1. Contactschakelaar
2. Uit
1. Gas – SNEL
De motor starten bij koud weer
(beneden -5 °C)
Opmerking: Gebruik de juiste motorolie voor
de starttemperatuur. Zie Motorolie controleren in
Onderhoud motor (bladz. 33).
1. Start de motor met de gashendel op Snel.
2. Draai het contactsleuteltje naar rechts op Lopen
(Figuur 13).
3. Houd de schakelaar van de gloeibougie 10 tot
15 seconden ingedrukt. Het lampje gaat dan branden.
4. Laat de schakelaar na 10–15 seconden los. Het lampje
zal dan doven.
5. Draai het contactsleuteltje op Start en het
indicatielampje van de gloeibougies gaat weer branden.
Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk: Start de motor telkens niet langer dan
30 seconden om te voorkomen dat de startmotor
oververhit raakt.
Figuur 13
3. Lopen
4. Start
Figuur 14
2. Gas – LANGZAAM
Opmerking: Gebruik geen brandstof die nog
over is van de zomer. Gebruik uitsluitend verse
winterdieselbrandstof.
Motor afzetten
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking (Figuur 15).
2. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel
(Figuur 14).
3. Laat de motor 60 seconden stationair draaien.
4. Draai het contactsleuteltje op Uit (Figuur 13). Zet de
motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat.
5. Verwijder het contactsleuteltje om te voorkomen dat
iemand per ongeluk de machine start, voordat u de
machine vervoert of stalt.
6. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine
transporteert of stalt.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de brandstofafsluit-
klep is gesloten voordat u de machine transporteert
of stalt omdat er brandstof kan lekken uit de
machine. Stel de parkeerrem in werking voordat u
de machine transporteert.
Belangrijk: Verwijder het sleuteltje omdat de
kans bestaat dat de brandstofpomp in werking
blijft waardoor de accu kan ontladen.
VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen
als zij de machine verplaatsen of proberen te
bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en
stel de parkeerrem in werking wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
Bedienen van de
maaikoppeling (aftakas)
Met de aftakasschakelaar kunt u de maaimessen en
aangedreven werktuigen in- en uitschakelen.
Aftakas inschakelen
1. Een koude motor moet u 5 tot 10 minuten warm laten
worden voordat u de aftakas inschakelt.
2. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de rijhendels
in de neutraalstand.
21