14 Appendix
14.2 Functies
grenswaarden
Aan
Functie lk1
Vensterfunctie: de toestand van de uitgang
is "AAN", wanneer de gemeten waarde bin-
nen een venster rondom het setpoint (w) ligt.
Bijv.l: w = 200 °C, AL = 20, X
= 10
Sd
Gemeten waarde stijgend: relais schakelt bij
185 °C in bij 225 °C uit.
Gemeten waarde afnemend: relais schakelt
215 °C in en bij 175 °C uit.
Functie lk2
Als lk1, echter geïnventeerde schakelfunctie.
Aan
Functie lk3
Min. grenswaardesignalering
Aan
Functie: de toestand van de uitgang is uit<
wanneer (setpoint - grenswaarde).
Bijv.: w = 200°C, AL = 20, X
= 10
Sd
Gemeten waarde stijgend: relais schakelt in
bij 185 °C.
Gemeten waarde afnemend: relais schakelt
uit bij 175 °C.
Aan
Functie lk4
als lk3, echter geïnverteerde schakelfunctie
w = setpoint; x = gemeten waarde;
X
= schakelverschil; AL = grenswaarde
Sd
40