Kookhulpfuncties
nl
Temperatuurbereiken en -standen
Kookfuncties
Opwarmen, warmhouden
Zachtjes koken
Koken
Garen in de snelkookpan
Frituren met veel olie in de pan
Tips voor het koken met de kookfuncties
Functie Verwarmen/Warmhouden:
■
Diepvriesproducten in porties, bijv. spinazie.Het
diepvriesproduct in de pan doen. De aangegeven
hoeveelheid water toevoegen. De pan afdekken en
stand 1 / 70 ºC kiezen. Af en toe omroeren.
Functie Zachtjes koken: deze functie is geschikt voor
■
het klaarmaken van levensmiddelen bij lage
temperaturen en voor het indikken van sauzen en
eenpansgerechten. Stand 2 / 90 °C kiezen.
Functie Koken: deze functie maakt het mogelijk om
■
water te koken met een gesloten deksel, zonder dat
het overkookt. Dankzij de temperatuurcontrole kunt
u efficiënt koken. Stand 3 / 100 °C kiezen.
Functie Koken in de snelkookpan: de aanbevelingen
■
van de fabrikant in acht nemen. Na het
geluidssignaal gedurende de aanbevolen tijd verder
koken. Stand 4 / 120 °C kiezen.
Functie Frituren met veel olie in de pan: de olie
■
verwarmen met gesloten deksel. De deksel na het
geluidssignaal afnemen en het gerecht toevoegen
(voor zover er in de tabel Aanbevolen gerechten
niets anders vermeld staat). Stand 5 / 170 °C
kiezen.
Aanwijzingen
Houd tijdens het koken altijd de deksel op de pan.
■
Uitzondering: "Frituren met olie in de pan",
Temperatuurstand 5/170 ºC.
Klinkt er geen signaal, ga dan na of er een deksel
■
op de pan ligt.
Olie nooit warm maken wanneer er geen toezicht is.
■
Gebruik alleen olie of vet die geschikt zijn om te
frituren. Gebruik geen mengsel van verschillende
frituurvetten, zoals olie en reuzel. Mengsels van heet
vet kunnen gaan schuimen.
Bent u, bijv. na het koken van aardappels, niet
■
tevreden met het resultaat, gebruik de volgende keer
dan meer water maar houdt dezelfde temperatuur
aan.
26
Temperatuurstand
Temperatuurbereik
1/70 ºC
60 - 70 ºC
2/90 ºC
80 - 90 ºC
3/100 ºC
90 - 100 ºC
4/120 ºC
110 - 120 ºC
5/170 ºC
170 - 180 ºC
Kookpunt instellen
Het punt waarop het water begint te koken hangt af van
hoe hoog uw woonplaats zich boven zeeniveau bevindt.
Kookt het water te hard of te zacht, dan kan het
kookpunt worden ingesteld. Hierbij gaat u als volgt te
werk:
Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"voor de
■
keuze van de basisinstelling
De basisinstelling is standaard ingesteld op 3. Ligt
■
uw woonplaats op een hoogte tussen de 200 en
400 m boven zeeniveau, dan hoeft het kookpunt niet
te worden ingesteld. Kies anders de instelling die in
de volgende tabel voor de betreffende hoogte
vermeld staat:
Hoogte
0 - 100 m.
100 - 200 m.
200 - 400 m.
400 - 600 m.
600 - 800 m.
800 - 1000 m.
1000 - 1200 m.
1200 - 1400 m.
Boven 1400 m.
* Basisinstelling
Aanwijzing:
voldoende om efficiënt te koken, ook als het water
hierbij niet al te erg kookt. Het kookpunt kan echter
gewijzigd worden. Is het bijv. wenselijk dat het water
sterker kookt, dan kan er een geringere hoogte worden
gekozen.
Geschikt voor
bijv. soepen, punch
bijv. rijst, melk
bijv. pasta, groente
bijv. kip, eenpansmaaltijd.
bijv. donuts, gehaktballetjes
™...
Instelwaarde
‚
ƒ
„
*
...
†
‡
ˆ
‰
Š
De temperatuurstand 3/100 ºC is
™...