gebruiksklaar is.
Voordat de rolstoel kan worden gebruikt, moet deze worden afgesteld
volgens de eisen en wensen van de gebruiker. Wanneer de rolstoel
onjuist is afgesteld, kan de gebruiker de rolstoel mogelijk niet goed
besturen en kan er persoonlijk letsel of materiële schade ontstaan.
11.1 Vering
De vering van de rolstoel is ontwikkeld om het rijcomfort voor de gebruiker te
vergroten. Daarnaast zorgt de vering ervoor dat de gebruiker eenvoudiger
drempels en stoepranden op en af kan rijden. De vering kan het rijcomfort
echter ook nadelig beïnvloeden. Wanneer de vering te zacht wordt afgesteld,
wordt de rolstoel moeilijker te besturen. Het is daarom belangrijk dat een
goede balans wordt bereikt bij het afstellen van de vering.
11.1.1 Afstellen van de vering
Draai aan de ring die in bovenstaande afbeelding is gemarkeerd om de
veerkracht af te stellen. Draai de ring rechtsom om de spanning te vergroten;
de vering wordt stugger. Een stugge vering zorgt voor een hogere
mechanische grip waardoor de rolstoel beter bestuurbaar is. De afstelling is
afhankelijk van het gewicht van de gebruiker. Om de juiste instelling te vinden,
moet u afstellen en blijven aanpassen tot de juiste afstelling is bereikt. Begin
met een stuggere vering, omdat de gebruiker hiermee de meeste controle
over de rolstoel heeft. Als de vering te stug is afgesteld, draait u de ring
-
+
31