ONDERHOUD
SYMPTOOM
Startmotor werkt niet
Motor start niet
Motor draait niet goed stationair
Motor verliest vermogen
Motor draait maar komt niet of nauwelijks
vooruit
Het waarschuwingssysteem wordt
geactiveerd
44
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAAK
• Hendel van afstandsbediening niet in VRIJLOOP.
• Zekering doorgebrand. Zie ZEKERING op pagina 30.
• De accu is leeg.
• De startinstructies niet opgevolgd. Zie DE MOTOR STARTEN op
pagina 19.
• Brandstoftank leeg.
• Een knik in de brandstofslang.
• Water of vuil in het brandstofsysteem.
• Brandstoffilter verstopt.
• Gashendel niet op STATIONAIR. Zet de gashendel weer op
STATIONAIR toerental.
• Verkeerde bougies. Zie BOUGIES op pagina 42.
• Onjuiste elektrodeafstand bij bougies, koolaanslag op bougies of
verbrande of natte bougies.
• Zekering doorgebrand. Zie ZEKERING op pagina 30.
• Lampje "Water Temp" of "hot" knippert, zie MOTORCONTROLE
op pagina 32 en OVERVERHITTING VAN DE MOTOR op pagina
34.
• Lampje
MOTORCONTROLE op pagina 32.
• Schroef verontreinigd.
• Verkeerde bougies of onjuist afgesteld. Zie BOUGIES op pagina
42.
• Water of vuil in het brandstofsysteem.
• Verkeerde bougies of onjuist afgesteld. Zie BOUGIES op pagina
42.
• Brandstoffilter verstopt.
• Water of vuil in het brandstofsysteem.
• Waterinlaten verstopt en koelsysteem werkt niet goed. Zie
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR op pagina 34.
• Oliesysteem functioneert niet goed.
• S.A.F.E.-beschermingsmodus
MOTORCONTROLE op pagina 32.
• Schroefnaaf los, slipt.
• Schroefbladen verbogen of afwezig.
• Schroefas verbogen.
• Schroef verontreinigd.
• Zie MOTORCONTROLE op pagina 32.
"Check
Engine"
of
"Chk
Eng"
knippert,
geactiveerd.
zie
Zie