Er kan een stijgende of dalende gradiënt-
functie worden gerealiseerd. Zodra de net-
spanning wordt ingeschakeld wordt de actu-
ele gemeten waarde = gradiëntsetpoint in-
gesteld en het setpoint verloopt, conform de
ingestelde stijging, tot de gradiënteindwaar-
de SP is bereikt. De gradiënt eindwaarde
wordt in de setpoint-instelling ingevoerd. De
gradiënt-eindwaarde is nu het actuele set-
point. Wanneer de gradiënteindwaarde is
bereikt, is WR = SP (WR - Gradiënt-setpoint;
SP - Gradiënteindwaarde; tx - tijdstip van
wijzigingen).
Gedrag bij sensorbreuk
In geval van sensorbreuk wordt de gradiënt-
functie onderbroken. De uitgangen gedra-
gen zich als bij een meetbereiksover- resp.
onderschrijding (configureerbaar). Wanneer
de storing is opgeheven dan neemt de re-
gelaar de actuele gemeten waarde als gra-
diënt-setpoint en gaat verder met de gra-
diëntfunctie.
Gedrag bij uitval voedingsspanning
Wanneer de netspanning terugkeert dan
neemt de regelaar de actuele gemeten waar-
de als gradiënt-setpoint en gaat verder met
de gradiëntfunctie met de ingestelde para-
meters.
Gedrag tijdens handbedrijf
Gedurende handbedrijf is de gradiëntfunctie
onderbroken. Na het overgaan op automa-
tisch bedrijf wordt de actuele gemeten waar-
de als gradiënt-setpoint overgenomen en
wordt de gradiëntfunctie met de ingestelde
parameters voortgezet.
Gradiëntstop
Door het activeren van de gradiëntstop via
een binaire ingang wordt de gradiëntfunctie
onderbroken. Het setpoint-display knippert.
Na uitschakelen van de gradiëntstop wordt
de gradiëntfunctie met het gradiënt-setpoint
ten tijde van de gradiëntstop voortgezet.
Opnieuw starten van de gradiënt
Met de toetsencombinatie
kan de gradiënt opnieuw gestart worden.
11 Gradiëntfuncties
X
I
+
35
Wijziging van de gradiënt-toename
Wijziging van de gradiënt-eindwaarde
Wijziging van de gradiënt-eindwaarde
Setpoint-verloop met gradiëntstop