Standaardonderhoud
Inspectie voor het rijden
Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk
om een controle voor het rijden uit te voeren en alle
vastgestelde problemen te corrigeren. Een controle
voor het rijden is een must, niet alleen met het oog op
de veiligheid, maar omdat pech, of zelfs een lekke
band, een aanzienlijk ongemak kan betekenen.
Controleer het volgende voordat u op uw voertuig
stapt:
Brandstofniveau - Vul de brandstoftank wanneer dit
●
nodig is
P. 242
2
Gashendel - Controleer of de gashendel in alle
●
stuurstanden goed opent en sluit
Motoroliepeil - Vul indien nodig motorolie bij.
●
Controleer op lekkage
Koelvloeistofpeil - Vul indien nodig koelvloeistof bij.
●
Controleer op lekkage
P. 294
2
P. 278
2
P. 280
2
Aandrijfketting - Controleer staat en speling, indien
●
nodig afstellen en smeren
Remmen - Werkingscontrole;
●
Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil en
de remblokken op slijtage
Lichten en claxon - Controleer de lichten, indicatoren
●
en claxon op juiste werking
Motorstopschakelaar - Controleer op juiste werking
●
P. 118
2
CRF1100A/A2/A4
●
Koppeling - Werkingscontrole;
Stel de speling af indien nodig
Zijstandaard met ontstekingsblokkering - Controleer
●
op juiste werking
P. 286
2
Wielen en banden - Controleer de staat, de
●
bandenspanning en pas indien nodig aan
P. 287
2
P. 282,
P. 283
2
2
P.291
2
P. 265
2
Vervolg
257