Veiligheidsinformatie
zwemvest dragen wanneer de vaaromstan-
digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33732
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui-
kers, telkens wanneer de motor draait. Wan-
neer er zich iemand in het water bevindt
vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt
u de motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wan-
neer de motor in neutraal staat. Schakel de
motor uit wanneer er zich een persoon vlak-
bij de boot in het water bevindt.
DMU33752
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri-
kant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats heb-
ben genomen alvorens te accelereren en
wanneer de motor sneller draait dan met het
stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de
boot valt ten gevolge van golven, kielzog of
plotse snelheids- of richtingsveranderingen.
Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft
genomen in de boot, dient u uw passagiers
te waarschuwen wanneer u een ongewoon
manoeuvre dient te maken. Tracht opsprin-
gende golven en kielzog steeds te vermij-
den.
DMU33763
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de
3
bootfabrikant voor het toegestane maxi-
mumgewicht en maximumaantal passagiers.
Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren
over de boot is verdeeld in overeenstemming
met de instructies van de bootfabrikant. Het
overladen of verkeerd verdelen van het ge-
wicht over de boot kan de bestuurbaarheid
van de boot in het gedrang brengen en lei-
den tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33773
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor men-
sen, voorwerpen en andere boten. Wees op
uw hoede voor omstandigheden die de zicht-
baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
Stuur defensief met een veilige snelheid en
houd voldoende afstand van mensen, voor-
werpen en andere boten.
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
Vermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die het anderen moeilijk maken
om u te ontwijken of te voorspellen waar u
heen gaat.
Vermijd gebieden met gezonken voorwer-
pen of ondiep water.
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever-
lies en botsingen te vermijden en om te
vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge-
ZMU06025