Voorzorgsmaatregelen voor het rijden
Remmen
Neem de volgende richtlijnen in acht:
Vermijd bijzonder sterk afremmen en terugschakelen.
●
Door plotseling remmen kan de stabiliteit van het
u
voertuig verminderen.
Ga waar mogelijk langzamer rijden voor een
u
bocht; anders bestaat het gevaar dat u uit de
bocht vliegt.
Wees voorzichtig op oppervlakken met een lage
●
tractie.
De banden slippen sneller op dit soort
u
oppervlakken en de remweg is langer.
Vermijd continu remmen.
●
Door herhaaldelijk te remmen, zoals bij
u
heuvelafwaarts rijden, kunnen de remmen ernstig
oververhit raken waardoor de remwerking
vermindert. Verminder snelheid door afwisselend
te remmen op de motor en de remmen te
gebruiken.
Bedien de voor- en achterrem tegelijkertijd voor de
●
meest efficiënte remwerking.
14
#
Antiblokkeersysteem (ABS)
Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem
(ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de
remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
Het ABS werkt op basis van de informatie die wordt
geleverd door de IMU (inertiemeetunit).
De remweg is niet korter met het ABS. In bepaalde
●
gevallen kan het gebruik van het ABS een langere
remweg tot gevolg hebben.
Het ABS-systeem werkt niet bij snelheden lager dan
●
10 km/h.
Het kan zijn dat de remhendel en het rempedaal
●
lichtjes terugspringen wanneer u de rem bedient.
Dit is normaal.
Gebruik altijd de aanbevolen voor-/achterbanden en
●
tandwielen om de werking van ABS te waarborgen.