Aansluitklemmen
10.3 Toepassing "NAMUR"
10.3.3
Bedieningsinstelling bij de toepassing "NAMUR"
Instelling
De bedieningsinstelling voor de NAMUR-toepassing is "Namur 1". Gedetailleerde informatie
vindt u in het hoofdstuk NAMUR bedieningsinstellingen (Pagina 88).
10.3.4
Relaisuitgangen
Bezetting
● Klem ‑X2:41,42:
● Klem –X2:37,39:
● Klem ‑X2:30,31:
● Klem ‑X2:32,33:
● Klem ‑X2:34 ... 36:
● Klem –X2:43 ... 49:
124
– Via deze aansluitklemmen kan de hoofdzekering worden bediend. De functie voor de
hoofdzekering is in de software bij de NAMUR toepassing niet actief. Gedetailleerde
informatie vindt u in het hoofdstuk Veiligheidsfuncties (Pagina 104).
– Alle waarschuwing die ontstaan in de besturingselektronica worden hier met een
wisselcontact in arbeidsstroomprincipe gemeld.
Voorbeeld: Melding "!! Prewarning !! Inverter overtemp.".
– Hier staat de melding "Rdy.f.work" beschikbaar als NO-contact. "Ready for work"
betekent dat de omvormer functioneert zonder storing en het tussencircuit is opgeladen.
– Wanneer de motor draait, wordt het contact gesloten.
– "Omvormerstoring": Alle storingen die leiden tot uitschakeling van de omvormer, worden
hier gemeld met een wisselcontact in ruststroomprincipe.
– Bij de optie "Periferie-printplaat 4": zijn de meldingen "Temp.Motor", "Shut-down",
"Automat.operation" en "Speed zero" beschikbaar.
Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07
Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002