Reglementair gebruik
Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander
doel als voor de verwarming/koeling van ruimtes of
voor tapwaterverwarming geldt als niet volgens de
voorschriften.
Verkeerd gebruik van het toestel respectievelijk ondes-
kundige bediening (bijvoorbeeld wanneer de gebruiker
het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprake-
lijkheidsuitsluiting. Wanneer wijzigingen aangebracht
worden aan de componenten, wordt dit gezien als ver-
keerd gebruik.
Productinformatie
Warmtepompregeling
De warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C
regelt alle functies van uw verwarmingsinstallatie met
warmtepomp en woningventilatie.
Warmtepomptypes
Lucht/water-warmtepompen
Lucht/water-warmtepompen gebruiken de energie uit
de omgevingslucht voor de warmteproductie. Hiervoor
zuigt een ventilator de omgevingslucht door een warm-
tewisselaar (verdamper). In de verdamper wordt de
warmte-energie van deze omgevingslucht in het koel-
circuit overgebracht. Daar wordt voor de vereiste tem-
peraturen voor de kamerverwarming en tapwaterver-
warming gezorgd. Als aandrijving voor het koelcircuit
dient de compressor.
Voor de kamerkoeling loopt het koelcircuit met
omkeerwerking. Aan uw kamers wordt warmte onttrok-
ken en via de verdamper aan de omgevingslucht afge-
geven.
Opmerking
Lucht/water-warmtepompen kunnen tweetraps zijn.
Tweetraps-lucht/water-warmtepompen hebben 2 com-
pressoren, die afhankelijk van het opgevraagde ver-
mogen afzonderlijk of gelijktijdig ingeschakeld worden.
Lucht/water-warmtepompen zijn in volgende behui-
zings-/opstelvarianten verkrijgbaar:
(vervolg)
Opmerking
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, d.w.z. dat ook niet geïnstrueerde personen
het apparaat veilig kunnen bedienen.
Afhankelijk van het type warmtepomp is de warmte-
pompregeling op een andere plaats gemonteerd: zie
pagina 18.
Aan de voorzijde van de warmtepomp
■
■
Aan de bovenzijde van de warmtepomp
■
In een aparte behuizing aan een muur
Warmtepomp voor binnenopstelling
■
Alle componenten van de warmtepomp inclusief van
de warmtepompregeling bevinden zich in een behui-
zing binnen het gebouw. Via een luchtkanaalsysteem
komt de buitenlucht in de warmtepomp en opnieuw
in de openlucht terecht.
Warmtepomp voor buitenopstelling
Met uitzondering van de warmtepompregeling bevin-
■
den alle componenten zich in een behuizing die bui-
ten het gebouw opgesteld is. De warmtepomprege-
ling is binnen het gebouw aangebracht. De warmte-
pomp is hydraulisch met een verwarmingsinstallatie
van het gebouw verbonden.
Lucht/water-warmtepompen met gescheiden bin-
nen-/buitenunit
De buitenunit is buiten het gebouw opgesteld of van
buiten aan het gebouw gemonteerd. In de buitenunit
wordt de warmte uit de omgevingslucht gewonnen.
De binnenunit inclusief de warmtepompregeling is in
het gebouw opgesteld/gemonteerd en brengt de
warmte over in de verwarmingsinstallatie.
Binnenunit en buitenunit zijn hydraulisch en elektrisch
met elkaar verbonden.
Eerst informeren
11