#
Voorbereiding
Maak verbinding met de gekoppelde mobiele
a
!
telefoon.
(P162)
Het telefoonboek wordt na elke verbinding
u
bijgewerkt. De belgeschiedenis wordt na elke
verbinding of oproep bijgewerkt.
Sluit de gekoppelde headset voor de bestuurder
b
!
aan.
(P167)
Selecteer [Phone] en druk vervolgens op de
c
!
-schakelaar.
ENT
Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het
d
!
vorige scherm of het beginscherm.
U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren
via het touchscreen.
#
Bellen
U kunt bellen door een telefoonnummer in te
voeren of door het telefoonboek, de
belgeschiedenis of de nummers voor verkort kiezen
te gebruiken.
Om de belmodus te wijzigen, drukt u op
op de schakelaar Sel Links/Rechts
Loopt als volgt door de belmodi:
[Call History]
Number]
Bepaalde handmatige functies zijn uitgeschakeld
●
terwijl het voertuig rijdt. U kunt een grijs
weergegeven optie niet selecteren tot het
voertuig stilstaat.
Alleen eerder opgeslagen nummers voor verkort
●
kiezen (snel bellen) en nummers uit de
belgeschiedenis kunnen worden gekozen terwijl
het voertuig rijdt.
Het telefoonvolume instellen:
(P42)
[Speed Dial]
[Contacts]
[Settings]
(P98)
of
.
[Dial
Vervolg
185