nl Montagehandleiding
Let erop dat de luchtcirculatie volgens de tekening is
gewaarborgd.
Apparaten niet te hoog inbouwen, zodat het toebeho-
ren er zonder probleem uitgenomen kan worden.
21.10 Combinatie met een warmhoudlade
Eerst de warmhoudlade inbouwen. Houd het het instal-
latievoorschrift van de warmhoudlade aan.
Het apparaat op de warmhoudlade in de inbouwkast
schuiven. Beschadig de plaat van de warmhoudlade
niet bij het inschuiven.
21.11 Hoekinbouw
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
bij hoekinbouw in acht.
Houd om ervoor te zorgen dat de ovendeur kan wor-
den geopend, bij de hoekinbouw de minimum afmetin-
gen aan. De maat
is afhankelijk van de dikte van het
meubelfront en de greep.
21.12 Apparaat voorbereiden
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Onderdelen die tijdens de montage toegankelijk zijn,
kunnen scherp zijn en tot snijletsels leiden.
Veiligheidshandschoenen dragen.
▶
LET OP!
Ongeschikte hulpmiddelen kunnen het oppervlak van
het apparaat beschadigen.
Gebruik uitsluitend hulpmiddelen van kunststof.
▶
Gebruik geen puntige of scherpe hulpmiddelen.
▶
100
De afdekkingen met beiden handen beetpakken en
1.
verwijderen.
Bij het verwijderen van de afdekplaten kunnen gelui-
den ontstaan.
Wanneer bij de demontage van de afdekkingen de
2.
bevestigingselementen los zijn geraakt, deze weer
bevestigen. Daarvoor het bevestigingselement aan
de onderzijde inhangen en boven aandrukken totdat
deze er tegen aan ligt.
Breng de rode bevestigingselementen aan de bo-
venkant aan.
Breng de groene bevestigingselementen aan de on-
derkant aan.
21.13 Apparaat inbouwen
Schuif het apparaat er helemaal in.
1.
De aansluitkabel niet knikken, inklemmen of over
scherpe randen leiden.
Lijn het apparaat gecentreerd uit.
2.
Tussen het apparaat en de aangrenzende meubel-
fronten dient een luchtspleet van minstens 3 mm
aanwezig te zijn.