12. Plaats de drijfriemkappen met de lippen in de sleuven.
Monteer de schroeven en maak de sluitingen vast
(Figuur 62).
13. Controleer de spanning van de drijfriemen. Zie
Drijfriemen afstellen.
Figuur 62
1. Aandrijfriemkap
2. Vergrendeling
Aandrijfriem van aftakas
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Aandrijfriem
van aftakas controleren.
Belangrijk: De bevestigingen van de motorkap aan de
voorzijde zijn zo ontworpen dat deze op de kap blijven
zitten nadat de bevestiging is losgemaakt. Draai alle
bevestigingen een paar slagen losser zodat de kap loszit
maar nog wel bevestigd is en draai de bevestigingen
daarna pas helemaal los totdat de kap eraf komt.
Hiermee voorkomt u dat u per ongeluk de bouten van
de borgringen losdraait.
Tekenen dat de drijfriem van de aftakas aan het slijten is,
zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken
en scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Kantel de stoel naar voren, draai de bouten los en
verwijder het frontpaneel van de motor (Figuur 63).
g012506
3. Bout
4. Plaats de lip in de sleuf
2
1. Bout
4. Haal de veer van de arm van de spanpoelie (Figuur 64).
5. Verwijder de aanslagbeugel van de koppeling.
6. Verwijder de oude aandrijfriem van de aftakas.
7. Leg de nieuwe drijfriem om de koppelingspoelie en de
poelie van de tandwielkast (Figuur 64).
8. Monteer de aanslagbeugel van de koppeling.
9. Monteer de veer op de arm van de spanpoelie
(Figuur 64).
1. Tandwielkast
2. Veer
3. Veerbelaste spanpoelie
49
1
1
G012347
Figuur 63
2. Frontpaneel van motor
Figuur 64
4. Koppeling
5. Rubberen aanslag van
koppeling
6. Aandrijfriem van aftakas