Woningventilatie
Ventilatie inschakelen
■
Uw gespecialiseerde firma stelt het ventilatietoestel
in werking.
Om de woningventilatie in te schakelen, stelt u ofwel
■
het werkingsprogramma "Basiswerking" of "Venti-
latie-automaat" in: zie pagina 47.
Opmerking
Om het vocht uit de kamers te brengen, moet het ven-
tilatietoestel altijd minstens op het minimale ventilatie-
niveau (
) worden gebruikt.
1
Ventilatie uitschakelen
Om de woningventilatie uit te schakelen, stelt u het
werkingsprogramma "Uitschakelwerking" in: zie vol-
gende hoofdstuk "Uitschakelwerking inschakelen".
!
Opgelet
Als u het ventilatietoestel continu uitschakelt, is
er gevaar voor vochtschade in het gebouw.
Schakel de "Uitschakelwerking" maar even
■
in.
■
Gebruik het ventilatietoestel minstens op het
minimale ventilatieniveau (
in "Spaarwerking" of "Vakantiepro-
gramma".
Uitschakelwerking inschakelen
1. Uitgebreid menu:
2. "Ventilatie"
3. "Werkingsprogramma"
4. "Uitschakelwerking"
■
Geen woningventilatie, bijv. wanneer u uw woning
wilt ventileren via de ramen.
■
In combinatie met een ventilatieverwarmingscircuit:
Geen toevoerluchtverwarming via het verwarmings-
circuit VC1
46
Weergave in het basismenu
Aanvoertemperatuur
Afb. 20
), bijv.
1
Weergave in het basismenu
Aanvoertemperatuur
Afb. 21
21°C
14°C
Voorbeeld voor ventilatie in het werkingspro-
gramma "Ventilatie-automaat"Werkingssta-
tus "Normaal"
21°C
14°C
VC1
3
3
40°C
VC1
0
0
40°C