8.7 SCL - Schaal eenheidssignaal instellen
Aanvangswaarde van het waardebereik voor eenheidssignalen.
Bijv.: 0...20 mA->20... 200°C: SCL = 20
Waardebereik: -1999...9999 digit/-199,9...999,9 digit
Fabrieksmatig: 0 digit
8.8 SCH - Schaal eenheidssignalen instellen
Eindwaarde van het waardebereik voor eenheidssignalen.
Bijv.: 0...20 mA->20...200°C: SCH = 200
Waardebereik: -1999...9999 digit/-199,9...999,9 digit
Fabrieksmatig: 100 digit
8.9 SPL - Setpoint-grenswaarden
Onderste setpoint-grenswaarde/aanwijs-begin bij externe setpoint-instelling.
Instellingen van het setpoint onder deze grenswaarde worden niet geaccepteerd.
De waarde voor SPL wordt knipperend getoond.
Waardebereik: -1999...9999 digit/-199,9...999,9 digit
Fabrieksmatig: -200 digit
8.10 SPH - Setpoint-grenswaarden
Bovenste setpoint-grenswaarde/aanwijs-begin bij externe setpoint-instelling.
Instellingen van het setpoint boven deze grenswaarde worden niet geaccepteerd.
De waarde voor SPL wordt knipperend getoond.
Waardebereik: -1999...9999 digit/-199,9...999,9 digit
Fabrieksmatig: 850 digit
8.11 OFFS - Correctie gemeten waarde
Met de correctie gemeten waarde kan een gemeten waarde met een bepaalde waarde naar
boven of beneden worden gecorrigeerd.
Deze dient ook voor compensatieweerstand bij aansluiting van weerstandsthermometers in
tweedraadsschakeling.
Waardebereik: -1999...9999 digit/-199,9...999,9 digit
Fabrieksmatig: 0 digit
Bijv.:
Gemeten waarde
294,7
295,3
1. Bij Pt100 en eenheidssignalen met kommaplaats (C111)
8 Configureren
Offset
Aangewezen waarde
+ 0,3
295,0
- 0,3
295,0
1
1
1
1
1
31